ibliotheken betekent dat een forse daling <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal uitleningen <strong>van</strong> niet-fictiewerken.Vooralsnog lijkt <strong>het</strong> zo te zijn dat de band tussen literaire, verhalende tekst en <strong>het</strong> mediumboek sterk is; hiernaar is echter nog geen empirisch onderzoek verricht. Tenslotte kanworden opgemerkt dat <strong>het</strong> denken over functies <strong>van</strong> literatuur specifieker is geworden,zonder dat men meteen tot empirisch onderzoek overgaat. Voor de functie <strong>van</strong> verhalen<strong>van</strong>uit wat tegenwoordig de ‘cognitieve narratologie’ heet, is Herman 14 een voorbeeld.Hoe zit <strong>het</strong> met de mate waarin men leest? In Nederland is <strong>het</strong> onderzoek naar leesom<strong>van</strong>gdat door <strong>het</strong> Sociaal Cultureel Planbureau wordt verricht <strong>het</strong> meest bekend. Een landelijkrepresentatieve steekproef houdt gedurende twee weken in <strong>het</strong> najaar bij hoeveel tijd aan<strong>lezen</strong> wordt besteed in de vrije tijd (tijdbestedingonderzoek). In Trends in de Tijd 15 wordt eenoverzicht <strong>van</strong> de zich nog steeds doorzettende neerwaartse lijn gepresenteerd: <strong>van</strong> 6,1 uurvoor de gemiddelde Nederlander (ouder dan twaalf jaar) voor <strong>het</strong> <strong>lezen</strong> <strong>van</strong> gedrukte media(boeken 1,6 uur) in 1975 naar 3,9 uur (0,9 uur) in 2000. Het onderzoek geeft een zorgelijkbeeld maar is niet geheel onomstreden omdat sommigen twijfelen aan de representativiteit<strong>van</strong> de onderzoeksperiode voor <strong>het</strong> gehele jaar. Bovendien is <strong>het</strong> onduidelijk wat de implicatieis <strong>van</strong> <strong>het</strong> afgenomen <strong>lezen</strong>: de relatie om<strong>van</strong>g en kwaliteit hoeft niet evenredig te zijn;de lees<strong>cultuur</strong> is diverser geworden, waardoor deze afname kan verklaard worden.‘Attitude’Men zou een gedetailleerder beeld <strong>van</strong> <strong>lezen</strong> moeten sc<strong>het</strong>sen. <strong>De</strong> studies <strong>van</strong> <strong>van</strong> Schooten 16en Stalpers 17 kunnen daarbij helpen. Beiden werken met <strong>het</strong> (enigszins verschillend geoperationaliseerde)concept ‘attitude’, een stabiele houding ten opzichte <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong> <strong>van</strong> inhun geval fictie, bestaande uit een hedonistische en een utilitaire dimensie. <strong>De</strong> scores op deattitude nemen af naarmate de schooltijd vordert; belangrijkste determinant <strong>van</strong> de leesbereidheidis de hedonistische dimensie, zeg maar de leesvoldoening. <strong>De</strong>ze studies hebbenimplicaties voor literatuuronderwijs en leesbevordering en betreffen in feite ‘literairesocialisatie’. Onder die noemer geeft men aan hoe de literaire ontwikkeling <strong>van</strong> personenverloopt 18 , welke factoren daarop <strong>van</strong> invloed zijn 19 en wat literaire socialisatie betekent. 20Tot slot nog een voorbeeld <strong>van</strong> een toegepaste effectstudie waar<strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong>belang zijn voor de discussie over <strong>het</strong> literatuuronderwijs. Verboord 21 constateert opbasis <strong>van</strong> een survey onder leraren dat <strong>het</strong> literatuuronderwijs <strong>het</strong>zij leerlinggericht <strong>het</strong>zij<strong>cultuur</strong>gericht wordt ingericht. Beide begrippen zijn complementair: wanneer een leraarmeer aandacht besteedt aan <strong>het</strong> ene, doet hij dat minder aan <strong>het</strong> andere. Verboord gaat metbetrekking tot leesstimulatie eveneens veranderingen na in <strong>het</strong> ouderlijke milieu.Bij leerlingcohorten <strong>van</strong> na 1975 onderzoekt hij de leesfrequentie en <strong>het</strong> leesniveau op basis<strong>van</strong> een lijst auteurs gerangschikt volgens literair prestige. Leerlinggericht onderwijs waarinleesplezier primeert en een sterke ouderlijke stimulatie leiden tot een hogere leesfrequentieen een hoger leesniveau, maar in <strong>het</strong> algemeen wordt met latere cohorten de frequentiegeringer en <strong>het</strong> niveau lager. Een verklaring voor dit gegeven heeft Verboord niet; hoogstenskan hij