Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
is, omdat het proces steeds verstoord wordt door problemen <strong>van</strong> politieke<br />
aard.<br />
In 1984 verklaarde de Raad <strong>van</strong> State de benoeming <strong>van</strong> de administrateurgeneraal<br />
uit 1977 inderdaad ongeldig. Daarop volgde <strong>een</strong> politiek imbroglio<br />
voor het benoemen <strong>van</strong> <strong>een</strong> opvolger: die werd pas aangewezen in 1991. In<br />
de tussentijd werd het ABOS geleid door vier waarnemend administrateursgeneraal.<br />
Na de hervorming <strong>van</strong> 1992 kreeg de nieuwe structuur nauwelijks de tijd om<br />
aan zijn proeftijd te beginnen. Met<strong>een</strong> kreeg het ABOS af te rekenen met<br />
nieuwe problemen, deze keer <strong>van</strong> buitenaf. In de drie Afrikaanse landen<br />
(Zaïre, Rwanda en Burundi) waar in 1989 nog steeds bijna de helft <strong>van</strong> de<br />
totale ontwikkelingshulp naartoe ging, was de situatie woelig. Tussen 1990 en<br />
1994 werden alle samenwerkingsprogramma's met die landen stopgezet.<br />
Voor de administratie betekende dit het einde <strong>van</strong> <strong>een</strong> samenwerkingsvorm<br />
de zijn wortels had in de koloniale periode. Voor de politiek betekende het dat<br />
de hele <strong>Belgische</strong> ontwikkelingshulp opnieuw moest worden bekeken. De<br />
zware crisis leidde tot <strong>een</strong> afname <strong>van</strong> het budget bestemd voor<br />
ontwikkelingshulp: dat bedroeg in 1989 nog 0,46% <strong>van</strong> het bnp, maar kwam<br />
plots niet meer boven de 0,35% uit.<br />
De moeilijkheden bleven zich maar opstapelen. In 1995 vestigde <strong>een</strong><br />
campagne in de pers de aandacht <strong>van</strong> het publiek op <strong>een</strong> tiental groots<br />
opgezette, megalomane projecten die weinig of niets bijdroegen tot de<br />
ontwikkeling <strong>van</strong> de desbetreffende landen. Er werd met <strong>een</strong> beschuldigende<br />
vinger naar de administratie gewezen, hoewel het al snel duidelijk werd dat de<br />
beslissingen over die projecten elders werden genomen. Maar ieder<strong>een</strong> wist<br />
dat het ABOS interne moeilijkheden had, en dat maakte het nog verleidelijker<br />
om de schuld daar te leggen.<br />
De Kamer was <strong>van</strong> menig dat deze onthullingen onrustwekkend waren en<br />
richtte <strong>een</strong> Kamercommissie op belast met de opvolging <strong>van</strong> het ABOS. In<br />
1997 publiceerde die commissie haar rapport, waarin vijf belangrijke<br />
problemen werden vastgesteld: de doelstellingen waren niet nauwkeurig<br />
genoeg vastgelegd en de structuur en het personeel <strong>van</strong> het ABOS waren<br />
niet opgewassen tegen de grote hoeveelheid taken. De structuren waren niet<br />
efficiënt genoeg en er was g<strong>een</strong> goede methode voor de controle en de<br />
beoordeling <strong>van</strong> de projecten. Ten slotte bestond er confusie tussen de<br />
‘ontwikkelingssamenwerking’ en ‘buitenlandse handel’. Staatssecretaris<br />
Moreels bestudeerde de vaststellingen <strong>van</strong> de commissie en stelde <strong>een</strong><br />
hervorming op grote schaal voor. Het voorstel werd door de regering<br />
goedgekeurd in juli 1997.<br />
In haar aanbevelingen had de opvolgingscommissie ook voorgesteld om <strong>een</strong><br />
organieke wet aan te nemen betreffende de <strong>Belgische</strong> internationale<br />
samenwerking, om zo de continuïteit <strong>van</strong> het beleid te garanderen. De<br />
48