ealist moest daar even later niets meer <strong>van</strong> weten; nee, hun voorgangers hadden de vierdestand vergeten en geen oog gehad voor de koddige beperkingen <strong>van</strong> de kleine mens. Daarzou de realistische roman eens even voor gaan zorgen!’En zo gaat dat door tot in de literatuur <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag.Wie op zoek gaat naar goed geformuleerde en interessante functies <strong>van</strong> literatuur komt bijschrijvers en essayisten terecht, die vaak aanstekelijk schrijven over literaire ontwikkelingen.Zo beschrijft Kundera 74 de ontwikkelingen binnen de roman als een verhaal waarin deverschillende aspecten <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestaan worden belicht: ‘Met Cer<strong>van</strong>tes en zijn tijdgenotenvraagt hij zich af wat <strong>het</strong> avontuur is; met Samuel Richardson begint hij te onderzoeken“wat zich in <strong>het</strong> innerlijk afspeelt”, <strong>het</strong> geheime leven der gevoelens te onthullen; met Balzacontdekt hij hoe de mens is geworteld in de geschiedenis; met Flaubert ontdekt hij de tot dantoe incognita gebleven terra <strong>van</strong> <strong>het</strong> dagelijks leven; met Tolstoj buigt hij zich over de tussenkomst<strong>van</strong> <strong>het</strong> irrationele in de beslissingen en <strong>het</strong> gedrag <strong>van</strong> de mens. Hij doorvorst detijd: <strong>het</strong> ongrijpbare, voorbije moment met Marcel Proust; <strong>het</strong> ongrijpbare huidige momentmet James Joyce. Hij onderzoekt, met Thomas Mann, de rol <strong>van</strong> de mythen, die afkomstiguit de oudste tijden ons onzichtbaar leiden op ons pad. Enzovoort, enzovoort.’ 75Mens en maskerGyörgy Konrád zei ooit dat als men een mens naar de zin <strong>van</strong> zijn leven vraagt, hij <strong>het</strong> verhaal<strong>van</strong> zijn leven vertelt. En dat inzicht wordt door vele schrijvers herhaald: ‘Maar we leven daarallemaal, dacht ik, in de gefantaseerde verhalen die we onszelf over ons leven vertellen...’ 76Om menselijk gedrag te beschrijven, worden in de sociale wetenschappen verschillendemodellen gebruikt, die gaan <strong>van</strong> een mechanistisch model (steunend op de metafoor <strong>van</strong>de mens als machine) tot een narratief model (steunend op de metafoor <strong>van</strong> <strong>het</strong> leven alsverhaal). <strong>De</strong> mens als verhalenverteller is een mensbeeld dat literaire trekjes vertoont: de mensals acteur in <strong>het</strong> theater, de mens als drager en onthuller <strong>van</strong> maskers. Kortom: <strong>het</strong> vertellen<strong>van</strong> en luisteren naar, <strong>het</strong> schrijven en <strong>lezen</strong> <strong>van</strong> verhalen in de ruimste betekenis <strong>van</strong> <strong>het</strong>woord behoort tot de essentie <strong>van</strong> de humanistische traditie.<strong>De</strong> postmoderne filosoof Rorty 77 meent dat literatuur onthult hoe andere mensen leven.Het begrip literatuur wordt evenwel ruim geïnterpreteerd; ook film, documentaire, kritiek,antropologie en geschiedenis bezitten die eigenschap. Wie zich inleeft in literatuur, moet inzijn verbeelding andere levens leiden, nieuwe perspectieven innemen. Uit deze vaststellingspreekt een bepaalde visie op identiteit en een bepaalde voorkeur voor de mens die de krachtheeft zichzelf in andere rollen te zien, de macht om zichzelf anders te beschrijven.In iedere <strong>cultuur</strong> krijgt de term identiteit zijn betekenis binnen een systeem <strong>van</strong> regels,binnen een taalspel. <strong>De</strong> taal is niet voor niets <strong>van</strong> groot belang