Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
verzoek <strong>van</strong> de lokale overheden (al worden die ook vaak ingefluisterd door<br />
buitenlanders), maar het is de <strong>Belgische</strong> overheid die nagaat wat de<br />
behoeften zijn, bepaalt welke middelen er zullen worden aangewend en het<br />
project leidt. De voorgestelde oplossingen vereisen vaak specifieke kennis en<br />
vaardigheden waarover de lokale deelnemers aan het project zelden of nooit<br />
beschikken.<br />
Vanaf 1968 worden er op die manier honderden projecten opgestart. Het<br />
grootste deel daar<strong>van</strong> sluit aan bij bestaande acties, waarvoor nu extra<br />
middelen worden vrijgemaakt. Er zijn duidelijke doelstellingen aan verbonden<br />
die in <strong>een</strong> bepaalde periode moeten worden gehaald. Enkele <strong>van</strong> de nieuwe<br />
projecten uit dit decennium zullen bekendheid verwerven over de grenzen<br />
h<strong>een</strong>, omdat de werkmethodes bijzonder origineel zijn of omdat er uitstekende<br />
resultaten werden behaald. Bij wijze <strong>van</strong> voorbeeld verwijzen we naar<br />
Cajamarca in Peru (rehabilitatie <strong>van</strong> de bossen), Fretissa in Tunesië<br />
(proefboerderijen voor de tarwe- en veeteelt), het invoeren <strong>van</strong> de theeteelt in<br />
Burundi en Rwanda, het Candip in Bunia (projecten voor kinderen in Ituri,<br />
Zaïre), het Pedagogisch Bureau in Kigali (onderwijsprogramma’s en<br />
schoolboeken), Pikine in Senegal (basisgezondheidszorg) en Cenetrop in<br />
Bolivia (strijd tegen tropische ziekten). Andere projecten mislukten jammerlijk<br />
omdat de voorafgaande studies niet goed waren uitgevoerd, omdat ze te<br />
nauw aanleunden bij de <strong>Belgische</strong> economische belangen of, in sommige<br />
gevallen, omdat de politieke omstandigheden ongunstig waren: dat gebeurde<br />
bij de Kaniama-Kaseseprojecten in Zaïre (extensieve maïsteelt), in Natitingou<br />
in Benin (waar <strong>een</strong> modulair ziekenhuis werd gebouwd) en bij het<br />
Cilegonproject in Indonesië (waar werktuigmachines werden vervaardigd).<br />
Kaniama-Kasese: het grootste project voor landbouwontwikkeling in<br />
Centraal-Afrika ooit gefinancierd door België (1971-1981)<br />
Eric Tollens, professor-emeritus aan de Katholieke Universiteit Leuven<br />
Tegen het einde <strong>van</strong> de jaren ’60 hadden de mijnbouwbedrijven in Katanga en<br />
Kasaï jaarlijks <strong>een</strong> tekort <strong>van</strong> zo’n 200.000 ton maïs voor hun personeel. Het<br />
Algem<strong>een</strong> Bestuur voor <strong>Ontwikkelingssamenwerking</strong> (ABOS) komt met <strong>een</strong><br />
voorstel, dat in bepaalde kringen <strong>van</strong> de Congolese overheid wordt gesteund:<br />
naar het voorbeeld <strong>van</strong> de Verenigde Staten moet er in <strong>een</strong> recordtempo<br />
50.000 ton maïs worden geproduceerd, <strong>een</strong> project op industriële schaal.<br />
Men vindt <strong>een</strong> stuk braakland, <strong>een</strong> boerderij uit de koloniale periode, in<br />
Kaniama-Kasese, in Katanga op de grens met Kasaï. Het is <strong>een</strong> dunbevolkt<br />
gebied en daarom zal het hele productieproces worden gemechaniseerd. Het<br />
proefproject moet als voorbeeld dienen voor gelijkaardige projecten in de<br />
toekomst.<br />
In 1971 wordt met de productie gestart. Tien jaar later wordt het project<br />
29