schijnsel. Zoals <strong>het</strong> hoofdpersonage Ulrich in <strong>De</strong> man zonder eigenschappen constateert:‘Het is […] opvallend hoeveel mensen ons vertellen dat de wereld vroeger in een beterstadium verkeerde dan nu [...]’ 8Intellectuelen hebben een ingewikkelde relatie met de massa, en dus met <strong>het</strong> hele democratiseringsproces.Hun doemdenken steunt niet zelden op een gevoel <strong>van</strong> miskenning <strong>van</strong> <strong>het</strong>eigen intellect en de elitaire <strong>cultuur</strong>. Kunnen intellectuelen de huidige democratisering <strong>van</strong>de <strong>cultuur</strong> niet aan? Worden <strong>cultuur</strong>critici gedreven door nostalgie naar een verdwenenwereld? Kunnen zij niet leven met de realiteit, of zijn ze op zoek naar een plek buiten dierealiteit? In elk geval keren zij graag terug naar <strong>het</strong> ‘ideale’ verleden – een ideaal dat misschienniet bestaat.Arnold Heumakers heeft dit proces omschreven als de seculaire religie <strong>van</strong> <strong>het</strong> humanisme:‘<strong>De</strong> geschiedenis als een lange, moeizame, maar uiteindelijk geluk, rechtvaardigheid enbroederschap brengende mars <strong>van</strong> de mensheid, waarbij voor de literatuur – als vertolker<strong>van</strong> <strong>het</strong> nieuwe wereldse ‘e<strong>van</strong>gelie’ – een vitale rol in de frontline was weggelegd.’ 9 Het lot<strong>van</strong> <strong>het</strong> humanistische gedachtegoed wordt met andere woorden verbonden met <strong>het</strong> lot <strong>van</strong>de boeken<strong>cultuur</strong>. Ook in <strong>het</strong> wereldbeeld en de <strong>cultuur</strong>visie <strong>van</strong> de <strong>cultuur</strong>filosoof GeorgeSteiner 10 staat de taal centraal. Met de taal ontstaat de mens, met <strong>het</strong> verdwijnen <strong>van</strong> de taalzou ook de mens verdwijnen. <strong>De</strong> teloorgang <strong>van</strong> de literatuur zou de taal – en dus ook demens – in gevaar brengen, aldus Steiner.Humanisme en lees<strong>cultuur</strong>Nochtans is de lees<strong>cultuur</strong> een relatief recent verschijnsel. Het is een <strong>cultuur</strong> die in de achttiendeeeuw tot ontwikkeling kwam en in vele gravures uit die tijd werd vastgelegd:de afbeelding <strong>van</strong> de ‘<strong>lezen</strong>de man’ vooronderstelt een hele <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> stilte rondom hem.Voor Steiner was de periode <strong>van</strong> 1820 tot 1915 de meest hoogstaande <strong>cultuur</strong>periode.Na de negentiende eeuw zette <strong>het</strong> verval in, in onze tijd is er reeds sprake <strong>van</strong> een dreigendeondergang. In de moderne huiskamers hebben boeken en bibliotheken hun status verloren.In de plaats zien we televisie, video, hifi-installatie en computers. <strong>De</strong> lezer is verbannen uiteen ruimte waarin beeld en geluid domineren.Steiner uitte echter ook kritiek op de gevestigde beschavingsmedia: <strong>het</strong> boek, de literatuur,de muziek waren immers niet in staat geweest om de bestialiteiten <strong>van</strong> de TweedeWereldoorlog te vermijden. Dat besef veroorzaakt een barst in zijn ideaal: ‘Elke ochtend,en ik overdrijf niet, stel ik mezelf de vraag hoe <strong>het</strong> mogelijk is, dat de ergste beestachtigheid<strong>van</strong> <strong>het</strong> fascisme, <strong>het</strong> hitlerisme en de vernietigingskampen, hoe dat tijdperk <strong>van</strong> folteringenin de geschiedenis <strong>van</strong> Europa en <strong>van</strong> Rusland heeft kunnen ontstaan op die plaats enin die tijd.’ Belangrijk in dit citaat is de nadruk op ‘die plaats’: ‘Dit is niet <strong>het</strong> midden <strong>van</strong>de jungle. Het is niet de Gobi-woestijn. Dit is de wereld, die sinds tweeduizend jaar, via <strong>het</strong>hellenisme en <strong>het</strong> christendom, via <strong>het</strong> judaïsme en de socialistische emancipatie, heeftgetracht <strong>het</strong> mensbeeld en <strong>het</strong> menselijke gedrag te verbeteren.’ Het is dé vraag naar‘de uitbarsting <strong>van</strong> absolute onmenselijkheid in <strong>het</strong> hart <strong>van</strong> dat hoogbeschaafde land <strong>van</strong>hoop en <strong>cultuur</strong>’ 11 . <strong>De</strong>ze onmacht werd voor Steiner een gewetensvraag: ‘Wat is dit vooreen wereld, waarin iemand met één gedicht onsterfelijkheid kan bereiken, terwijl de naam<strong>van</strong> een zuster, die een invalide kind verzorgt, hooguit in <strong>het</strong> telefoonboek terechtkomt.Vroeger stelde ik mezelf die vraag in de hoop op een humaan antwoord, maar zo hoopvolben ik niet meer.’ 12 En toch wierp Steiner zich op als een verdediger <strong>van</strong> de literaire <strong>cultuur</strong>,omdat hij die meer dan ooit bedreigd zag. Uit zijn werk spreekt een geestelijk verzet tegende stalinistische en fascistische volkerenmoord: <strong>het</strong> nooit-meer-Auschwitz staat centraal.Maar bovenal spreekt er een geloof uit in een literair humanistisch <strong>cultuur</strong>ideaal, waarin <strong>het</strong>geschreven woord domineert.Back-to-basics8. Robert Musil, <strong>De</strong> man zonder eigenschappen,Amsterdam, Meulenhoff, 1996, p. 301.9. Heumakers: 2003, p. 39.10. Steiner: 1967; 1977; 1978.11. Kayzer: 1989, p. 2.12. Kayzer: 1989, p. 11.13. Bloom: 1987; Hirsch: 1987.Wat de literaire <strong>cultuur</strong> betreft, verwijst de back-to-basicsbeweging naar een ideale tijd in<strong>het</strong> verleden. <strong>De</strong> beweging pleit voor een herwaardering <strong>van</strong> de kennis vastgelegd in deliteraire canon en de nationale geschiedenis. 13 Dat pleidooi kadert in een normen-enwaardendebatdat steunt op drie pijlers: <strong>het</strong> (traditionele) gezin, de (christelijke) godsdiensten de (eigen) natie. Over <strong>het</strong> verband tussen deze concepten schreef de Hongaarse schrij-12<strong>De</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>
ver Györgi Konrád: ‘Het huwelijk heeft veel weg <strong>van</strong> patriottisme. Niet toevallig pleiten depolitici er zo vurig voor.’ 14 <strong>De</strong> opvatting dat een gedeelde culturele geletterdheid aan debasis ligt <strong>van</strong> gemeenschappelijke normen en waarden, is een stokpaardje <strong>van</strong> sommigepolitici. <strong>De</strong> redenering <strong>van</strong> Bloom luidt dat er bij gebrek aan een gedeelde visie geen sociaalcontract kan zijn. Een recensent herformuleerde die idee ooit – ironisch – met de constateringdat jongeren niet ‘ten oorlog’ willen trekken voor hun natie zónder te geloven in demythe waarin de natie uitverkoren is door God zelf.Posthumanisme14. Konrád: 1992, p. 221.Toch is aandacht voor de eigen culturele identiteit geen uitsluitend conservatief gegeven.Ook <strong>van</strong>uit progressieve perspectieven wordt er steeds meer gepleit voor <strong>het</strong> belang <strong>van</strong>een historische reflectie op de eigen <strong>cultuur</strong>.<strong>De</strong> bedreiging <strong>van</strong> de literaire <strong>cultuur</strong> wordt ook wel geformuleerd als de opkomst <strong>van</strong> <strong>het</strong>‘posthumanisme’ of ‘transhumanisme’: <strong>het</strong> boek en de humanistische canon worden ver<strong>van</strong>gendoor <strong>het</strong> computerscherm en de cyber<strong>cultuur</strong> – de mens wordt ver<strong>van</strong>gen door decyborg. Voor sommigen is dit een bevrijdende evolutie, voor anderen betekent deze omwentelingeen fundamentele crisis in onze beschaving. Doemdenkers of ook wel <strong>cultuur</strong>critici(‘vroeger