3 01 Slachtofferhulp en herstelbemiddeling - WODC
3 01 Slachtofferhulp en herstelbemiddeling - WODC
3 01 Slachtofferhulp en herstelbemiddeling - WODC
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Justitiële verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>, jrg. 27, nr. 3, 20<strong>01</strong> 65<br />
de toestand van onaanspreekbaarheid <strong>en</strong> vergaande verwarring waarin<br />
sommige slachtoffers vlak na het delict verker<strong>en</strong>.<br />
Behalve dat verhoorders extra voorzichtig moet<strong>en</strong> zijn wanneer ze<br />
word<strong>en</strong> geconfronteerd met slachtoffers, is het van belang dat ze tracht<strong>en</strong><br />
te voorkom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oordeel te vorm<strong>en</strong> over de geloofwaardigheid van<br />
de getuig<strong>en</strong>verklaring op basis van misleid<strong>en</strong>de parameters. Onderzoek<br />
toont bijvoorbeeld aan dat verhoorders blanke aangeefsters van verkrachting<br />
eerder gelov<strong>en</strong> dan zwarte vrouw<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> dergelijke aangifte<br />
do<strong>en</strong>. Slachtoffers die huil<strong>en</strong> word<strong>en</strong> eerder geloofd dan ingehoud<strong>en</strong><br />
slachtoffers, t<strong>en</strong>minste indi<strong>en</strong> ze word<strong>en</strong> verhoord binn<strong>en</strong> zes maand<strong>en</strong><br />
na de verme<strong>en</strong>de misdaad. Wie beweert langer dan zes maand<strong>en</strong> geled<strong>en</strong><br />
te zijn overvall<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij (‘nog steeds’) huilt, wordt minder snel<br />
geloofd dan iemand die dit zonder te huil<strong>en</strong> beweert (Wemmers <strong>en</strong> Winkel,<br />
1997). Dergelijke indicator<strong>en</strong> van geloofwaardigheid zijn weliswaar<br />
ingeburgerd, maar absoluut niet diagnostisch (Veraart, 1997; Vrij, 1998).<br />
Traumatische herinnering<strong>en</strong><br />
Herinnering<strong>en</strong> aan traumatische gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> van neutrale<br />
<strong>en</strong> prettige herinnering<strong>en</strong>. Traumatische herinnering<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
zich door e<strong>en</strong> combinatie van twee uiterst<strong>en</strong>. Aan de <strong>en</strong>e kant rapporter<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> trauma beleefd<strong>en</strong> vaak dat ze regelmatig last hebb<strong>en</strong><br />
van intrusieve herinnering<strong>en</strong> (flashbacks) die als extreem realistisch <strong>en</strong><br />
int<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> beleefd. Deze flashbacks veroorzak<strong>en</strong> vaak ook weer dezelfde<br />
emoties <strong>en</strong> fysiologische reactie als t<strong>en</strong> tijde van het trauma (bijvoorbeeld<br />
hevige angst, woede, hartklopping<strong>en</strong> <strong>en</strong> zwet<strong>en</strong>). Daar staat<br />
teg<strong>en</strong>over dat voor andere aspect<strong>en</strong> van het trauma sprake is van omvangrijke<br />
amnesie. Traumatische herinnering<strong>en</strong> zijn dus deels beter<br />
(lees: lev<strong>en</strong>diger) dan normale herinnering<strong>en</strong> <strong>en</strong> deels slechter (lees: gefragm<strong>en</strong>teerd,<br />
minder holistisch <strong>en</strong> minder toegankelijk). Deze paradox<br />
heeft in de literatuur aanleiding gegev<strong>en</strong> voor de theorie dat verschill<strong>en</strong>de<br />
indrukk<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het trauma in verschill<strong>en</strong>de, los van elkaar operer<strong>en</strong>de<br />
geheug<strong>en</strong>system<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong> (Brewin, Dalgleish e.a.,<br />
1996). De meest traumatische beeld<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
deel van het geheug<strong>en</strong> dat niet onder bewuste controle staat, hetge<strong>en</strong><br />
het optred<strong>en</strong> van intrusieve herinnering<strong>en</strong> <strong>en</strong> het uitblijv<strong>en</strong> van integratie<br />
in het ‘normale’ geheug<strong>en</strong> verklaart (Brewin, 20<strong>01</strong>).<br />
E<strong>en</strong> andere, meer voor de hand ligg<strong>en</strong>de hypothese is dat de aandacht<br />
van het slachtoffer door de extreme emoties sterk wordt geconc<strong>en</strong>treerd<br />
op het meest bedreig<strong>en</strong>de object in de omgeving (bijvoorbeeld het pistool<br />
van de overvaller). Deze versterkte alertheid heeft echter als keerzijde<br />
dat e<strong>en</strong> heleboel andere omgevingsdetails niet word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> dus ook niet in het geheug<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong>. Deze<br />
att<strong>en</strong>tional narrowing hypothese verklaart waarom getuig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
overval soms wel het wap<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hand<strong>en</strong> van de overvaller kunn<strong>en</strong> om-