constateren dat onderwijs en milieu de teruggang op beide variabelen weten af teremmen.14. Herman: 2003.15. Breedveld & Van den Broek: 2001, pp. 84-87.16. Van Schooten: 2005.17. Stalpers: 2005.18. Zie Schram & Haanstra: 2005.19. Zie bijvoorbeeld Kraaykamp: 2002.20. Zie Andringa, 1989.21. Verboord: 2003.In deze paragraaf hebben we de rol <strong>van</strong> een empirische benadering met betrekking tot delees<strong>cultuur</strong> onder de loep genomen. We hebben gesteld dat een empirische benadering kanbijdragen tot een precisering <strong>van</strong> opvattingen met betrekking tot aspecten <strong>van</strong> lees<strong>cultuur</strong>,tot <strong>het</strong> leveren <strong>van</strong> data voor de discussie met betrekking tot de leesom<strong>van</strong>g of de functie<strong>van</strong> literatuur en tot <strong>het</strong> realiseren <strong>van</strong> doelen <strong>van</strong> literatuuronderwijs en leesbevordering.Ook hebben we geconstateerd dat onderzoek naar <strong>lezen</strong> via verschillende, nieuwe medianog niet <strong>van</strong> de grond gekomen is. In de discussie over de <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong> heeft deempirische inbreng geen beslissende stem, toch kan hij niet ontbreken.80<strong>De</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong> - <strong>De</strong> empirische blik
BibliografieAndringa, E. (1989), ‘<strong>De</strong>velopments in Literary Reading: Aspects, Perspectives, andQuestions’, in: SPIEL 8, 1, pp. 1-24.Andringa, E. (2004), ‘The Interface between Fiction and Life: Patterns of Identification inReading Autobiographies’, in: Poetics Today 25, 2, pp. 205-240.Breedveld, K., <strong>van</strong> den Broek, A. (red.) (2001), Trends in de Tijd. Een Sc<strong>het</strong>s <strong>van</strong> RecenteOntwikkelingen in Tijdsbesteding en Tijdsordening, <strong>De</strong>n Haag: Sociaal en CultureelPlanbureau.Graf, W. (1997), Lesen und Biografie. Eine Empirische Fallstudie zur Lektüre derHitlerjugendgeneration, Tübingen/Basel: Francke.Guldemond, I. (2003), Emotionele Betrokkenheid bij Jeugdliteraire Teksten. Een VerkennendOnderzoek naar <strong>het</strong> Verband tussen Leesplezier en Identficatiemogelijkheden bij Veertienjarigenin <strong>het</strong> Beroepsonderwijs in Nederland en Vlaanderen, Amsterdam: Stichting Lezen.Hakemulder, F. (1998), The Moral Laboratory. Literature and Ethi-cal Awareness,Dissertatie Universiteit Utrecht.Herman, D. (2003), ‘Stories as a Tool for Thinking’, in: Herman, D. (ed.), Narrative Theory andthe Cognitive Sciences, Stanford, Cal.: CSLI Publications, pp. 163-192.Kloek, J. (1999), ‘Reconsidering the Reading Revolution: The Thesis of the“Reading Revolution” and a Dutch Bookseller’s Clientele Around 1800, in: Poetics26, 5-5, pp. 289-307.Kloek, J.J., Mijnhardt, W.W. (1988), ‘“In Andermans Boeken is <strong>het</strong> Duister Lezen.”Reconstructie <strong>van</strong> de Vroeg 19e-eeuwse Lees<strong>cultuur</strong> in Middelburg op Basis <strong>van</strong>een Boekhandelsadministratie’, in: Forum der Letteren 29, pp. 15-28.Kraaykamp, G. (2002), ‘Leesbevordering en Leesniveau. <strong>De</strong> Effecten <strong>van</strong> Ouders,Bibliotheek en School’, in: Raukema, A.-M., e.a. (red.), Lezen en Leesgedrag <strong>van</strong>Adolescenten en Jongvolwassenen, <strong>De</strong>lft: Eburon, pp. 209-231.McCarthy, K.F., et al. (2004), Gifts of the Muse. Reframing the <strong>De</strong>bate About the Benefits of theArts, Santa Monica, CA: Rand Corporation.Radway, J. (1984), Reading the Romance. Women, Patriarchy, and Popular Culture,Chapel Hill: University of North Carolina Press.Scheele, B. (2001), ‘Back from the Grave: Reinstating the Catharsis Concept in thePsychology of Reception’, in: Schram, D., Steen, G. (eds.), The Psychology andSociology of Literature, Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins, pp. 201-224.Schram, D. (1985), Norm en Normdoorbreking. Empirisch Onderzoek naar de Receptie <strong>van</strong> LiteraireTeksten Voorafgegaan door een Overzicht <strong>van</strong> Theoretische Opvattingen m.b.t. de Funktie <strong>van</strong>Literatuur, Dissertatie Vrije Universiteit, Am-sterdam: VU-Uitgeverij.Schram, D.H., Haanstra, F. (red.) (2005), ‘Ontwikkelingsstadia in <strong>het</strong> Leren <strong>van</strong> Kunst,Literatuur en Muziek’, in: Cultuur en Educatie, p. 14.Stalpers, C. (2005), Gevormd door Leeservaringen. <strong>De</strong> Relatie tussen Leesattitude, <strong>het</strong> Lezen <strong>van</strong>Fictie en <strong>het</strong> Voornemen <strong>van</strong> Adolescenten om Lid te Blijven <strong>van</strong> de Openbare Bibliotheek,Dissertatie Universiteit Utrecht.