Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De volgende tabel laat de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking zien,<br />
zonder de bijdragen <strong>van</strong> andere ministeries. Hoewel het overzicht niet volledig<br />
is, geeft het <strong>een</strong> goed beeld <strong>van</strong> de manier waarop de middelen worden<br />
besteed.<br />
Tabel: Verdeling <strong>van</strong> de uitgaven over de verschillende categorieën (1966-<br />
2005)<br />
Jaren 66-70 81-85 86-90 91-95 96-00 01-05<br />
% % % % % %<br />
Administratiekosten 2,3 4,6 5,8 5,9 6,6 6,9<br />
Gouvernementele<br />
74,1 38,6 39,1 34,2 23,0 22,6<br />
samenwerking<br />
Indirecte samenwerking 3,9 27,0 25,0 27,5 31,2 30,8<br />
Multilaterale samenwerking 19,7 29,8 30,1 32,6 39,2 39,7<br />
Bronnen: jaarverslagen en statistische jaarboeken <strong>van</strong> het ABOS/DGOS; verslagen <strong>van</strong><br />
de DAC<br />
Als we de tabel bekijken kunnen we twee dingen besluiten. Ten eerste zien<br />
we <strong>een</strong> aanzienlijke daling <strong>van</strong> de gouvernementele samenwerking, wat<br />
betekent dat er minder projecten zijn waarover rechtstreeks is onderhandeld<br />
met lokale regeringen, en dat er minder <strong>Belgische</strong> deskundigen ter plaatse<br />
zijn. Hoewel er g<strong>een</strong> exacte cijfers beschikbaar zijn over de periode voor<br />
1980, schat men dat het aandeel <strong>van</strong> de gouvernementele samenwerking in<br />
de totale uitgavenpost in de jaren ’60 tussen de 70 en 80% ligt. Tussen 1996<br />
en 2002 is er <strong>een</strong> sterke daling merkbaar: in die periode werd dit type<br />
samenwerking met Congo, Rwanda en Burundi bijna volledig stopgezet.<br />
De tweede vaststelling heeft daarmee te maken: de indirecte en de<br />
multilaterale samenwerking namen gestaag toe, omgekeerd evenredig met de<br />
daling <strong>van</strong> de directe gouvernementele samenwerking. De groei <strong>van</strong> de nietgouvernementele<br />
samenwerking kunnen we toeschrijven aan de stijging <strong>van</strong><br />
het aantal ngo's. Sinds de invoering <strong>van</strong> cofinanciering krijgen die meer<br />
invloed en kunnen ze beschikken over meer subsidies. Ook de toename <strong>van</strong><br />
de humanitaire hulp draagt bij tot deze groei. Het grote aandeel <strong>van</strong> de<br />
multilaterale samenwerking is het resultaat <strong>van</strong> <strong>een</strong> bewust beleid <strong>van</strong> de<br />
op<strong>een</strong>volgende ministers sinds de jaren ’80 (zie hoofdstuk 2). Zij gaven<br />
gehoor aan de aanbevelingen <strong>van</strong> internationale instanties en bedachten dat<br />
deze vorm <strong>van</strong> samenwerking beter is voor het ontwikkelingsland, omdat men<br />
op die manier kan beschikken over veel hogere bedragen. De evolutie is<br />
duidelijk: tijdens de eerste twee decennia lag het zwaartepunt bij de<br />
gouvernementele steun omdat die doeltreffender leek, en vooral omdat het<br />
imago <strong>van</strong> België zo flink werd opgepoetst. Daarna zetten de geleidelijke<br />
mondialisering, het scherpere besef <strong>van</strong> ontwikkelingsproblemen en de grote<br />
124