InstitutiesLeesbevordering staat niet los <strong>van</strong> de culturele instituties die zich bedreigd voelen doorde marktmechanismen: de goede boekhandel, de kwaliteitsvolle uitgeverij, de toegankelijkebibliotheek. <strong>De</strong>ze instituties moeten op basis <strong>van</strong> de recente mediatisering – die deonderlinge grenzen trouwens doet vervagen – hun functie herzien. <strong>De</strong> rol <strong>van</strong> de goedeboekhandel verandert immers als men boeken on line kan bestellen of goedkoper boekenkan kopen in warenhuizen. <strong>De</strong> rol <strong>van</strong> de uitgeverij verandert als gedichten op internetkunnen gepubliceerd worden. <strong>De</strong> rol <strong>van</strong> media als kranten, tijdschriften, radio en televisieverandert als men via een website informatie kan aanbieden of debatten organiseren.Consumenten willen snelle informatie, snelle duiding en een snelle mogelijkheid tot bestellen.<strong>De</strong> media spelen hierdoor steeds meer de rol <strong>van</strong> bemiddelaar in de verkoop, maarverzorgen eveneens vormen <strong>van</strong> leesbevordering door <strong>het</strong> weggeven <strong>van</strong> aankoopbonnenvoor boeken of <strong>het</strong> samenstellen <strong>van</strong> leesgroepen in de krant.<strong>De</strong> instituties voor leesbevordering zijn ook zelf een speler op de markt. Aandacht voorbepaalde boeken voorziet deze boeken <strong>van</strong> een kwaliteitslabel, websites bieden informatieen duiding bij <strong>het</strong> maken <strong>van</strong> keuzes. <strong>De</strong> Stichtingen voor Leesbevordering krijgen ruimeopdrachten (of ze kennen die zichzelf toe om hun belang te legitimeren): <strong>van</strong> sociale correctietot wetenschappelijk onderzoek; <strong>van</strong> <strong>het</strong> bevorderen <strong>van</strong> kwaliteit tot <strong>het</strong> democratiseren<strong>van</strong> <strong>cultuur</strong>; <strong>van</strong> correctie op de school<strong>cultuur</strong> tot <strong>het</strong> samenwerken met scholen.Heel bijzonder is de rol <strong>van</strong> de bibliotheek die in <strong>het</strong> gewijzigde medialandschap enerzijdsbedreigd wordt, maar anderzijds aan belang wint. In de aandachtseconomie kunnen bibliothekenimmers een belangrijke rol spelen. <strong>De</strong> architect Rem Koolhaas constateert over detoekomst <strong>van</strong> de bibliotheek als gebouw: ‘Wanneer je nu een bibliotheek ontwerpt, moetje nadenken over de gevolgen <strong>van</strong> digitalisering, over de mate waarin een publieke ruimteopenbaar is of nog kan zijn, over identiteit, presentatie en publieksgroepen.’ 151 Zelfs GeorgeSteiner – de lettré bij uitstek – constateerde naar aanleiding <strong>van</strong> de nieuwe British Library in<strong>het</strong> BBC-programma Bricks and Mortar (1997) dat deze nieuwe bibliotheek te laat kwam.Het geld was beter gebruikt om boeken te digitaliseren. Maar – aldus Steiner – ‘One is amastodont of reactionary lack of imagination.’ Het kan verkeren: wie had ooit gedacht datSteiner zo’n digitale draai zou geven aan zijn inzichten?Wat waar is over de bibliotheek, geldt ook voor <strong>het</strong> museum. Ook <strong>het</strong> museum is immerseen kenniscentrum en publieksruimte, waarin men onderhandelt over betekenissen. 