10.05.2014 Views

Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking

Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking

Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Deel twee.<br />

De actoren <strong>van</strong> de ontwikkelingssamenwerking<br />

Hoofdstuk 3: De institutionele actoren<br />

Bij de ontwikkelingssamenwerking zijn talloze actoren betrokken: de ministers,<br />

de samenwerkingsadministratie, het federale parlement, ngo's <strong>van</strong><br />

uit<strong>een</strong>lopende strekkingen, universiteiten en wetenschappelijke instellingen of<br />

nieuwe partners als de vakbonden, de steden en gem<strong>een</strong>ten en natuurlijk ook<br />

de internationale partners.<br />

De ministers en de staatssecretarissen <strong>van</strong> <strong>Ontwikkelingssamenwerking</strong><br />

De minister of de staatssecretaris <strong>van</strong> <strong>Ontwikkelingssamenwerking</strong> geniet <strong>een</strong><br />

grote vrijheid: het toezicht <strong>van</strong> het parlement en de regering zijn niet erg strikt.<br />

Het politieke belang <strong>van</strong> de portefeuille is niet erg groot en de interesse <strong>van</strong><br />

de publieke opinie is vaak lauwtjes, maar uit menselijk oogpunt is de functie<br />

cruciaal. Het budget voor ontwikkelingssamenwerking is <strong>een</strong> <strong>van</strong> de grootste<br />

waar <strong>een</strong> regeringslid over kan beschikken en de minister kan die naar eigen<br />

goeddunken aanwenden, al moet daarbij natuurlijk wel rekening gehouden<br />

worden met de algemene lijnen <strong>van</strong> het <strong>Belgische</strong> buitenlands beleid. Het<br />

doel <strong>van</strong> de samenwerking is <strong>een</strong> bijdrage te leveren aan de ontwikkeling <strong>van</strong><br />

de armste landen en er bestaan vele manieren om dit te realiseren. Elke<br />

minister ontwikkelt zijn eigen visie op armoedebestrijding en sommigen<br />

werken zelfs <strong>een</strong> heuse doctrine uit, die vervolgens op grote schaal<br />

bekendheid verwerft.<br />

Aan welke minister of staatssecretaris de portefeuille <strong>Ontwikkelingssamenwerking</strong><br />

wordt toegewezen, hangt grotendeels af <strong>van</strong> het politieke<br />

overleg na de regeringsvorming, maar over het algem<strong>een</strong> is het niet de<br />

portefeuille die de partijen het liefst naar zich toe trekken. We zien dan ook<br />

vaak dat de bevoegdheid wordt toegewezen aan partijen die maar weinig<br />

politiek gewicht in de schaal leggen. Ook wordt in het regeringsprogramma<br />

vaak niet meer dan <strong>een</strong> zin, of hoogstens <strong>een</strong> paragraaf, aan<br />

ontwikkelingssamenwerking gewijd.<br />

Van 1960 tot 2007 volgden 26 ministers of staatssecretarissen <strong>van</strong><br />

<strong>Ontwikkelingssamenwerking</strong> elkaar op (zie de lijst in bijlage 1). Van 1972 tot<br />

1988 waren er maar liefst elf ministers, waar<strong>van</strong> er twee minder dan zes<br />

maanden op hun post bleven. Dit zorgde in bepaalde periodes voor <strong>een</strong> grote<br />

instabiliteit in het beleid en voor <strong>een</strong> zeker gebrek aan coherentie bij het<br />

opstellen <strong>van</strong> de programma's. Elke minister wilde graag zijn eigen stempel<br />

drukken op het beleid <strong>van</strong> zijn voorganger, waarbij hij soms dit beleid zeer<br />

grondig wilde veranderen. Nu <strong>een</strong>s werden er wijzigingen aangebracht in de<br />

43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!