mødet onsdag i den 13. marts 2002 sitzung am mittwoch i, 13. märz ...

13-03-2002 67
Por último, el Reglamento (CEE) nº 1481/71 se aplicará a los nacionales de los países candidatos tan pronto como accedan
a la Unión Europea, ya que no está previsto ningún período transitorio en el ámbito de la coordinación de los regímenes de
seguridad social.
3-199
Oomen-Ruijten (PPE-DE). - Voorzitter, het is een mengeling tussen boosheid en verdrietig zijn. En waarom, Voorzitter?
Omdat ik zowel vanuit de Raad als vanuit de Commissie geen begin van een antwoord krijg. We zijn op deze interne
markt voor het vrije verkeer van goederen, personen en diensten. Ik zeg ook personen, en dit is met name een probleem dat
in grensregio's sterk speelt. Maar de antwoorden die ik krijg, zijn niet adequaat.
Als ik kijk naar de regio waar ik zelf vandaan kom, dan zie ik dat de arbeidsmarkt daar niet meer kan functioneren als we
niet ook mensen uit het buitenland halen. Voor die mensen moeten we het natuurlijk wel aangenaam maken om te komen.
Dat betekent allereerst dat je ervoor moet zorgen dat werknemers die in een lidstaat werken op dezelfde manier daar op de
werkvloer zowel belastingen als sociale premies betalen. Ik zou dus willen weten of het niet mogelijk zou zijn om een
soort 1408, maar dan voor de fiscaliteit van grensarbeiders, te maken. Dat is vraag één.
Vraag twee, Voorzitter, en dan spreek ik de Raad aan en kijk ik naar wat u zo mooi noemt de raadsparameters. Ik vind het
overigens heel verdrietig dat de commissaris niet aanwezig is. De commissaris die echt bevoegd is voor dit dossier, de
commissaris die ook weet hoelang dit dossier al sleept. Kijkend naar die raadsparameters - en, meneer Miguelez, ik heb
zeer hoge achting voor u - stel ik vast dat hetgeen u in de raadsparameters hebt geschreven absoluut contrair is aan hetgeen
in recente rechtspraak van het Europese Hof van Justitie aan ons is voorgelegd. En ik vraag me af of u werkelijk denkt dat
u dit dossier, waarbij ook het Parlement sinds Amsterdam in het kader van de medebeslissing is betrokken, erdoor kunt
krijgen. Want de kwesties die u noemt, zoals uitkering bij ziekte en de kinderbijslag - en ik hoor hetzelfde van de
commissaris - zijn precies contrair aan hetgeen is uitgesproken. Dus, Voorzitter, met alle respect voor mevrouw Lambert,
zij heeft goed gesproken, ook over de derde-landenproblemen en ik ben het met haar eens, maar dit moet anders.
3-200
Weiler (PSE). - Herr Präsident, liebe Kolleginnen und Kollegen! Wir haben diese Anfragen gestellt, einmal um eine
Klärung zu erhalten, und zum zweiten aber auch, um Bewegung in die ganze Angelegenheit zu bekommen. Klärung, weil
es natürlich für uns Abgeordnete - und das ist ja jetzt auch deutlich geworden - auch durch die Beiträge des Kommissars
Solbes und des Ratsvertreters nicht klar wurde, warum die Rechtsgrundlage in Artikel 63 (4) geändert wurde. Es ist nur
festgestellt worden, aber es wurde keine Begründung gegeben.
Wir haben den Rat seit Tampere ernst genommen, als Sie damals verkündet haben, dass Drittstaatler, d.h. die Bürger, die
in der EU arbeiten und leben, die sich bei uns rechtmäßig aufhalten und die nicht aus den 15 Mitgliedstaaten stammen, die
gleichen Rahmenbedingungen bekommen sollten wie die EU-Bürger.
Die Institutionen Europas wollten mehr Klarheit und Transparenz, und zwar nicht erst nach dem Konvent. Diese neuen
Vorschläge bewirken allerdings mehr Verwirrung als vorher, denn wenn wir mit zwei unterschiedlichen Rechtsgrundlagen
arbeiten müssen, ist das sehr verwirrend. Es ist auch ärgerlich, weil sie die Mitentscheidung des Parlaments ausschalten.
Welch eine kurzsichtige Strategie der Kommission! Sie wissen, dass wir bisher immer auf Ihrer Seite gestanden haben, bei
Modernisierung, bei Veränderung, bei Verbesserung für die Beschäftigten und die Arbeitnehmer in Europa. Wenn Sie jetzt
das Parlament ausschalten, ist das meiner Ansicht nach nicht nur kurzsichtig, sondern auch eine gefährliche Strategie. Es
könnte nämlich möglich sein, dass Großbritannien, Irland und Dänemark ein opting out bei der Verordnung 1408
beantragen, und das wäre in der Tat fatal, weil niemand in diesem Hause ein neues opting out in der Sozialpolitik begrüßen
könnte. Es würde ein Flickenteppich in der Sozialpolitik bedeuten und sicher nicht das Vertrauen von Arbeitnehmerinnen
und Arbeitnehmern bestätigen und wecken, das sie eigentlich in die europäischen Institutionen bekommen sollten. Wir
sind doch alle froh darüber, dass Großbritannien das opting out in der Sozialpolitik eingestellt hat. Wollen wir es etwa auf
diesem Wege wieder einführen?
Der zweite Grund für unsere Anfrage war natürlich auch, Bewegung in die Reformpläne zu bringen. Ich erinnere mich,
dass eine Modernisierung dieser Richtlinie schon 1992 in Edinburgh versprochen wurde. Wohlgemerkt, eine
Modernisierung. Ich möchte vielleicht für die Zuhörer noch einmal daran erinnern, dass die Verordnung 1408 keine
Harmonisierung der Sozialsysteme bedeutet, sondern eine Koordinierung, sozusagen die Rahmenbedingungen, um die
Bürgerinnen und Bürger zu ermutigen, zu unterstützen, ihre Mobilitätsmöglichkeiten in Europa zu nutzen. Alle paar
Wochen gibt es neue Appelle von Rat und von Kommission an die Jugend, an die Arbeitnehmer, an die Bürger, diese
Mobilität zu nutzen. Aber die Rahmenbedingungen, ich will es hier zitieren, die bestehen aus einer sehr komplizierten und
sperrigen Rechtsvorschrift. In Deutschland würden wir sagen, dass es selbst für Eingeweihte ein Buch mit sieben Siegeln
ist.
Die zwölf Parameter, die uns jetzt vorliegen, sind nicht die qualitative Verbesserung, die wir uns eigentlich versprochen
haben. Ich teile natürlich die Kritik meiner Kolleginnen Lambert und Oomen-Ruijten, aber auch die Kritik, die Sie, Herr
Solbes, im Namen der Kommission vorgetragen haben.