152Hetzelfde kan gezegd worden over de school, waar gedoceerd wordt en de confrontatie met<strong>cultuur</strong> plaatsvindt. Op school wordt buiten en binnen de (m)uren aan <strong>cultuur</strong> gedaan.Representatie: boek en <strong>lezen</strong>In een aandachtseconomie wordt leesbevordering geconfronteerd met de beeldvormingover <strong>lezen</strong>. Bij die beeldvorming hoort een rolmodel, een typevoorbeeld dat bewijst hoeboeiend <strong>lezen</strong> kan zijn. Een belangrijk instrument om de representatie (en dus <strong>het</strong> belang)<strong>van</strong> boeken historisch te bestuderen, is <strong>het</strong> schilderij. Boeken en <strong>lezen</strong>de mensen verschijnenal heel vroeg op genreschilderijen uit de zeventiende en achttiende eeuw.Een opvallend verschijnsel is de afbeelding <strong>van</strong> persoonlijke bibliotheken (en de daarbijhorende bibliofilie) die iets vertellen over de relatie tussen mens en boek, over <strong>het</strong> belang<strong>van</strong> boekengeletterdheid en boekenbezit in een bepaalde tijd, bij een bepaalde klasse.In onze moderne tijd zien we een democratisering <strong>van</strong> <strong>het</strong> boekenbezit optreden via desalons-met-boekenkast, hoewel men constateert dat die boekenkasten nu vaak ver<strong>van</strong>genzijn door tv- en hifi-kasten. Toch speelt de bibliotheek zo’n belangrijke rol, dat schrijvershaar hanteren als metafoor voor de wereld. In <strong>De</strong> bibliotheek <strong>van</strong> Babel beschrijft Luis Borgesde menselijke kennis nog als een labyrintische bibliotheek. Maar de metafoor <strong>van</strong> <strong>het</strong> levenals een bibliotheek wordt stilaan ver<strong>van</strong>gen door de metafoor <strong>van</strong> de mens als computer:‘Een mens is niet langer een identiteit, maar een voortdurend veranderende constellatie ineen gigantische database.’ 153151. Tilroe: 2004, p. 55.152. Soetaert: 1999a.153. Tilroe: 2004, p. 45.Intussen wordt <strong>het</strong> <strong>lezen</strong> <strong>van</strong> boeken ook gerepresenteerd in de media. En die beeldvormingbepaalt voor <strong>het</strong> publiek in hoge mate de aantrekkelijkheid <strong>van</strong> <strong>lezen</strong>. Leesbevorderingmoet dus onvermijdelijk inspelen op de beeldvorming.62 <strong>De</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>
Strategieën voor leesbevorderingEr is geen gebrek aan ideeën om leesbevorderingsprojecten op te zetten. In heel wat boeken,artikels, conferenties en rapporten zijn suggesties bijeengebracht, die we kunnen onderverdelenin categorieën:• Focus op de markt: weggeven of goedkoop aanbieden <strong>van</strong> bepaalde boeken; aandachtvragen via ludieke/artistieke reclamevormen om zich te onderscheiden <strong>van</strong> de loutercommerciële reclame; organiseren <strong>van</strong> boekenbeurzen, evenementen, voorleesprogramma’s,et cetera.• Focus op de media: aandacht voor <strong>het</strong> boek in de andere media (kranten, televisie, radio,internet) en in diverse vormen (voor<strong>lezen</strong>, boekenprogramma, items in <strong>het</strong> nieuws,praatprogramma’s); gebruik maken <strong>van</strong> bekende mediasterren als rolmodellen voor depromotie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>.