Toch heeft dit soort opmerkingen meer met individueel karakter en temperament te makendan met een <strong>cultuur</strong> in haar geheel. Literatuur en <strong>het</strong> <strong>lezen</strong> <strong>van</strong> literatuur behoorden, zekertot voor kort, tot de algemene culturele waarden – zoals ook sport, theoretische fysica,muziek, filosofie en misschien zelfs religie daar nu nog <strong>van</strong>zelfsprekend deel <strong>van</strong> uitmaken.Vrijwel niemand vraagt om een verdediging <strong>van</strong> deze waarden. Hoewel niet iedereen muzikaal,sportief of filosofisch is, lijkt de samenleving er desondanks <strong>van</strong> overtuigd dat <strong>het</strong>bestaansrecht <strong>van</strong> deze waarden niet hoeft te worden aangetoond met een bewijs <strong>van</strong> maatschappelijknut. We willen nu eenmaal graag weten hoe <strong>het</strong> heelal in elkaar zit, we luisterengraag naar muziek of we gaan op in een voetbal- of tenniswedstrijd. Het zijn gebieden dieverbonden zijn met de menselijke geest. Zo is <strong>het</strong> ook met de literatuur. <strong>De</strong> vele leesclubsoveral in ons taalgebied getuigen daar<strong>van</strong>. Toch wordt de legitimatie <strong>van</strong> de literatuur in <strong>het</strong>publieke debat de laatste tijd steeds nijpender.Hieronder geef ik (slechts) twee argumenten die <strong>het</strong> bestaansrecht <strong>van</strong> de literatuur endaarmee <strong>het</strong> literaire <strong>lezen</strong> verdedigen. <strong>De</strong> kern er<strong>van</strong> is niet dat zij de eigenwaarde <strong>van</strong> literatuurbewijzen, dat zou een contradictie zijn, maar dat zij die eigenwaarde benoemen.<strong>De</strong> argumenten zijn ook in andere contexten reeds naar voren gebracht. Ze vormen <strong>het</strong>hart <strong>van</strong> de Europese literaire <strong>cultuur</strong>, een humanistische traditie bij uitstek.Literatuur is de verzamelplaats <strong>van</strong> alle verhalenZo oud als de mensheid is, zo lang heeft ze kennis vergaard over de wereld en over zichzelf.Verhalen over <strong>het</strong> ontstaan <strong>van</strong> de wereld vertellen we al lang niet meer zoals in demythologie en de religie. <strong>De</strong> empirische wetenschap heeft dit soort mythologie immers ver<strong>van</strong>gen.Maar verhalen over hoe wij in de wereld staan, hoe wij er ons handhaven of juist inten ondergaan, zijn we altijd blijven vertellen. Dat heeft te maken met de ontwikkeling <strong>van</strong>ons zelfbegrip en -bewustzijn. Sterker nog, zonder dat soort vertellen zouden wij <strong>het</strong> nietredden. Verhalen scheppen zin en betekenis, ze interpreteren processen en gebeurtenissenals menselijke getuigenissen. Daarmee geven ze richting aan ons handelen. Met anderewoorden: verhalen domesticeren en humaniseren de chaos <strong>van</strong> ons dagelijks bestaan.<strong>De</strong> Grote Verhalen mogen dan verdwenen zijn, de behoefte aan ‘kleine’ verhalen is er alleenmaar sterker door geworden. Omdat wij onszelf niet meer als een onderdeel <strong>van</strong> een religieuzeof ideologische samenhang kunnen begrijpen, moeten wij die samenhang wel actiefscheppen op individueel niveau. Dagelijks spiegelen wij ons in de duizenden verhalen <strong>van</strong>andere individuele levens die aan ons voorbij trekken, in onze eigen persoonlijke kring,in de media, in computergames, in films, in romans. En we spiegelen ons om onszelf te herkennenof om ons anderszijn te formuleren. Dat