definiciones%20de%20terminos%20flamenco.pdf
definiciones%20de%20terminos%20flamenco.pdf
definiciones%20de%20terminos%20flamenco.pdf
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Definiciones de términos flamenco 83<br />
interventiedoel c. / n. / -en<br />
doel dat beoogt wordt door elke vorm van benadering, aanpak, verzorging, therapie<br />
(zowel in de medische als in de algemene zin) (Pinkhoff-Hilfman)<br />
e.g. Het interventiedoel van het maken van een opening in de luchtpijp via de hals is het voorkomen<br />
van verstikking van het slachtoffer en het weer mogelijk maken van ademhalen via de<br />
kunstmatige opening. (eigen context)<br />
intonation<br />
intonatie n. / f. / -s [intoneren - - geïntoneerd]<br />
= Stembuiging<br />
het melodisch verloop van een taaluiting, zoals bepaald door waargenomen<br />
toonhoogteverschillen. Soms rekent men ook verschillen in sterkte, duur en tempo tot de<br />
intonatie van de taaluiting (Grote Winkler Prins)<br />
e.g. In principe heeft een afasiepatiënt geen problemen met de prosodische kenmerken van de taal:<br />
ritme, tempo, nadruk en intonatie, wel kan een ernstige niet-vloeiende afasie door zijn<br />
telegramstijl een secondaire aprosodie vertonen. (Dharmaperwira)<br />
◊ intonatiepatroon, intonatiewijze<br />
intonation pattern<br />
intonatiepatroon n. / n. / -tronen<br />
= zinsmelodie<br />
het melodisch verloop van een taaluiting zoals bepaald door waargenomen<br />
toonhoogteverschillen (Winkler Prins)<br />
e.g. Intonatiepatronen worden gekenmerkt door een algemene dalende toonhoogtlijn (declinatie) van<br />
het begin naar het einde van de uiting, waarop door kenmerkende stijgingen, dalingen en<br />
verschillende toonhoogteverschillen kunnen worden aangebracht. Een element binnen de<br />
spraakontwikkeling dat de gelijkenis met de volwassenentaal doet toenemen is de intrede van het<br />
intonatiepatroon of zinsmelodie. (Winkler Prins, Schaerlaekens)<br />
intraoral air pressure<br />
intraorale druk c. / m. / -ken<br />
druk die opgebouwd wordt in de mondholte door afsluiting van de lippen en de neusweg<br />
en aanvoer van lucht vanuit de longen (Van Maele, eigen definitie)<br />
e.g. Bij stemloze explosieven is de glottis open en wordt de intraorale druk hoog op het moment van<br />
de explosie; bij stemhebbende explosieven trillen de stembanden en komt de intraorale druk<br />
langzamer tot stand en is ook gering. (Van Maele)<br />
intubation<br />
intubatie n. / f. / -s [intuberen - - geïntubeerd]<br />
= catheteriseren<br />
het inbrengen van een buigzame buis in de luchtpijp (bij narcose) om de luchttoevoer te<br />
verzekeren en aansluiting op een beademingstoestel mogelijk te maken (Van Dale)<br />
e.g. Onderscheiden worden 'orale endotracheale intubatie' (via de mond) en 'nasale endotracheale<br />
intubatie' (via de neus). Omdat nasale endotracheale intubatie beter wordt verdragen dan de<br />
orale, geschiedt langdurige intubatie altijd via de neus. De endotracheale anesthesie is geen<br />
vorm van anesthesie, maar een methode om optimale gaswisseling mogelijk te maken.<br />
(Jongkees)