Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 2: De <strong>Belgische</strong> ontwikkelingssamenwerking in het<br />
kielzog <strong>van</strong> de internationale samenwerking (1968-2008)<br />
De internationale gem<strong>een</strong>schap en haar strijd tegen de onderontwikkeling<br />
België kan zich maar met moeite bevrijden uit de wirwar <strong>van</strong> problemen die de<br />
dekolonisatie <strong>van</strong> Congo met zich meebrengt en het vastleggen <strong>van</strong> de<br />
krachtlijnen voor ontwikkelingssamenwerking verloopt erg moeizaam. De<br />
ontwikkelingshulp <strong>van</strong>uit de internationale gem<strong>een</strong>schap komt daarentegen<br />
<strong>van</strong>af 1960 in <strong>een</strong> stroomversnelling terecht. Een overzicht <strong>van</strong> de<br />
voornaamste initiatieven die genomen worden tussen 1960 en 1969: in 1961<br />
roept de Algemene Vergadering <strong>van</strong> de Verenigde Naties de jaren ’60 uit tot<br />
‘Eerste VN-decennium <strong>van</strong> Ontwikkeling’. Daarbij stellen de ontwikkelde<br />
landen <strong>een</strong> duidelijk doel: 1% <strong>van</strong> hun rijkdom vrijmaken voor ontwikkelingshulp<br />
(zowel in de publieke- als de privésector). In 1960 richt de OESO het<br />
Comité voor Ontwikkelinghulp (DAC) op. Hoewel de DAC oorspronkelijk<br />
bedoeld was als <strong>een</strong> forum voor het uitwisselen <strong>van</strong> informatie, wordt het<br />
comité al snel het belangrijkste referentiepunt op het vlak <strong>van</strong> concepten en<br />
methodologie <strong>van</strong> de ontwikkelingshulp. In 1962 voert de DAC <strong>een</strong> jaarlijkse<br />
controle <strong>van</strong> de hulpfondsen in, die <strong>een</strong> bron <strong>van</strong> wedijver vormt tussen de<br />
donorlanden, en <strong>van</strong>af 1965 worden er studies uitgevoerd uit naar de<br />
doeltreffendheid <strong>van</strong> de ontwikkelingshulp. De DAC legt ook <strong>een</strong> definitie <strong>van</strong><br />
‘officiële ontwikkelingshulp’ vast: daaronder vallen schenkingen en leningen<br />
(als ten minste 25% daar<strong>van</strong> niet hoeft te worden terugbetaald) <strong>van</strong> de<br />
publieke sector aan de ontwikkelingslanden, die tot hoofddoel hebben de<br />
economische ontwikkeling en de welvaart te stimuleren. Schenkingen en<br />
kredieten voor militaire doeleinden zijn dus uitgesloten.<br />
De Europese Economische Gem<strong>een</strong>schap ondertekent in 1963 de eerste<br />
Yaoundé-over<strong>een</strong>komst (1963-1969), <strong>een</strong> associatieover<strong>een</strong>komst tussen de<br />
zes leden <strong>van</strong> de EEG en de 18 Geassocieerde Afrikaanse staten en<br />
Madagaskar (GASM). Ze doet hiervoor <strong>een</strong> beroep op haar eerdere<br />
ervaringen met de steunprogramma's <strong>van</strong> het Europees Ontwikkelingsfonds<br />
voor de onafhankelijk geworden Franse en <strong>Belgische</strong> kolonies. De<br />
over<strong>een</strong>komst worden in 1969 vernieuwd voor de periode 1969-1975<br />
(Yaoundé II).<br />
Ook de Verenigde Naties doen <strong>een</strong> duit in het zakje: in 1964, na de eerste<br />
vergadering <strong>van</strong> de UNCTAD, gaat hun aandacht vooral uit naar de<br />
internationale handel. Er worden opnieuw internationale instellingen<br />
opgericht: de Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA) in 1960, het<br />
Ontwikkelingsprogramma <strong>van</strong> de Verenigde Naties (UNDP) in 1965, de<br />
Organisatie <strong>van</strong> de Verenigde Naties voor industriële ontwikkeling (UNIDO) en<br />
25