<strong>van</strong> der Bolt, L. (2000), Ontroerend goed. Een Onderzoek naar Affectieve Leeservaringen <strong>van</strong>Leerlingen in <strong>het</strong> Basis- en Voortgezet Onderwijs, Dissertatie Universiteit <strong>van</strong>Amsterdam.<strong>van</strong> Schooten, E. (2005), Literary Response and Attitude Toward Reading Fiction,Dissertatie Rijksuniversiteit Groningen.Verboord, M. (2003), Moet de Meester Dalen of de Leerling Klimmen? <strong>De</strong> Invloed <strong>van</strong> <strong>het</strong>Literatuuronderwijs en Ouders op <strong>het</strong> Lezen <strong>van</strong> Boeken tussen 1975 en 2000,Dissertatie Rijksuniversiteit Utrecht.Zwaan, R.A. (1993), Aspects of Literary Understanding: A Cognitive Approach,Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins.<strong>De</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong> - <strong>De</strong> empirische blik81
- Page 4 and 5:
Het essay van Ronald Soetaert benad
- Page 6 and 7:
De cultuur van het lezen
- Page 8 and 9:
De cultuur van het lezen
- Page 10 and 11:
De cultuur van het lezen
- Page 12 and 13:
10 De cultuur van het lezen
- Page 14 and 15:
schijnsel. Zoals het hoofdpersonage
- Page 16 and 17:
14 De cultuur van het lezen
- Page 18 and 19:
geleerd op de oorlogen van de Ooste
- Page 20 and 21:
Over die keuze tussen leerstof en l
- Page 22 and 23:
De verschillende geletterdheden roe
- Page 24 and 25:
en/of cultuur om te onderhandelen o
- Page 26 and 27:
Deze way of life impliceert een aan
- Page 29 and 30:
Hoofdstuk 6Perspectieven op kunstkr
- Page 31 and 32: 59. Kruithof: 2004, p. 175.We besef
- Page 33 and 34: Hoofdstuk 7Perspectieven op functie
- Page 35 and 36: • diepere verbanden in de werkeli
- Page 37 and 38: Wie een rol speelt, kan volledig op
- Page 39 and 40: Literatuur en realiteitLaten we op
- Page 41 and 42: Swann in de problemen: ‘“Iets a
- Page 43 and 44: Een tekst op een fundamentalistisch
- Page 45 and 46: Hoofdstuk 8Perspectieven op de mass
- Page 47 and 48: Film, televisieFilm, televisie en v
- Page 49 and 50: familie-uitje: ‘Dus daar gingen z
- Page 51 and 52: Hoofdstuk 9Perspectieven op digital
- Page 53 and 54: anders kunnen schrijven en lezen. D
- Page 55 and 56: weblogs bevatten links naar andere
- Page 57 and 58: naar weblogs met een meerwaarde, me
- Page 59 and 60: Hoofdstuk 10Perspectieven op cultuu
- Page 61 and 62: Hoofdstuk 11Perspectieven op leesbe
- Page 63 and 64: filmingen van de werken van Jane Au
- Page 65 and 66: Strategieën voor leesbevorderingEr
- Page 67 and 68: Hoofdstuk 12BesluitSoms vraag ik aa
- Page 69 and 70: with the dead.’ In zijn zoektocht
- Page 71 and 72: ekomen van een andere blik op probl
- Page 73 and 74: BibliografieAltieri, C. (1984), ‘
- Page 75 and 76: Mamadout, V., Soetaert, R., Top, L.
- Page 77 and 78: Nederlandse TaalunieDe empirische b
- Page 79 and 80: De empirische blikDe theoretische v
- Page 81: In het korte bestek van deze public
- Page 85 and 86: Nederlandse TaaluniePerspectieven v
- Page 87 and 88: Perspectieven vanuit de onderwijspr
- Page 89 and 90: Een bijzonder goed voorbeeld van ee
- Page 91 and 92: Maar ook het klaagdiscours rond ond
- Page 93 and 94: ook dat de gedeelde kennis rond lit
- Page 95 and 96: BibliografieHaraway, D.J. (1997), M
- Page 97 and 98: Nederlandse TaalunieDe humanistisch
- Page 99 and 100: De humanistische faktorDe tradition
- Page 101 and 102: Lezen is zingevingDe kern van het l
- Page 103 and 104: Nederlandse TaalunieSlotbeschouwing
- Page 105 and 106: Slotbeschouwing Nederlandse Taaluni
- Page 107 and 108: Voor een deel betekent literatuuron
- Page 109 and 110: Nederlandse TaalunieAppendixVerslag
- Page 111 and 112: AppendixVerslag rondetafelbijeenkom
- Page 113 and 114: enkel reflectie. Wordt dit positiev
- Page 115 and 116: • Het afhaakmoment ligt in de pub
- Page 117 and 118: gelezen - Rondas verduidelijkt dat
- Page 119 and 120: Koen Jaspaert stelt dat we in 2025
- Page 121 and 122: Index1984 46, 50, 105AAbout a Boy 4
- Page 124: adresLange Voorhout 19Postbus 10595