10.05.2014 Views

Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking

Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking

Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 6: Geografische spreiding en financiering <strong>van</strong> de<br />

<strong>Belgische</strong> ontwikkelingssamenwerking<br />

De ontwikkelingshulp <strong>van</strong> de overheid wordt gefinancierd uit verschillende<br />

budgetten die besteed worden om de begunstigde landen en bevolkingen te<br />

helpen. De budgetten worden geselecteerd op grond <strong>van</strong> criteria die<br />

vastgelegd zijn in de wet betreffende de internationale samenwerking.<br />

De keuze <strong>van</strong> de partnerlanden<br />

België biedt directe of indirecte ontwikkelingshulp aan vrijwel alle landen die<br />

op de lijst <strong>van</strong> ontwikkelingslanden staan, dat zijn er meer dan honderd. In<br />

meer dan de helft <strong>van</strong> de gevallen neemt die hulp de vorm aan <strong>van</strong> ngoprojecten,<br />

noodhulp, humanitaire hulp of, minder vaak, de toekenning <strong>van</strong><br />

beurzen. Om het proces doeltreffend en zichtbaar te laten verlopen,<br />

concentreert België ongeveer <strong>een</strong> derde <strong>van</strong> zijn hulp op ontwikkelingslanden<br />

waarmee het <strong>een</strong> partnerschap heeft gesloten in de vorm <strong>van</strong> <strong>een</strong> algemene<br />

samenwerkingsover<strong>een</strong>komst. Het gaat dus om directe bilaterale steun, ook<br />

wel ‘hulp <strong>van</strong> staat tot staat’ of ‘gouvernementele hulp’ genoemd.<br />

België heeft tussen 1962 en 2005 algemene over<strong>een</strong>komsten ondertekend<br />

met 39 partnerlanden (zie de lijst in bijlage 2). Tot 1990 bestond er g<strong>een</strong><br />

duidelijk beleid met objectieve criteria voor de selectie <strong>van</strong> die partnerlanden:<br />

ieder geval werd apart beoordeeld. Er werd wel <strong>een</strong> internationaal principe<br />

toegepast: de verplichting om de armste en minst ontwikkelde landen te<br />

steunen. De meeste landen die <strong>een</strong> algemene samenwerkingsover<strong>een</strong>komst<br />

hebben gesloten met België horen of hoorden bij de groep die het Comité<br />

voor Ontwikkelingshulp <strong>van</strong> de OESO aanwijst als de ‘minst ontwikkelde’<br />

landen. Maar vaak speelden (al dan niet onderhuids) andere criteria mee:<br />

nationale of internationale politieke belangen en overwegingen <strong>van</strong><br />

economische, humanitaire en historische aard.<br />

Het is duidelijk waarom de keuze valt op de Democratische Republiek Congo,<br />

Rwanda en Burundi: die landen hebben nauwe historische banden met<br />

België. Vaak speelt ook de persoonlijke verhouding <strong>van</strong> de <strong>Belgische</strong> politieke<br />

autoriteiten met <strong>een</strong> bepaald land mee: de minister <strong>van</strong> <strong>Ontwikkelingssamenwerking</strong><br />

ziet hierin vaak <strong>een</strong> manier om zich te distantiëren <strong>van</strong> zijn<br />

voorgangers. Dit is bijvoorbeeld het geval bij Chili, de Seychellen, Thailand,<br />

Mozambique, Ethiopië en Cambodja. Bij de keus voor Maleisië, Algerije,<br />

Vietnam, Gabon, Angola en China was het voornaamste criterium duidelijk het<br />

economische belang voor België. Op internationaal niveau werden er in<br />

overleg met de VS landen gekozen die <strong>een</strong> buffer konden vormen tegen het<br />

oprukkende communisme en de USSR: in deze categorie horen Sri Lanka,<br />

Bangladesh en Thailand thuis. Het akkoord met Indonesië werd gesloten op<br />

119

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!