10.05.2014 Views

Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking

Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking

Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

doorliepen en waar flinke bedragen in werden geïnvesteerd. De<br />

ontwikkelingshulp wierp vruchten af: ondanks de stijgende demografie en de<br />

intensieve bodemexploitatie hebben Rwanda en Burundi nooit voedselschaarste<br />

gekend. Sinds <strong>een</strong> paar jaar heeft België de ontwikkelingssamenwerking<br />

weer opgenomen die was stopgezet na de tragische<br />

ontwikkelingen in het midden <strong>van</strong> de jaren ’90. De aandacht gaat nu vooral<br />

naar het weer bruikbaar maken <strong>van</strong> de getroffen zones, maar ook naar<br />

onderzoekssteun, de distributie <strong>van</strong> geselecteerd zaad en naar de aanleg <strong>van</strong><br />

watertoevoersystemen en elektriciteitsnetten op het platteland.<br />

De landbouwprojecten vormen <strong>een</strong> rode draad in de samenwerkingsprogramma's<br />

met de begunstigde landen. In de vorige paragraaf hebben we<br />

de projecten in drie landen besproken, en daaruit kunnen we drie algemene<br />

kenmerken afleiden: de actiepunten <strong>van</strong> elk project zijn verschillend,<br />

naargelang de specifieke problemen <strong>van</strong> elk land. Er is sprake <strong>van</strong><br />

wetenschappelijke samenwerking met de <strong>Belgische</strong> universiteiten en de<br />

laatste jaren zien we dat de overheid steeds vaker gebruik maakt <strong>van</strong><br />

cofinancieringen met internationale organisaties voor het realiseren <strong>van</strong><br />

belangrijke projecten.<br />

Vanaf het midden <strong>van</strong> de jaren ’60 startte België <strong>een</strong> belangrijk programma<br />

op ten voordele <strong>van</strong> Tunesië en Marokko. Dat programma bestond enerzijds<br />

uit steun aan de universitaire landbouwopleidingen, anderzijds uit het<br />

opstarten <strong>van</strong> <strong>een</strong> langetermijnproject in Marokko. Dat project was gericht op<br />

de ontwikkeling <strong>van</strong> de landbouw in <strong>een</strong> bergachtige streek waar het<br />

verbouwen <strong>van</strong> gewassen moeilijk was: de oostelijke Rif (in de Taza-regio). In<br />

Tunesië streefde het programma drie doelen na: de tuinbouw verbeteren (met<br />

projecten in Medjerda en Nebhana), de veestapel verbeteren door nieuwe<br />

veeteelttechnieken en de opbrengst <strong>van</strong> de graanoogsten verhogen, in het<br />

bijzonder in het noorden <strong>van</strong> het land waar tarwe wordt verbouwd. Die twee<br />

laatste projecten werden toevertrouwd aan de proefboerderij <strong>van</strong> Fretissa. Het<br />

project duurde vijftien jaar (1968-1983) en er werden goede resultaten<br />

behaald die vervolgens verspreid werden in de hele regio door <strong>een</strong> team <strong>van</strong><br />

<strong>Belgische</strong> agronomen. Vandaag is het Fretissa-model in heel de Maghreb<br />

bekend. Vanaf 1990 evolueerde de landbouwsteun in Tunesië naar<br />

technische bijstand aan de grote landbouwbedrijven, terwijl in Marokko de<br />

aandacht vooral gaat naar waterbeheer en naar de geïrrigeerde gebieden in<br />

de halfwoestijnzone <strong>van</strong> Ouarzazate.<br />

95

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!