Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tabel: verdeling in percentages <strong>van</strong> de bilaterale ODA per continent (1961-<br />
2005)<br />
Jaren<br />
Congo<br />
Rwanda<br />
Burundi<br />
Midden-<br />
Afrika<br />
Noord-Afrika<br />
Rest <strong>van</strong><br />
Afrika<br />
Totaal<br />
Afrika<br />
Totaal<br />
Amerika<br />
Totaal Azië<br />
61-65 76 11 11 98 1 0 99 1 0<br />
66-70 54 17 15 86 6 2 94 4 2<br />
71-75 52 14 10 76 8 7 91 4 5<br />
76-80 41 13 9 63 11 12 86 5 9<br />
81-85 31 10 8 49 5 28 82 8 10<br />
86-90 28 10 8 46 3 32 82 11 9<br />
91-95 5 11 9 25 7 34 66 18 16<br />
96-00 8 7 2 17 6 43 67 17 16<br />
01-05 13 5 3 21 4 43 68 14 17<br />
Bronnen: ABOS (DGOS), verslagen aan de DAC, jaarverslagen en statistische<br />
jaarboeken<br />
NB: gezien het belang <strong>van</strong> de ontwikkelingssamenwerking met Afrika, is het interessant om<br />
specificaties per regio te geven. De percentages <strong>van</strong> Midden-Afrika zijn het totaal <strong>van</strong> de drie<br />
landen die de grootste ont<strong>van</strong>gers waren <strong>van</strong> <strong>Belgische</strong> ontwikkelingshulp (de eerste drie<br />
kolommen).<br />
De analyse <strong>van</strong> de jaarlijkse uitgaven per ont<strong>van</strong>gend land bevestigt wat we<br />
al verwachtten: Congo, Rwanda en Burundi bezetten altijd de eerste drie<br />
plaatsen (op enkele zeer zeldzame uitzonderingen na voor Burundi), ondanks<br />
hun zwakke percentages in de jaren 1990-2000. De rest <strong>van</strong> de ranglijst is<br />
minder <strong>een</strong>duidig: <strong>een</strong> land kan plotseling op de vierde plaats terechtkomen<br />
om vervolgens weer diep te dalen in het klassement, omdat het in de loop <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> jaar <strong>een</strong> aanzienlijke staatslening heeft gekregen, vrijgesteld werd <strong>van</strong><br />
schulden (bij voorbeeld Irak die in 2008 de tweede plaats neemt), of omdat<br />
het <strong>een</strong> financiering ont<strong>van</strong>gen heeft voor <strong>een</strong> levering <strong>van</strong> zwaar materiaal.<br />
Als we de bilaterale uitgaven per land in de hele periode 1961-2005 optellen,<br />
bevestigt het resultaat de eerder vermelde vaststellingen. Daarnaast krijgen<br />
we <strong>een</strong> aantal aanvullende gegevens (zie de tabel <strong>van</strong> bijlage 3). Ook hier<br />
zien we weer het absolute overwicht <strong>van</strong> Congo dat bijna 40% <strong>van</strong> de<br />
financiële middelen naar zich toe trekt, en met Rwanda en Burundi erbij wordt<br />
dit meer dan 50%. We constateren ook <strong>een</strong> zeer grote versnippering <strong>van</strong> de<br />
hulp (<strong>een</strong> tiental landen ont<strong>van</strong>gt jaarlijks 1 tot 2% <strong>van</strong> de <strong>Belgische</strong> steun):<br />
dat bewijst dat <strong>een</strong> radicale geografische concentratie absoluut noodzakelijk<br />
was. Zoals we eerder al opmerkten, werd in 2000 <strong>een</strong> eerste stap in die<br />
127