3 01 Slachtofferhulp en herstelbemiddeling - WODC
3 01 Slachtofferhulp en herstelbemiddeling - WODC
3 01 Slachtofferhulp en herstelbemiddeling - WODC
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Family group confer<strong>en</strong>cing 116<br />
<strong>en</strong> morele impact in deze bijzondere (verwarr<strong>en</strong>de) setting aanmerkelijk<br />
hoger zal zijn. Het is juist de aanwezigheid van voor de jongere veelbetek<strong>en</strong><strong>en</strong>de<br />
ander<strong>en</strong>, van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van wie hij zich voor zijn zelfbeeld <strong>en</strong><br />
zelfrespect afhankelijk voelt <strong>en</strong> weet, die deze setting in staat stelt e<strong>en</strong><br />
bijzondere gevoeligheid te provocer<strong>en</strong> voor de emotionele <strong>en</strong> morele<br />
lading van zijn wangedrag.<br />
Richt<strong>en</strong> we vervolg<strong>en</strong>s onze aandacht op de positie van het slachtoffer<br />
in deze aanpak, dan zi<strong>en</strong> we dat deze verwarr<strong>en</strong>de situatie hier in vergelijkbare<br />
zin wordt gecreëerd. Dit gebeurt namelijk vanuit het motief dat<br />
langs deze weg bij het slachtoffer ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> bijzondere gevoeligheid<br />
teweeg zal word<strong>en</strong> gebracht, wat betreft de persoonlijke achtergrond<strong>en</strong>,<br />
problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> van de jonge dader. De gedachte omtr<strong>en</strong>t het<br />
betrekk<strong>en</strong> van familie bij de dader-slachtoffer dialoog is dat er langs die<br />
weg e<strong>en</strong> aanmerkelijke kans bestaat dat het slachtoffer in deze setting<br />
e<strong>en</strong> bijzondere op<strong>en</strong>heid zal krijg<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s de moeilijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>slag<strong>en</strong><br />
van de jongere, op e<strong>en</strong> manier die onvergelijkbaar is met wat in<br />
e<strong>en</strong> gesprek zonder ‘familie-verhaal’ bereikbaar zou zijn. E<strong>en</strong> FGC betek<strong>en</strong>t<br />
e<strong>en</strong> indring<strong>en</strong>d appel op het slachtoffer om zich in positieve,<br />
vergevingsgezinde zin tot de jongere te richt<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> het feit dat in de<br />
FGC het zelfbeeld <strong>en</strong> zelfrespect van de jongere op het spel staan. Daarmee<br />
wordt e<strong>en</strong> bijzondere emotionele <strong>en</strong> morele last op de schouders<br />
van het slachtoffer gelegd.<br />
Rechtvaardigingsproblem<strong>en</strong><br />
Over de twee zojuist uiterst summier aangeduide psychologische <strong>en</strong> morele<br />
implicaties van e<strong>en</strong> FGC-aanpak valt natuurlijk veel meer te zegg<strong>en</strong><br />
dan in dit bestek mogelijk is. Maar zelfs deze zeer beknopte omschrijving<br />
van de combinatie van beide troev<strong>en</strong> op het punt van de morele communicatie<br />
doet ons de merkwaardige psychische <strong>en</strong> morele last realiser<strong>en</strong><br />
die e<strong>en</strong> dergelijke aanpak voor dader <strong>en</strong> slachtoffer met zich meebr<strong>en</strong>gt.<br />
Daarmee word<strong>en</strong> we tev<strong>en</strong>s geatt<strong>en</strong>deerd op de daarachterligg<strong>en</strong>de<br />
rechtvaardigingsproblematiek. Enerzijds is het de vraag of de mix van<br />
dader-slachtoffer bemiddeling met familiebemoei<strong>en</strong>is niet e<strong>en</strong> onaanvaardbare<br />
inbreuk op het proces van zelfbezinning, van moreel zelfstandig<br />
word<strong>en</strong> van de dader inhoudt <strong>en</strong> anderzijds of diezelfde mix niet betek<strong>en</strong>t<br />
dat er e<strong>en</strong> onaanvaardbaar instrum<strong>en</strong>teel <strong>en</strong>/of bevoogd<strong>en</strong>d<br />
beroep wordt gedaan op het slachtoffer.<br />
Wat het laatste punt betreft blijkt uit de rapportages van ervaring<strong>en</strong> in<br />
het buit<strong>en</strong>land steeds dat e<strong>en</strong> niet onbelangrijk deel van de slachtoffers<br />
niet echt tevred<strong>en</strong> is met de resultat<strong>en</strong>. Zo concluder<strong>en</strong> Braithwaite <strong>en</strong><br />
Mugford dat alle betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> tevred<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijn met deze aanpak,<br />
maar uit hun eig<strong>en</strong> onderzoek blijkt dat van de slachtoffers die erbij zijn<br />
ingeschakeld nog niet de helft ervan tevred<strong>en</strong> is (Braithwaite <strong>en</strong> Mugford,<br />
1994, p. 165; vergelijk Morris <strong>en</strong> Maxwell, 1998; Morris, 2000 voor<br />
lagere prec<strong>en</strong>tages). In e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geval voelde m<strong>en</strong> zich na afloop van