10.05.2014 Views

Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking

Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking

Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

en ontwikkelingssamenwerking, zoals de onderhandelingen over de eerste<br />

over<strong>een</strong>komst <strong>van</strong> Yaoundé die in 1963 gesloten wordt tussen de Europese<br />

Gem<strong>een</strong>schap en achttien Afrikaanse landen. In 1964 wordt de Conferentie<br />

<strong>van</strong> de Verenigde Naties voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD) opgericht.<br />

België is ook stichtend lid <strong>van</strong> het Comité voor Ontwikkelingshulp (DAC),<br />

opgericht in het kader <strong>van</strong> de Organisatie voor Economische Samenwerking<br />

en Ontwikkeling (OESO): de OESO ont<strong>van</strong>gt ieder jaar <strong>een</strong> gedetailleerd<br />

rapport <strong>van</strong> DAC-activiteiten. België levert ook <strong>een</strong> belangrijke bijdrage aan<br />

het Europees Ontwikkelingsfonds.<br />

Tegen het einde <strong>van</strong> 1967 tekenen de contouren <strong>van</strong> de <strong>Belgische</strong> officiële<br />

ontwikkelingshulp zich duidelijk af. De hulp gaat vooral naar Congo, Rwanda<br />

en Burundi (meer dan 80%), maar breidt zich langzaam uit naar andere<br />

landen. In plaats <strong>van</strong> multilaterale actieplannen geeft men de voorkeur aan<br />

rechtstreekse bilaterale hulp, waarover de twee regeringen rechtstreeks<br />

onderhandelen. De indirecte financiële hulp via subsidies aan de ngo’s is<br />

verwaarloosbaar (minder dan 5%). De ontwikkelingshulp neemt twee vormen<br />

aan: personeel wordt ter beschikking gesteld <strong>van</strong> de ontwikkelingslanden en<br />

er worden beurzen toegekend. Vooral technische hulp dus, om het gebrek<br />

aan lokale leidinggevenden deels op te <strong>van</strong>gen. De ontwikkelingswerkers zijn<br />

actief in verschillende sectoren: het grootste deel <strong>van</strong> hen zijn leerkrachten,<br />

maar in mindere mate zien we ook artsen, landbouwkundigen, burgerlijk<br />

ingenieurs en technici. Programma’s en samenwerkingsprojecten blijven <strong>een</strong><br />

administratieve utopie: de <strong>Belgische</strong> ontwikkelingssamenwerking beschikt nu<br />

wel over <strong>een</strong> eigen administratie, maar blijft functioneren zoals in de koloniale<br />

tijd. De reden daarvoor is <strong>een</strong>voudig: zowel in de centrale administratie als op<br />

het terrein werken nog heel wat ambtenaren uit de koloniale periode.<br />

De politieke overheden proberen de ontwikkelingshulp dus te rationaliseren<br />

en tegelijkertijd gaan ze ook nadenken over de raadgevingen <strong>van</strong> de<br />

internationale instellingen. In het begin <strong>van</strong> 1968 wordt <strong>een</strong> politiek<br />

programma over ontwikkelingssamenwerking gepubliceerd en daarmee<br />

breekt <strong>een</strong> nieuwe fase aan: de <strong>Belgische</strong> hulp moet haar plaats vinden in de<br />

internationale ontwikkelingen.<br />

De administratieve teams in Congo (1964-1968)<br />

Jacques Brassinne de La Buissière, toenmalig kabinetschef <strong>van</strong><br />

<strong>Ontwikkelingssamenwerking</strong>, initiatiefnemer <strong>van</strong> de polyvalente teams.<br />

In 1964 viel Congo ten prooi aan onlusten en in <strong>een</strong> groot deel <strong>van</strong> het land<br />

heerste chaos. De eerste minister Moïse Tshombé had er al <strong>een</strong> paar keer bij<br />

de <strong>Belgische</strong> overheid op aangedrongen om de <strong>Belgische</strong> ambtenaren in<br />

Congo meer speelruimte te geven: hun rol moest zich niet langer beperken tot<br />

23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!