de moderne literatuur <strong>van</strong> de vorige eeuween aanval ondernomen heeft op Het Verhaal spoort met deze analyse. Die aanval wasimmers een afrekening met de <strong>van</strong> boven opgelegde monoloog; nu mag de lezer eindelijkmeespreken in de interpretatie <strong>van</strong> de vele gedaanten die verhalen kunnen aannemen.Verhalen kunnen verteld worden in verschillende media en kunstvormen, maar de literatuuris <strong>van</strong> oudsher <strong>het</strong> terrein waar ze liggen opgeslagen, <strong>van</strong>af de vroege mythologie totde hedendaagse zogenaamde non-lineaire elektronische teksten; <strong>van</strong>af de thema’s besprokenin de jachtrituelen <strong>van</strong> de oermens tot deze in films als The Terminator. <strong>De</strong> literatuur iseen levende bibliotheek <strong>van</strong> wat ons doorheen millennia heeft beziggehouden.Op dit terrein is <strong>het</strong> woord <strong>van</strong> de Duitse hermeneutische filosoof Odo Marquard dan ooktreffend: Zukunft braucht Herkunft, vooruitgang impliceert dat wij voortdurend de traditiesblijven bestuderen, niet om er ons aan vast te klampen maar om te begrijpen dat wij ook inde nieuwe mediawereld steeds opnieuw in nieuwe gedaantes oude verhalen vertellen.Voor dat zelfbegrip is de literatuur, in brede zin, onmisbaar.Onmisbaar is de literatuur ook wanneer zij verhalen vertelt over de streken en stedenwaarin wij wonen. In een steeds verder globaliserende wereld lijkt <strong>het</strong> alsof de hele mensheideen en dezelfde geschiedenis en ruimte deelt. Dat is maar tot op zekere hoogte waar.<strong>De</strong> romankunst heeft, zoals Milan Kundera heeft betoogd, de concrete leefwereld <strong>van</strong> zeeruiteenlopende personages uitgetekend: <strong>van</strong> Don Quichot en Oliver Twist tot de halfbroersBruno en Michel uit Elementaire <strong>De</strong>eltjes, <strong>van</strong> Raskolnikov uit Misdaad en straf tot Mr. Quispeluit Advocaat <strong>van</strong> de hanen. <strong>De</strong> diversiteit <strong>van</strong> deze contexten is enorm, zowel historisch alspsychologisch, en biedt aanknopingspunten voor de zoektocht naar <strong>het</strong> universele.98<strong>De</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong> - <strong>De</strong> humanistische faktor
Lezen is zingeving<strong>De</strong> kern <strong>van</strong> <strong>het</strong> literaire <strong>lezen</strong> berust op een proces <strong>van</strong> persoonlijke zin- en betekenisgeving.Er is vaak op gewezen dat de verbeelding door middel <strong>van</strong> de taal een direct beroepdoet op <strong>het</strong> eigen voorstellingsvermogen. Een lezer <strong>van</strong> literatuur moet zich voorstellingenmaken bij woorden en begrippen die de bouwstenen vormen <strong>van</strong> een verhaal. Anderemedia dragen die bouwstenen meestal in een zintuiglijk kant-en-klare vorm aan. Zonderaan de betekenis <strong>van</strong> <strong>het</strong> beeld in onze <strong>cultuur</strong> voorbij te willen gaan, moeten we tochconstateren dat gedrukte taal beroep doet op <strong>het</strong> persoonlijke voorstellingsvermogen endaardoor een rijke en vormende waarde kan hebben. Die waarde beslaat drie elementen:Het psychologischeWie leest moet niet alleen verbanden leggen, afleidingen maken en de context <strong>van</strong> <strong>het</strong>geschrevene bepalen, hij moet onvermijdelijk ook elementen uit zijn eigen levenservaringtoevoegen aan de taal <strong>van</strong> derden. <strong>De</strong> woorden ‘auto’, ‘boom’ of ‘liefde’ komen niet totleven als de lezer zich bij deze begrippen niet <strong>het</strong> gemiddelde <strong>van</strong> zijn eigen ervaringenkan voorstellen. Bijgevolg kleurt hij een verhaal ten dele zelf en maakt hij gebruik <strong>van</strong> eenpersoonlijk palet. Lezen is echter maar gedeeltelijk een privé-ervaring. <strong>De</strong> taal is ‘bovenindividueel’,en zo zal in de loop <strong>van</strong> <strong>het</strong> verhaal blijken of de ingebeelde voorstelling <strong>van</strong> dezaken klopt. Vaak moet de lezer bijsturen. Dat geldt uiteraard niet alleen ten aanzien <strong>van</strong> deinhoud <strong>van</strong> zekere woorden en begrippen, maar ook wat betreft de inleving in subjectieveervaringen. Dit bijsturen vraagt dan weer om een vorm <strong>van</strong> distantie tot <strong>het</strong> eigen gevoel.Het kritisch-reflectieveVeel meer dan bij andere media <strong>het</strong> geval is, laat <strong>het</strong> boek de gebruiker vrij in zijn bespiegelingen.<strong>De</strong> geschreven tekst maakt een mate <strong>van</strong> betekenisopschorting mogelijk die eldersniet voorkomt. Ik kan mijn boek even wegleggen, nadenken over een zin, terugbladeren,her<strong>lezen</strong> of mijn mening of waardering over een bepaalde passage nog even uitstellen.Natuurlijk kan ik meegesleept worden door een boek – goede boeken moéten meeslepen –maar ik kan in dat proces ook op de rem gaan staan. Juist omdat de lezer <strong>het</strong> leesproceskan reguleren, is hij in staat denkpauzes te creëren die een kritische reflectie op <strong>het</strong> verhaalmogelijk maken. Dit kritisch-reflectieve <strong>lezen</strong> wordt bovendien versterkt wanneer deleeservaring gedeeld wordt met anderen, zoals in leesclubs of in de klas bij goede literatuurdocenten.Het zelfreflectieve<strong>De</strong> combinatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> psychologische en <strong>het</strong> reflectieve leidt tot een vorm <strong>van</strong> zelfreflectiedie de kern is <strong>van</strong> de westerse humanistische traditie. Het interpreteren <strong>van</strong> literaire tekstenbestaat voor een belangrijk deel uit <strong>het</strong> tot bewustzijn brengen <strong>van</strong> eigen gevoelens enwaardeoordelen over die tekst. Daarbij ontstaat een dynamisch zelfbegrip dat nooit eindigtin een afgerond beeld, maar steeds om verdere verdieping vraagt. Dit zelfbegrip is op eenbewegelijke en veelvormige manier identiteitsvormend. Het dialogisch proces tussen lezeren tekst is zowel een individuele ervaring als een (taal)gemeenschappelijke, in zoverre eengemeenschap probeert zijn belangrijkste teksten steeds weer opnieuw te <strong>lezen</strong>, te interpreterenen in verband te brengen met nieuwe ontwikkelingen.ConclusieLiteratuur bevat <strong>het</strong> geheugen <strong>van</strong> alle menselijke ervaringen en onderzoekt die voortdurend.Literatuur is een voortdurend aangroeiende verzamelplaats <strong>van</strong> verhalen over dediverse gedaantes <strong>van</strong> <strong>het</strong> menselijk leven. Het <strong>lezen</strong> <strong>van</strong> literatuur verdiept <strong>het</strong> inzicht indie ervaringen, brengt ze in relatie met <strong>het</strong> eigen bestaan en heeft een identiteitsvormendewaarde, zowel in individuele als in bovenindividuele zin. Dit reflectieve vermogen <strong>van</strong> literatuuren <strong>lezen</strong> is geen unieke eigenschap <strong>van</strong> de literaire <strong>cultuur</strong>, maar kan uiteraard,in gewijzigde vorm, ook ontstaan via andere media zoals film, internet en televisie. Maar <strong>het</strong>is de grote verdienste <strong>van</strong> de lees<strong>cultuur</strong> dat dit vermogen tot ontwikkeling kon komen.<strong>De</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong> - <strong>De</strong> humanistische faktor99