voor <strong>het</strong> kind: nog voor degeboorte wordt er over <strong>het</strong> kind gepraat, worden bepaalde verwachtingen uitgesproken.Zo leert <strong>het</strong> kind wat <strong>het</strong> verondersteld wordt niét te worden en welke karaktertrekken <strong>het</strong>wél moet verwerven. Het hoofdpersonage uit de roman Eerste indrukken (1980) <strong>van</strong> Schippersis een baby die denkt als een volwassene, maar voorlopig nog niet wenst te spreken. <strong>De</strong> babyoverweegt met welk woord hij zal beginnen, want hij beseft <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> dat eerste woord:‘Het moest een woord zijn, dat aan elk verhaal kon ontsnappen, alleen dan zou ik er niet <strong>het</strong>slachtoffer <strong>van</strong> worden.’ Het kind wil per sé zijn onbe<strong>van</strong>genheid bewaren.74. Kundera: 1986.75. Kundera: 1986, pp. 10-11.76. Hustvedt: 2003, p. 392.77. Rorty: 1989.78. Komrij: 1980, p. 74.Het leven wordt in vele gevallen besproken als een toneel, met de mens als rollenspeler.Zo bekent Gerrit Komrij: ‘Ik heb, zolang ik me mijn leven herinner, toneel gespeeld enbeschouw dientengevolge <strong>het</strong> toneel als de hoogste der kunsten.’ 78 Het schoolvoorbeeld <strong>van</strong>deze visie is <strong>het</strong> werk <strong>van</strong> Pirandello, die met Zes personages op zoek naar een auteur de metafoorletterlijk neemt en de vraag naar de gelijkenis tussen leven en theater thematiseert.Wie dit toneelstuk ziet, vraagt zich af of dit stuk over <strong>het</strong> leven gaat of over theater(maken).Shakespeare heeft in dit verband <strong>het</strong> bekendste citaat geproduceerd: ‘All the world's astage. And all the men and women merely players’ uit As You Like It. Maar we moeten detheatermetafoor volledig uitwerken. In onze beschaving maken we een onderscheid tusseniemand die een rol speelt in <strong>het</strong> werkelijke leven en iemand die dat als acteur doet op descène. Volgens de socioloog Erving Goffman hebben die twee vormen <strong>van</strong> rollenspel meermet elkaar te maken dan men denkt: ‘All the world is not, of course, a stage, but the crucialways in which it isn't are not easy to specify.’ 7934 <strong>De</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>
Wie een rol speelt, kan volledig opgaan in die rol of kan zijn rol cynisch-afstandelijk spelen.Dit zijn echter, zoals Goffman 80 schreef, de extremen <strong>van</strong> een continuüm. Iemand die eenrol volledig internaliseert verwordt tot een karikatuur (komische kant) of vervreemdt <strong>van</strong>zichzelf (tragische kant). <strong>De</strong> theatermetafoor doortrekken impliceert ook dat we rekeninghouden met <strong>het</strong> feit dat we niet alleen rollen spelen, maar ook repeteren en verbeteren, dat erin de coulissen plaats is voor reflectie. En dat we meer dan één rol kunnen spelen, dat we onskunnen distantiëren <strong>van</strong> bepaalde rollen precies door ons bewust te worden <strong>van</strong> deze rollen.We zetten maskers op: de oorspronkelijke betekenis <strong>van</strong> <strong>het</strong> woord persona is dan ook‘masker’. Misschien is in onze moderne wereld <strong>het</strong> ik-besef sterker geworden, zodat ook <strong>het</strong>feit dat men een rol speelt sterker wordt ervaren. <strong>De</strong> kunst <strong>van</strong> <strong>het</strong> schrijven wordt eveneensmet de maskermetafoor omschreven: ‘Pessoa kon niet zeggen welk masker <strong>het</strong> echte was.Elk masker was <strong>het</strong> echte “en wie de ander wil ontmaskeren, komt zelf niet ongemaskerd”.Het masker is <strong>het</strong> ware gezicht.’ 