• Focus op de consument: aandacht voor <strong>het</strong> gezin (voorleesmoeders, evenementen) metbijzondere aandacht voor <strong>het</strong> jonge kind; <strong>het</strong> organiseren <strong>van</strong> leesplekken, stilte, tijdvoor iedereen; <strong>het</strong> organiseren <strong>van</strong> gesprekken over boeken; <strong>het</strong> geven <strong>van</strong> inspraak aangewone lezers in de vorm <strong>van</strong> publieksprijzen, jeugd- en kinderjury’s.• Focus op de instituties: de rol <strong>van</strong> bibliotheken, boekhandels, musea en steeds meeronvermoede partners: ziekenhuizen, asielcentra en ge<strong>van</strong>genissen.Al deze methodieken schurken onvermijdelijk aan tegen commerciële reclametechnieken,aangezien de kapitalistische markt ook voor <strong>het</strong> boek de plek <strong>van</strong> bestaan is. Er ontstaannieuwe vormen <strong>van</strong> mecenaat waarbij men naast overheidssteun ook commerciële partnerszoekt: <strong>van</strong> banken tot frisdranken, <strong>van</strong> restaurants tot uitgeverijen.LeeskringenWe hebben <strong>het</strong> <strong>lezen</strong> <strong>van</strong> literatuur beschreven als een individuele bezigheid die desondankseen sociaal karakter heeft, omdat <strong>het</strong> kiezen <strong>van</strong> en praten over boeken eenbelangrijk onderdeel vormt <strong>van</strong> <strong>het</strong> leesplezier. In leesgroepen komen mensen samenom over boeken te praten. <strong>De</strong>ze groepen kunnen spontaan ontstaan, maar ook georganiseerdworden op geregelde tijdstippen en/of vaste plekken en met vaste deelnemers enbegeleiders. Leeskringen hebben een sterke invloed op de leesbevordering. Ze werkendrempelverlagend en motiverend. Het gaat niet enkel om <strong>lezen</strong>, maar ook om <strong>het</strong> communicerenover de leeservaring.Leesgroepen ontstonden oorspronkelijk onder de vorm <strong>van</strong> literaire salons en literairegenootschappen, in koffiehuizen, cafés of ‘ten huize <strong>van</strong>’. Het ontstaan en de ontwikkeling<strong>van</strong> leesgroepen vertelt ons iets over de behoefte aan sociaal contact over <strong>lezen</strong>. Het succes<strong>van</strong> leesgroepen zegt iets over <strong>het</strong> blijvende succes <strong>van</strong> <strong>lezen</strong> in onze <strong>cultuur</strong>.Tegenwoordig worden leesgroepen steeds meer geprofessionaliseerd. In <strong>het</strong> nabije verledenwaren <strong>het</strong> ‘buurtgroepen’ waarin gelijkgezinden samenkwamen – op vrijwillige basis ensteunend op vrijwilligerswerk. Geleidelijk aan ontstonden gespecialiseerde leeskringen meteen specifieke interesse. Als deze groepen gesubsidieerd willen worden, dienen ze op geregeldetijdstippen samen te komen, moeten ze bewijzen dat er ‘gewerkt’ wordt en verwachtmen steeds vaker een professionele begeleiding. Om de kwaliteit te garanderen en de subsidiete legitimeren, schrijft de overheid leeskringreglementen uit. Onderzoek leert ook datleesgroepen en leesbegeleiding in de Verenigde Staten niet enkel geprofessionaliseerd zijn,maar ook gecommercialiseerd. Kranten, tijdschriften, uitgeverijen, radio en televisie stimulerenleesinitiatieven door suggesties te vragen bij bepaalde romans. <strong>De</strong> digitalisering biedtspecifieke mogelijkheden tot on line en virtuele leesgroepen.Tot slot sta ik stil bij een kritische vraag betreffende de beeldvorming rond leeskringen inde openbaarheid. Zijn leeskringen een luxeverschijnsel? Gaat <strong>het</strong> om een ‘groepje vrouwendat een alternatief theekransje vormt’? Zijn leeskringen er voor snobs, die literatuur in dezeaandachtseconomie als een vorm <strong>van</strong> status beschouwen? Zoals zo vaak moet op deze<strong>De</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>63