- Page 4 and 5:
Het essay van Ronald Soetaert benad
- Page 6 and 7:
De cultuur van het lezen
- Page 8 and 9:
De cultuur van het lezen
- Page 10 and 11:
De cultuur van het lezen
- Page 12 and 13:
10 De cultuur van het lezen
- Page 14 and 15:
schijnsel. Zoals het hoofdpersonage
- Page 16 and 17:
14 De cultuur van het lezen
- Page 18 and 19:
geleerd op de oorlogen van de Ooste
- Page 20 and 21:
Over die keuze tussen leerstof en l
- Page 22 and 23:
De verschillende geletterdheden roe
- Page 24 and 25:
en/of cultuur om te onderhandelen o
- Page 26 and 27:
Deze way of life impliceert een aan
- Page 29 and 30:
Hoofdstuk 6Perspectieven op kunstkr
- Page 31 and 32:
59. Kruithof: 2004, p. 175.We besef
- Page 33 and 34:
Hoofdstuk 7Perspectieven op functie
- Page 35 and 36:
• diepere verbanden in de werkeli
- Page 37 and 38:
Wie een rol speelt, kan volledig op
- Page 39 and 40:
Literatuur en realiteitLaten we op
- Page 41 and 42:
Swann in de problemen: ‘“Iets a
- Page 43 and 44:
Een tekst op een fundamentalistisch
- Page 45 and 46:
Hoofdstuk 8Perspectieven op de mass
- Page 47 and 48:
Film, televisieFilm, televisie en v
- Page 49 and 50: familie-uitje: ‘Dus daar gingen z
- Page 51 and 52: Hoofdstuk 9Perspectieven op digital
- Page 53 and 54: anders kunnen schrijven en lezen. D
- Page 55 and 56: weblogs bevatten links naar andere
- Page 57 and 58: naar weblogs met een meerwaarde, me
- Page 59 and 60: Hoofdstuk 10Perspectieven op cultuu
- Page 61 and 62: Hoofdstuk 11Perspectieven op leesbe
- Page 63 and 64: filmingen van de werken van Jane Au
- Page 65 and 66: Strategieën voor leesbevorderingEr
- Page 67 and 68: Hoofdstuk 12BesluitSoms vraag ik aa
- Page 69 and 70: with the dead.’ In zijn zoektocht
- Page 71 and 72: ekomen van een andere blik op probl
- Page 73 and 74: BibliografieAltieri, C. (1984), ‘
- Page 75 and 76: Mamadout, V., Soetaert, R., Top, L.
- Page 77 and 78: Nederlandse TaalunieDe empirische b
- Page 79 and 80: De empirische blikDe theoretische v
- Page 81 and 82: In het korte bestek van deze public
- Page 83 and 84: BibliografieAndringa, E. (1989),
- Page 85 and 86: Nederlandse TaaluniePerspectieven v
- Page 87 and 88: Perspectieven vanuit de onderwijspr
- Page 89 and 90: Een bijzonder goed voorbeeld van ee
- Page 91 and 92: Maar ook het klaagdiscours rond ond
- Page 93 and 94: ook dat de gedeelde kennis rond lit
- Page 95 and 96: BibliografieHaraway, D.J. (1997), M
- Page 97 and 98: Nederlandse TaalunieDe humanistisch
- Page 99: De humanistische faktorDe tradition
- Page 103 and 104: Nederlandse TaalunieSlotbeschouwing
- Page 105 and 106: Slotbeschouwing Nederlandse Taaluni
- Page 107 and 108: Voor een deel betekent literatuuron
- Page 109 and 110: Nederlandse TaalunieAppendixVerslag
- Page 111 and 112: AppendixVerslag rondetafelbijeenkom
- Page 113 and 114: enkel reflectie. Wordt dit positiev
- Page 115 and 116: • Het afhaakmoment ligt in de pub
- Page 117 and 118: gelezen - Rondas verduidelijkt dat
- Page 119 and 120: Koen Jaspaert stelt dat we in 2025
- Page 121 and 122: Index1984 46, 50, 105AAbout a Boy 4
- Page 124: adresLange Voorhout 19Postbus 10595