81Het beeld <strong>van</strong> de schrijver als een drager <strong>van</strong> maskers moet echter genuanceerd worden.Literatuur kan immers ook maskers afnemen; sommige boeken zijn bekentenissen. Maar inde moderne kunst is dat beeld zo complex als Ensor <strong>het</strong> heeft uitgebeeld: een man met eenmasker die net een masker heeft afgenomen. ‘In een zo kwetsbaar tijdperk hebben wij alleneen masker nodig.’ (Oscar Wilde)ZelfbepalingEn zo kom ik terug op <strong>het</strong> literatuurmodel dat de functie <strong>van</strong> <strong>het</strong> ‘verhalen vertellen’ centraalstelt. In dat model ligt <strong>het</strong> accent op de manier waarop mensen gestalte geven aanhun eigen en andermans gedrag. Een voorkeur voor <strong>het</strong> verhalende model sluit aan bij<strong>het</strong> beeld <strong>van</strong> de mens als een doelgericht wezen. Het vooronderstelt dat mensen ordekunnen brengen in wat ze hebben gedaan; dat ze een verhaal kunnen vertellen over wat henoverkwam; dat ze – tot op zekere hoogte – voor bepaalde handelingen een reden kunnengeven. Dat laatste betekent niet dat de verklaringen voor <strong>het</strong> gedrag altijd redelijk zijn ofdat mensen nooit <strong>het</strong> slachtoffer zijn <strong>van</strong> vooroordelen of conditioneringen. Wie verhalenvertelt, doet dat immers onvermijdelijk <strong>van</strong>uit een bepaald perspectief. Wat er gebeurt in dewereld, wordt geconstrueerd in onze hoofden. Is <strong>het</strong> niet zoals Henry James zei, dat ‘storieshappen to people who know how to tell them’ 82 ?Wij kunnen <strong>het</strong>zelfde zien en meemaken, maar daarover andere verhalen vertellen. Mensenkoesteren immers verhalen waarin ze hun handelingen rechtvaardigen, hun verdriet envreugde begrijpelijk maken. Wie begint te vertellen zit ge<strong>van</strong>gen in zijn verhaal; de vis zal delaatste zijn om <strong>het</strong> water te ontdekken. We botsen hier op een modern probleem: <strong>het</strong> besefdat we via onze verhalen niet alleen iets vertellen over <strong>het</strong> leven, maar dat leven ook zelfscheppen. Het construeren <strong>van</strong> verhalen is dan ook onderwerp <strong>van</strong> heel wat zelfbewusteliteratuur. In de moderne literatuur buigt de literatuur zich over zichzelf, en nog steedsbijten heel wat moderne verhalen en gedichten in hun eigen staart.Maar zelfs hier stopt <strong>het</strong> niet. Alle verhalen zijn zelf weer onderdeel <strong>van</strong> andere verhalen,een traditie <strong>van</strong> verhalen, een hele <strong>cultuur</strong>. Opnieuw dringt <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> de culturele achtergrondzich op. Als een jongere een verhaal over zichzelf vertelt, treedt hij een bepaalde<strong>cultuur</strong> binnen door zijn intenties en levensgeschiedenis te verhalen in termen <strong>van</strong> die<strong>cultuur</strong>. Hij begint bij een kleine kring <strong>van</strong> familie en vrienden, maar die kring kan zichverbreden tot de hele <strong>cultuur</strong>. Er bestaat dus geen ‘zelf’ los <strong>van</strong> iemands cultureel historischbestaan. Zelfbepaling betekent een confrontatie met de verhalen <strong>van</strong> anderen.Moet die zelfbepaling plaatsvinden? Misschien niet, maar zoals we uit de klassieken weten,is enkel een leven dat goed werd doordacht en onderzocht (well-examined) <strong>het</strong> waard omgeleefd te worden. En wie dat goed doet, zal luisteren naar de verhalen <strong>van</strong> anderen, naar deverhalen <strong>van</strong> een hele <strong>cultuur</strong>.Revolte en solidariteit79. Goffman: 1959, p. 78.80. Goffman: 1959, p. 30.81. Komrij: 1980, p. 235.82. Geciteerd in Bruner: 1988, p. 575.