- Page 4 and 5:
Het essay van Ronald Soetaert benad
- Page 6 and 7:
De cultuur van het lezen
- Page 8 and 9:
De cultuur van het lezen
- Page 10 and 11:
De cultuur van het lezen
- Page 12 and 13:
10 De cultuur van het lezen
- Page 14 and 15: schijnsel. Zoals het hoofdpersonage
- Page 16 and 17: 14 De cultuur van het lezen
- Page 18 and 19: geleerd op de oorlogen van de Ooste
- Page 20 and 21: Over die keuze tussen leerstof en l
- Page 22 and 23: De verschillende geletterdheden roe
- Page 24 and 25: en/of cultuur om te onderhandelen o
- Page 26 and 27: Deze way of life impliceert een aan
- Page 29 and 30: Hoofdstuk 6Perspectieven op kunstkr
- Page 31 and 32: 59. Kruithof: 2004, p. 175.We besef
- Page 33 and 34: Hoofdstuk 7Perspectieven op functie
- Page 35 and 36: • diepere verbanden in de werkeli
- Page 37 and 38: Wie een rol speelt, kan volledig op
- Page 39 and 40: Literatuur en realiteitLaten we op
- Page 41 and 42: Swann in de problemen: ‘“Iets a
- Page 43 and 44: Een tekst op een fundamentalistisch
- Page 45 and 46: Hoofdstuk 8Perspectieven op de mass
- Page 47 and 48: Film, televisieFilm, televisie en v
- Page 49 and 50: familie-uitje: ‘Dus daar gingen z
- Page 51 and 52: Hoofdstuk 9Perspectieven op digital
- Page 53 and 54: anders kunnen schrijven en lezen. D
- Page 55 and 56: weblogs bevatten links naar andere
- Page 57 and 58: naar weblogs met een meerwaarde, me
- Page 59 and 60: Hoofdstuk 10Perspectieven op cultuu
- Page 61 and 62: Hoofdstuk 11Perspectieven op leesbe
- Page 63: filmingen van de werken van Jane Au
- Page 67 and 68: Hoofdstuk 12BesluitSoms vraag ik aa
- Page 69 and 70: with the dead.’ In zijn zoektocht
- Page 71 and 72: ekomen van een andere blik op probl
- Page 73 and 74: BibliografieAltieri, C. (1984), ‘
- Page 75 and 76: Mamadout, V., Soetaert, R., Top, L.
- Page 77 and 78: Nederlandse TaalunieDe empirische b
- Page 79 and 80: De empirische blikDe theoretische v
- Page 81 and 82: In het korte bestek van deze public
- Page 83 and 84: BibliografieAndringa, E. (1989),
- Page 85 and 86: Nederlandse TaaluniePerspectieven v
- Page 87 and 88: Perspectieven vanuit de onderwijspr
- Page 89 and 90: Een bijzonder goed voorbeeld van ee
- Page 91 and 92: Maar ook het klaagdiscours rond ond
- Page 93 and 94: ook dat de gedeelde kennis rond lit
- Page 95 and 96: BibliografieHaraway, D.J. (1997), M
- Page 97 and 98: Nederlandse TaalunieDe humanistisch
- Page 99 and 100: De humanistische faktorDe tradition
- Page 101 and 102: Lezen is zingevingDe kern van het l
- Page 103 and 104: Nederlandse TaalunieSlotbeschouwing
- Page 105 and 106: Slotbeschouwing Nederlandse Taaluni
- Page 107 and 108: Voor een deel betekent literatuuron
- Page 109 and 110: Nederlandse TaalunieAppendixVerslag
- Page 111 and 112: AppendixVerslag rondetafelbijeenkom
- Page 113 and 114: enkel reflectie. Wordt dit positiev
- Page 115 and 116:
• Het afhaakmoment ligt in de pub
- Page 117 and 118:
gelezen - Rondas verduidelijkt dat
- Page 119 and 120:
Koen Jaspaert stelt dat we in 2025
- Page 121 and 122:
Index1984 46, 50, 105AAbout a Boy 4
- Page 124:
adresLange Voorhout 19Postbus 10595