Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Laaggeletterden</strong> <strong>leren</strong> <strong>lezen</strong><br />
Marieke Hanekamp<br />
regering is zich bewust van het probleem en heeft de regelgeving daarom aangepast. In 1987 werd<br />
de Rijksregeling Basiseducatie ingevoerd die zich richt op de regelgeving voor het onderwijs aan<br />
laaggeschoolde volwassenen. In 1996 werd vervolgens de basiseducatie ondergebracht in een nieuwe<br />
wetgeving: de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Wat betreft de uitvoering hiervan werden<br />
ROC’s ingeschakeld. Op dit moment worden cursussen <strong>lezen</strong> en schrijven voor volwassenen in het<br />
onderwijs van Nederlands als eerste taal (NT1) over het algemeen gegeven op de afdeling Educatie<br />
van ROC’s. Hoewel het aantal laaggeletterden in Nederland behoorlijk groot is (zie paragraaf 1.2),<br />
nemen slechts 5.000 van hen aan de cursussen, een zeer klein gedeelte dus. Bovendien is de uitval<br />
erg hoog, vooral in de eerste maanden. Docenten geven aan dat zo’n 60% van de cursisten de<br />
einddoelen van de cursus niet haalt. Vaak blijven mensen steken op of onder het eerste<br />
maatschappelijk ijkpunt en is er nauwelijks sprake van doorstroom naar beroepsonderwijs (Bohnenn<br />
et al., 2004).<br />
1.9 Verschillende methoden<br />
Om de problemen die optreden door laaggeletterdheid tegen te gaan is de kwaliteit van het onderwijs<br />
van belang. Op dit moment is er niet veel keus in methoden voor het laaggeletterdenonderwijs. Er<br />
bestaan slechts enkele methoden waar de docenten gebruik van kunnen maken tijdens hun lessen.<br />
Veel docenten gebruiken dan ook vaak hun eigen fantasie bij het voorbereiden van een les.<br />
Een populaire leergang waar regelmatig gebruik van werd gemaakt door docenten is Sprint<br />
(Steehouder & Schulte, 1995). Deze methode is speciaal voor deze groep ontwikkeld. Sprint is een<br />
hulpmiddel dat differentiatie tussen cursisten binnen het lees- en schrijfonderwijs mogelijk maakt.<br />
Deze methode bevat teksten, opdrachten en oefeningen waarmee beginnende cursisten individueel en<br />
in groepsverband de lees- en schrijfvaardigheid kunnen oefenen. Binnen de methode bestaan<br />
verschillende niveaus, zodat de cursist de juiste moeilijkheidsgraad kan kiezen. De cursisten <strong>leren</strong> aan<br />
de hand van Sprint omgaan met teksten en schrijfopdrachten die zij in het dagelijks leven tegen<br />
komen.<br />
Wat betreft het <strong>leren</strong> <strong>lezen</strong> wordt er bij deze methode uitgegaan van een opbouw van grotere<br />
gehelen naar kleine delen: eerst komen hele teksten en zinnen aan bod, dan de woorden en letters.<br />
De opdrachten zijn gericht op het verbeteren van de strategie van het voorspellend <strong>lezen</strong>: eerst<br />
voorkennis verwerven en op basis daarvan voorspellen wat er in de tekst staat. Bij het <strong>leren</strong> schrijven<br />
kan een tweedeling gemaakt worden: de compositie (ideeënvorming over de inhoud) en transcriptie<br />
(vormgeving van de inhoud). Uitgangspunt bij het <strong>leren</strong> schrijven is de inhoud van wat er geschreven<br />
wordt: wat moet er geschreven worden, met welk doel en voor wie Dat is de compositie. Daarna<br />
komt de transcriptie in beeld, hierbij is de techniek vooral van belang. De motoriek wordt hierbij<br />
geleerd, alsook het koppelen van tekens aan de klanken, de spelling, zinsbouw en vormgeving<br />
(Steehouder & Schulte, 1995).<br />
Verder maken docenten vaak gebruik van materiaal uit het basisonderwijs of zoeken zij zelf<br />
naar materiaal waarvan zij denken dat het geschikt is. Aangezien iedere cursist tegen andere<br />
17