<strong>De</strong> voorbeelden die ik hierboven heb geciteerd, bewijzen hoe verleidelijk <strong>het</strong> is bij de metafoor<strong>van</strong> de mens als verteller gebruik te maken <strong>van</strong> een parallellie met wat er in de literatuurgebeurt. <strong>De</strong> vrijheid om te schrijven en te <strong>lezen</strong> wat men wil is een belangrijke verworvenheid<strong>van</strong> de westerse beschaving. Literatuur onderzoekt en ondergraaft fundamenten;<strong>De</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong>35
- Page 4 and 5: Het essay van Ronald Soetaert benad
- Page 6 and 7: De cultuur van het lezen
- Page 8 and 9: De cultuur van het lezen
- Page 10 and 11: De cultuur van het lezen
- Page 12 and 13: 10 De cultuur van het lezen
- Page 14 and 15: schijnsel. Zoals het hoofdpersonage
- Page 16 and 17: 14 De cultuur van het lezen
- Page 18 and 19: geleerd op de oorlogen van de Ooste
- Page 20 and 21: Over die keuze tussen leerstof en l
- Page 22 and 23: De verschillende geletterdheden roe
- Page 24 and 25: en/of cultuur om te onderhandelen o
- Page 26 and 27: Deze way of life impliceert een aan
- Page 29 and 30: Hoofdstuk 6Perspectieven op kunstkr
- Page 31 and 32: 59. Kruithof: 2004, p. 175.We besef
- Page 33 and 34: Hoofdstuk 7Perspectieven op functie
- Page 35: • diepere verbanden in de werkeli
- Page 39 and 40: Literatuur en realiteitLaten we op
- Page 41 and 42: Swann in de problemen: ‘“Iets a
- Page 43 and 44: Een tekst op een fundamentalistisch
- Page 45 and 46: Hoofdstuk 8Perspectieven op de mass
- Page 47 and 48: Film, televisieFilm, televisie en v
- Page 49 and 50: familie-uitje: ‘Dus daar gingen z
- Page 51 and 52: Hoofdstuk 9Perspectieven op digital
- Page 53 and 54: anders kunnen schrijven en lezen. D
- Page 55 and 56: weblogs bevatten links naar andere
- Page 57 and 58: naar weblogs met een meerwaarde, me
- Page 59 and 60: Hoofdstuk 10Perspectieven op cultuu
- Page 61 and 62: Hoofdstuk 11Perspectieven op leesbe
- Page 63 and 64: filmingen van de werken van Jane Au
- Page 65 and 66: Strategieën voor leesbevorderingEr
- Page 67 and 68: Hoofdstuk 12BesluitSoms vraag ik aa
- Page 69 and 70: with the dead.’ In zijn zoektocht
- Page 71 and 72: ekomen van een andere blik op probl
- Page 73 and 74: BibliografieAltieri, C. (1984), ‘
- Page 75 and 76: Mamadout, V., Soetaert, R., Top, L.
- Page 77 and 78: Nederlandse TaalunieDe empirische b
- Page 79 and 80: De empirische blikDe theoretische v
- Page 81 and 82: In het korte bestek van deze public
- Page 83 and 84: BibliografieAndringa, E. (1989),
- Page 85 and 86: Nederlandse TaaluniePerspectieven v
- Page 87 and 88:
Perspectieven vanuit de onderwijspr
- Page 89 and 90:
Een bijzonder goed voorbeeld van ee
- Page 91 and 92:
Maar ook het klaagdiscours rond ond
- Page 93 and 94:
ook dat de gedeelde kennis rond lit
- Page 95 and 96:
BibliografieHaraway, D.J. (1997), M
- Page 97 and 98:
Nederlandse TaalunieDe humanistisch
- Page 99 and 100:
De humanistische faktorDe tradition
- Page 101 and 102:
Lezen is zingevingDe kern van het l
- Page 103 and 104:
Nederlandse TaalunieSlotbeschouwing
- Page 105 and 106:
Slotbeschouwing Nederlandse Taaluni
- Page 107 and 108:
Voor een deel betekent literatuuron
- Page 109 and 110:
Nederlandse TaalunieAppendixVerslag
- Page 111 and 112:
AppendixVerslag rondetafelbijeenkom
- Page 113 and 114:
enkel reflectie. Wordt dit positiev
- Page 115 and 116:
• Het afhaakmoment ligt in de pub
- Page 117 and 118:
gelezen - Rondas verduidelijkt dat
- Page 119 and 120:
Koen Jaspaert stelt dat we in 2025
- Page 121 and 122:
Index1984 46, 50, 105AAbout a Boy 4
- Page 124:
adresLange Voorhout 19Postbus 10595