Wat scholen vermogen - Onderwijsraad
Wat scholen vermogen - Onderwijsraad
Wat scholen vermogen - Onderwijsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6.1.4 SAMENWERKING<br />
Naast schaalvergroting door fusie van <strong>scholen</strong> en van besturen is er in toenemende mate<br />
sprake van samenwerking van <strong>scholen</strong> en besturen onderling en met andere instanties.<br />
Sommige samenwerkingsvormen zijn verplicht gesteld door de rijksoverheid (bijvoorbeeld<br />
WSNS), andere zijn niet verplicht maar worden wel gestimuleerd (bijvoorbeeld<br />
netwerken havo/vwo in het kader van de Tweede Fase). Mede in dat verband levert de<br />
ene vorm meer spanning op in relatie tot de autonomie van <strong>scholen</strong> dan de andere.<br />
Verder kunnen bepaalde vormen gezien worden als een mogelijk alternatief voor<br />
schaalvergroting via fusie. In paragraaf 6.2 wordt hierop nader ingegaan.<br />
Hier volgt een overzicht van verschillende vormen van samenwerking waarbij <strong>scholen</strong><br />
voor primair en voortgezet onderwijs zijn betrokken. Het begrippenkader komt overeen<br />
met dat in paragraaf 6.1.2: de vormen worden getypeerd naar hun pluriformiteit,<br />
openheid/geslotenheid en interdependenties. In bijlage 2.2 staat een meer uitgebreide<br />
beschrijving en analyse. 22<br />
SAMENWERKING BINNEN HET ONDERWIJS<br />
In het kader van bestuurlijke krachtenbundeling (op basis van de stimuleringsregeling<br />
BKB) kunnen besturen voor po en besturen voor vo kiezen voor fusie of samenwerking.<br />
Samenwerking - waar het hier om gaat - is een lichtere vorm dan fusie. Als bestuurlijke<br />
vorm is een samenwerkingsverband weinig pluriform (eenvormig dus) en overzichtelijk.<br />
Kenmerkend is dat alle betrokken schoolbesturen op basis van vrijwilligheid aan het<br />
samenwerkingsverband deelnemen. Hiermee is deze samenwerkingsvorm een vrij open<br />
vorm. In principe is de wederzijdse afhankelijkheid beperkt tot personele en materiële<br />
zaken. De autonomie van de samenwerkingspartners blijft zo meer intact dan bij fusie.<br />
Samenwerkingsverbanden WSNS zijn door de rijksoverheid verplichte vormen van samenwerking<br />
en zijn daarom gesloten te noemen. Als zodanig zijn het redelijk overzichtelijke<br />
en weinig pluriforme vormen van bestuurlijke inrichting. Door de gedeeltelijke geografische<br />
overlap tussen samenwerkingsverbanden onderling en tussen WSNS-regio’s en de<br />
werkgebieden van besturen, is de situatie in de praktijk toch vaak meer complex en<br />
pluriform. In geval er afstemming plaatsvindt met het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid<br />
(GOA-beleid) wordt de situatie nog complexer en pluriformer. Voor zover<br />
het gaat om zorgleerlingen wordt de autonomie van <strong>scholen</strong> beperkt door de samenwerking;<br />
ze zijn wederzijds afhankelijk van elkaar vanwege de onderlinge verdeling van<br />
leerlingen.<br />
Een op hoofdlijnen met samenwerkingsverbanden WSNS vergelijkbare vorm van samenwerking<br />
is die tussen vmbo en speciaal voortgezet onderwijs (svo) in het kader van de<br />
zorgstructuur (zie bijlage 2.2).<br />
Havo/vwo-netwerken zijn netwerken van leraren waarin zij elkaar kunnen ondersteunen<br />
bij het vormgeven van de tweede fase havo/vwo. Een vergelijkbare samenwerking is er<br />
in de zogeheten vmbo-netwerken. Deze netwerken worden gekenmerkt door een geringe<br />
pluriformiteit en geringe onderlinge afhankelijkheden. Meestal zijn het open netwerken<br />
22 Daarnaast geeft ook Huisman (2001) een overzicht van verschillende samenwerkingsmogelijkheden voor <strong>scholen</strong>, daar met<br />
name vanuit juridische optiek.<br />
<strong>Wat</strong> <strong>scholen</strong> <strong>vermogen</strong><br />
73