Willem Vogt - Radioleven
Radioleven : een kwarteeuw pioniersarbeid in een modern beroep door Willem Vogt 1933.
Radioleven : een kwarteeuw pioniersarbeid in een modern beroep door Willem Vogt 1933.
- TAGS
- radio
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
verbeterden de ontvanglampen. Wij werkten op de Meent met<br />
Amerikaansche lampen: z.g. Moorhead lampen. Zij hadden<br />
het uiterlijk van een buisje, waarin men' aspirine koopt. Aan<br />
de eene zijde van het (dichtgesmolten) glazen buisje staken<br />
drie draadjes uit; aan het andere eind twee, 2 van deze 5<br />
draadjes gaven aansluiting aan resp. het rooster en de plaat<br />
van de lamp; de overblijvende drie waren verbonden aan de<br />
gloeidraden. Drie? Ja 1De Moorhead-Iamp bezat twee gloeidraden.<br />
Eén reserve 1 Die goeie oûwe tijd toch 1 Toen reeds<br />
bedachten wij slimmigheden om van de oortreiterende luchtstoringen<br />
af te komen. Op de Meent stond daartoe een zoogenaamde<br />
"toonversterker".<br />
De theorie over het doel van het apparaat was deze:<br />
Wij begeeren het seinteeken en wij verfoeien de luchtstoring.<br />
Beide kunnen nochtans langs de antenne binnen komen.<br />
Want zij zijn in vele opzichten electrisch gesproken als broer<br />
en zus. Het seinteeken is de gecultiveerde aether-trilling van<br />
den mensch; de luchtstoring is de lukrake aethertrilling van<br />
de Natuur: Hoe kunnen wij het breinlooze ontvang-apparaat<br />
nu zóó afnchten, dat het 't ongewasschen schooiertje van de<br />
luchtstoring, den toegang versperde, terwijl het 't sneeuwwitje<br />
van het seinteeken binnenliet? Om daarin te slagen,<br />
moesten wij speuren naar de verschillen, die bij veel gelijkheid,<br />
tusschen storing en teeken bestonden. Het grootste verschil<br />
was: de graad van zuiverheid van toon. De booglamp werd<br />
verondersteld te geven een zuiveren toon van 1000 trillingen<br />
per seconde; de storing leverde een toonloozenkrak.Detoonversterker<br />
van de Meent was nu een apparaat, dat nerveus<br />
ontvankelijk gemaakt was (door keus van afmetingen der<br />
spoelen en condensators) voor dien z.g. toon 1000 en daarmee<br />
ongevoelig voor andere toonhoogten en voor die niet-gerhythmeerde<br />
krakken der atmospherische ontladingen.<br />
We zullen kort zijn over dit apparaat. Het werkte, wanneer<br />
de boog netjes in den pas liep wel eens. Maar, 0 wee, wanneer<br />
die boog heen en weer gierde tusschen b.v. 900 en 1100 tril-<br />
222<br />
lingen; wat vóórkwam 1 Dan hoorden wij 'r in het voorbijzwiepen<br />
op toon 1000 in de hoofdtelefoon zóó hard als het<br />
slaan door den treinsmid op de wielbanden, wanneer hij de<br />
remmen der spoorwagens wil laten lossen. Maar daarvoor en<br />
daarna hoorden wij niets meer. Meestal werd dan ook maar op<br />
één lamp geluisterd. Het oor was tenslotte toch maar het<br />
nauwelijks te vervangen fijngevoelige uitkies-instrument, dat,<br />
geleid volgens de, min ofmeer, slimme order~ uit de grijze substantie<br />
onder het<br />
schedeldak des telegrafists,<br />
de groezele<br />
storing-jongetjes<br />
opzij-duwde<br />
en de blanke teekens<br />
sneeuwwitjes<br />
zorgvuldig in het<br />
potlood joeg. De<br />
luchtstoringen<br />
speelden dus haar dartel spel vrij uit.<br />
In den zomer werd het wel eens wat te bar; dan waren er<br />
soms nachten, dat er geen verstaanbaar woord uit den aether<br />
te visschen was. Dan hoorden wij in de ziedende davering<br />
der pruttelende, spetterende, krakende luchtstoringen heel<br />
zwak het ijle toontje van Malabar.<br />
Het klonk als het nutteloos geschrei van de schipbreukelinge<br />
in het geweld van den storm.<br />
Malabar seinde nochtans onverdroten door. Wij konden<br />
hem immers niet toeroepen: "Staak uw pogen; het is tevergeefsch<br />
I" Malabar zou uit 't wegblijven van onze kwijting per<br />
kabel besluiten, dat wij niets ontvangen hadden en hij zou<br />
zijn telegrammen straks weer herhalen van voren af aan.<br />
Als het schrik'lijk tumult tot deinzen noopte, werd de<br />
hoofdtelefoon een uurtje neergelegd. Wanneer Smeenk - de<br />
waker - aan 't timmeren was (zijn tijdverdrijf) dan werd hij<br />
geroepen en in een moderne nabootsing van Dinarzade vroeg<br />
223