Dynamiek in islamitisch activisme - Wetenschappelijke Raad voor ...
Dynamiek in islamitisch activisme - Wetenschappelijke Raad voor ...
Dynamiek in islamitisch activisme - Wetenschappelijke Raad voor ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
120<br />
dynamiek <strong>in</strong> <strong>islamitisch</strong> <strong>activisme</strong><br />
Nigeria, Mali en Indonesië geldt de islam niet als staatsgodsdienst (Otto 2006;<br />
Otto et al. 2006).<br />
Zoals al bij het overzicht van alle moslimlanden <strong>in</strong> bijlage 3 bleek, is wat de bron<br />
van wetgev<strong>in</strong>g betreft de term<strong>in</strong>ologie erg belangrijk. Het kan gaan om (beg<strong>in</strong>selen<br />
van) de islam, de koran, de sunna, de sharia of de fiqh, en de mate van exclusiviteit<br />
waarmee de bron wordt aangeduid kan sterk verschillen. Bij ‘een’ bron zijn<br />
er per def<strong>in</strong>itie ook andere bronnen, zoals neergelegd <strong>in</strong> andere artikelen van<br />
de grondwet. Er kan dan sprake zijn van een dubbele of tenm<strong>in</strong>ste een dubbelz<strong>in</strong>nige<br />
constitutionele basisnorm. Omdat de meeste grondwetten ook bepal<strong>in</strong>gen<br />
bevatten over fundamentele rechten als het gelijkheidsbeg<strong>in</strong>sel en de godsdienstvrijheid,<br />
ligt hier de nodige conflictstof. Hoezeer dit het geval is, blijkt<br />
ook uit de heftigheid waarmee <strong>in</strong> de betrokken landen bij tijd en wijle de discussie<br />
over deze kwestie is of wordt gevoerd. Het bleek de afgelopen tijd opnieuw<br />
<strong>in</strong> Irak bij de vraag of de sharia <strong>in</strong> de nieuwe grondwet moest worden aangemerkt<br />
als ‘een’ of ‘de’ bron. De uitkomst <strong>in</strong> Irak is dat de islam een fundamentele bron<br />
van wetgev<strong>in</strong>g is en dat geen wet kan worden aangenomen die <strong>in</strong> strijd is met<br />
haar onbetwiste bepal<strong>in</strong>gen. Interpretatie van deze bepal<strong>in</strong>g valt toe aan het<br />
hooggerechtshof (Coleman 2006: 30).<br />
De situatie <strong>in</strong> de ten behoeve van dit rapport nader bestudeerde landen is als<br />
volgt (Otto 2006; Otto et al. 2006). Iran hanteert <strong>in</strong> de grondwet van 1980 een<br />
strikte formuler<strong>in</strong>g: alle wetten en regels moeten absoluut zijn gebaseerd op <strong>islamitisch</strong>e<br />
criteria en de klassieke sharia prevaleert boven elke vorm van gewoonterecht<br />
en <strong>in</strong>ternationaal recht. De formele positie van Pakistan lijkt wat m<strong>in</strong>der<br />
str<strong>in</strong>gent: de grondwet van 1973 bepaalt enerzijds dat “gehoorzaamheid aan de<br />
Grondwet en de wet de plicht is van elke burger” (art. 5.2 Gw), maar anderzijds<br />
dat alle wetten <strong>in</strong> lijn dienen te zijn met de ‘Injunctions of Islam’ (art. 227 Gw).<br />
In 2002 is echter <strong>in</strong> een deelstaat <strong>voor</strong>gesteld de sharia <strong>in</strong> te voeren volgens een<br />
purite<strong>in</strong>se <strong>in</strong>terpretatie. In Egypte werden <strong>in</strong> 1980 de beg<strong>in</strong>selen van de sharia<br />
vastgelegd als de enige bron van wetgev<strong>in</strong>g. De toets<strong>in</strong>g van wetgev<strong>in</strong>g aan deze<br />
grondwettelijke bepal<strong>in</strong>g is <strong>voor</strong>behouden aan het Hoge Constitutioneel<br />
Gerechtshof. Dit heeft echter bepaald dat alleen wetgev<strong>in</strong>g van na 1980 <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g<br />
moet zijn met de beg<strong>in</strong>selen van de sharia. Deze beg<strong>in</strong>selen<br />
worden bovendien zeer beperkt uitgelegd, namelijk alleen die regels van de<br />
sharia die onomstotelijk vaststaan door vermeld<strong>in</strong>g <strong>in</strong> koran en sunna. Hierdoor<br />
kunnen toch wetten worden aangenomen die aan alle westerse maatstaven<br />
voldoen. De empirische test van de hierboven aangehaalde Hart (1997) toont<br />
derhalve aan dat zelfs het constitutioneel aanmerken van de sharia als uitsluitende<br />
rechtsbron <strong>in</strong> concreto een beperkte betekenis kan hebben. De Soedanese<br />
grondwet van 1998 stelt: “Islamitisch recht en de consensus van de natie door<br />
referendum, Grondwet en gewoonte, zijn de bronnen van wetgev<strong>in</strong>g, en geen<br />
wet zal worden gemaakt die strijdig is met deze uitgangspunten” (art. 68 Gw).<br />
Deze pluraliteit is gekozen ter wille van het herstel van nationale eenheid, na<br />
tw<strong>in</strong>tig jaar van islamiser<strong>in</strong>g van het recht langs orthodoxe lijn, en verzet daartegen<br />
<strong>in</strong> <strong>voor</strong>al, maar zeker niet uitsluitend, het christelijke zuiden. In de