mødet onsdag i den 13. marts 2002 sitzung am mittwoch i, 13. märz ...

13-03-2002 31
Voorzitter, de Europese Unie is een economische supermacht die haar weg probeert te zoeken in de wereld. Dat zal lukken
als we met één stem spreken. Dat zal lukken als we er niet voor terugdeinzen om openlijk kritiek uit te oefenen op andere
supermachten. Dat zal vooral lukken als we niet proberen de Verenigde Staten te kopiëren. De Europese Unie is geen
militaire supermacht die op eigen houtje haar zin kan doordrijven in de hele wereld en we moeten dat ook niet willen zijn.
De EU is ook geen naïeve mecenas die wel betaalt als de Verenigde Staten het vuile werk hebben opgeknapt. Natuurlijk
moeten de Verenigde Staten, ook militair, in staat zijn om in hun eigen achtertuin de vrede te bewaren. Daarbuiten moeten
we vooral doen waar we goed in zijn: dat is praten, praten, nog eens praten, compromissen sluiten en uiteindelijk betalen.
De EU heeft de Verenigde Staten nodig als de zaken uit de hand lopen maar de Verenigde Staten heeft de EU nodig om
ervoor te zorgen dat de zaken niet teveel uit de hand lopen.
(Applaus)
3-056
Brie (GUE/NGL). - Herr Präsident! Es ist sehr vielem zuzustimmen, was der Herr Ratspräsident erklärt hat, insbesondere
auch zur Notwendigkeit einer strategisch positiven Beziehung zu den USA. Ich bin aber insbesondere dem Kollegen
Lagendijk dankbar, dass er auch die kritischen Momente so klar benannt hat. Ich denke, dass es keinen Sinn macht, mit
Feigheit vor dem Freund die Problemen in den gegenwärtigen Beziehungen zu den USA zu verwischen. Mir scheint es
dringend erforderlich, ich möchte eigentlich einen Superlativ verwenden, dringendst erforderlich, dass wir das
transatlantische Verhältnis sehr offen diskutieren. Und da, Herr Ratspräsident, beginnt eben die Differenz, was nicht
gesagt wurde, was von Ihnen nicht behandelt wurde. Wir haben gegenwärtig offensichtlich keinen Mut, uns einzugestehen,
dass die Rolle der Europäischen Union in den internationalen Beziehungen durchaus gefährdet ist. Wir haben keinen Mut,
uns die Differenzen mit den USA einzugestehen. Wir haben keinen Mut, uns einzugestehen, dass von Gemeinsamer
Außen- und Sicherheitspolitik zur Zeit kaum die Rede sein kann. Es gibt da auch außerhalb des Stahlbereiches sehr
folgenschwere Entwicklungen.
Ich bin ja schon froh, dass wenigstens die Wirtschaft in Europa ihre Differenzen benennt und nicht einfach nur
uneingeschränkte Unterstützung artikuliert. Wir haben den Ausstieg aus dem ABM-Vertrag, wir haben einseitige
Erklärungen mit klaren Rechtsverstößen. Das Problem in solchen Fällen ist immer, dass diejenigen, die Kopfhörer
aufhaben, Sie hören, während diejenigen, die stehen und sich unterhalten, das gar nicht vernehmen können.
Wir haben eine einseitige Erklärung der USA zum Nichtweiterverbreitungsvertrag. Wir haben die Blockade der B-
Waffenkontrolle. Wir haben eine Demontage der Kontrollorganisation des C-Waffen-Vertrages durch die USA. Wir haben
die Ankündigung, aus dem Weltraumwaffenvertrag auszusteigen. Wir haben Verstöße gegen das humanitäre Völkerrecht,
den Ausstieg aus Kyoto, die Nichtratifizierung des internationalen Protokolls zum Internationalen Strafgerichtshof. Ich
will so etwas nicht als negatives Szenario aufzählen, aber es ist doch offensichtlich, dass hier sehr große Differenzen zu
Europa existieren, und was hinsichtlich der Kernwaffen gesagt wurde, da kann man den Kollegen Joost Lagendijk nur
zustimmen. Ich bin sicher, dass es noch makabrere Vorstellungen in den Planungen sowohl der USA als auch
wahrscheinlich Russlands gibt, aber dass sie öffentlich werden, zielt offensichtlich auf die Demütigung Russlands ab, das
gerade so eilfertig die USA unterstützt hat.
Ich plädiere dafür, dass die Europäische Union dieser Entwicklung echten Multilateralismus sowie die Stärkung der UNO
entgegensetzt, dass sie ihre Chance als Zivilmacht, als Macht, die präventive Konfliktbeilegung praktiziert, nutzt und dass
sie tatsächlich eine gemeinsame Außenpolitik entwickelt. Die wichtigste Voraussetzung dafür wäre, dass wir abgesehen
von allen Gemeinsamkeiten, genau diese Differenzen rausholen aus dem toten Winkel europäischer Politik.
3-057
IN THE CHAIR: MR DAVID MARTIN
Vice-President
3-058
Belder (EDD). - Wij bevinden ons vandaag op een kritiek moment in de transatlantische betrekkingen. Die staan een half
jaar na de frontale terreuraanvallen op de VS echt onder hoogspanning. Hoofdoorzaak is de verdere ontwikkeling van de
internationale antiterreurcoalitie. Gelijk met het islamistische terreurnetwerk van Al Qaida zegt president Bush potentiële
terreurstaten militair de wacht aan. Voor deze doortastende aanpak doet het Amerikaanse staatshoofd een dringend beroep
op alle coalitiegenoten. Precies dit appèl roept zeer gemengde gevoelens op aan Europese zijde. Al gauw klinkt dan weer
het standaard-Europese verwijt van vóór 11 september 2001: Amerikaans unilateralisme.
Dit veelgehoorde Europese verwijt aan het adres van Washington vloeit echter wel voort uit een fundamentele zwakte aan
eigen kant. Recente analyses tonen immers duidelijk aan dat de militair-technologische kloof tussen de transatlantische
bondgenoten verontrustend doorgroeit. De Europese NAVO-lidstaten binnen het Noord-Atlantisch pact leggen steeds
minder militair gewicht in de schaal. Deze ongelijke situatie binnen de NAVO oefent stellig een stimulerende werking uit
op Amerikaans unilateralisme op veiligheidsgebied. Zie het strijdtoneel Afghanistan.