was <strong>het</strong> beter, <strong>het</strong> heden is verwerpelijk’) meten zich met profeten <strong>van</strong> de nieuwe<strong>cultuur</strong> of hype (‘de toekomst geeft ons gelijk, <strong>het</strong> heden is voor ons’). <strong>De</strong> vraag blijft of dehumanistische lees<strong>cultuur</strong> een essentiële waarde bevat die moet verdedigd worden.In <strong>het</strong> volgende onderdeel bespreek ik <strong>het</strong> literatuuronderwijs <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> medium datprecies dit literatuuronderwijs zijn vorm en inhoud heeft gegeven: <strong>het</strong> boek.<strong>De</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong> 13
- Page 4 and 5: Het essay van Ronald Soetaert benad
- Page 6 and 7: De cultuur van het lezen
- Page 8 and 9: De cultuur van het lezen
- Page 10 and 11: De cultuur van het lezen
- Page 12 and 13: 10 De cultuur van het lezen
- Page 16 and 17: 14 De cultuur van het lezen
- Page 18 and 19: geleerd op de oorlogen van de Ooste
- Page 20 and 21: Over die keuze tussen leerstof en l
- Page 22 and 23: De verschillende geletterdheden roe
- Page 24 and 25: en/of cultuur om te onderhandelen o
- Page 26 and 27: Deze way of life impliceert een aan
- Page 29 and 30: Hoofdstuk 6Perspectieven op kunstkr
- Page 31 and 32: 59. Kruithof: 2004, p. 175.We besef
- Page 33 and 34: Hoofdstuk 7Perspectieven op functie
- Page 35 and 36: • diepere verbanden in de werkeli
- Page 37 and 38: Wie een rol speelt, kan volledig op
- Page 39 and 40: Literatuur en realiteitLaten we op
- Page 41 and 42: Swann in de problemen: ‘“Iets a
- Page 43 and 44: Een tekst op een fundamentalistisch
- Page 45 and 46: Hoofdstuk 8Perspectieven op de mass
- Page 47 and 48: Film, televisieFilm, televisie en v
- Page 49 and 50: familie-uitje: ‘Dus daar gingen z
- Page 51 and 52: Hoofdstuk 9Perspectieven op digital
- Page 53 and 54: anders kunnen schrijven en lezen. D
- Page 55 and 56: weblogs bevatten links naar andere
- Page 57 and 58: naar weblogs met een meerwaarde, me
- Page 59 and 60: Hoofdstuk 10Perspectieven op cultuu
- Page 61 and 62: Hoofdstuk 11Perspectieven op leesbe
- Page 63 and 64: filmingen van de werken van Jane Au
- Page 65 and 66:
Strategieën voor leesbevorderingEr
- Page 67 and 68:
Hoofdstuk 12BesluitSoms vraag ik aa
- Page 69 and 70:
with the dead.’ In zijn zoektocht
- Page 71 and 72:
ekomen van een andere blik op probl
- Page 73 and 74:
BibliografieAltieri, C. (1984), ‘
- Page 75 and 76:
Mamadout, V., Soetaert, R., Top, L.
- Page 77 and 78:
Nederlandse TaalunieDe empirische b
- Page 79 and 80:
De empirische blikDe theoretische v
- Page 81 and 82:
In het korte bestek van deze public
- Page 83 and 84:
BibliografieAndringa, E. (1989),
- Page 85 and 86:
Nederlandse TaaluniePerspectieven v
- Page 87 and 88:
Perspectieven vanuit de onderwijspr
- Page 89 and 90:
Een bijzonder goed voorbeeld van ee
- Page 91 and 92:
Maar ook het klaagdiscours rond ond
- Page 93 and 94:
ook dat de gedeelde kennis rond lit
- Page 95 and 96:
BibliografieHaraway, D.J. (1997), M
- Page 97 and 98:
Nederlandse TaalunieDe humanistisch
- Page 99 and 100:
De humanistische faktorDe tradition
- Page 101 and 102:
Lezen is zingevingDe kern van het l
- Page 103 and 104:
Nederlandse TaalunieSlotbeschouwing
- Page 105 and 106:
Slotbeschouwing Nederlandse Taaluni
- Page 107 and 108:
Voor een deel betekent literatuuron
- Page 109 and 110:
Nederlandse TaalunieAppendixVerslag
- Page 111 and 112:
AppendixVerslag rondetafelbijeenkom
- Page 113 and 114:
enkel reflectie. Wordt dit positiev
- Page 115 and 116:
• Het afhaakmoment ligt in de pub
- Page 117 and 118:
gelezen - Rondas verduidelijkt dat
- Page 119 and 120:
Koen Jaspaert stelt dat we in 2025
- Page 121 and 122:
Index1984 46, 50, 105AAbout a Boy 4
- Page 124:
adresLange Voorhout 19Postbus 10595