Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Laaggeletterden</strong> <strong>leren</strong> <strong>lezen</strong><br />
Marieke Hanekamp<br />
totdat het goed gaat. Gerard zegt hier het volgende over: ‘Ik ben heel krenterig, laat geen foutje<br />
voorbij gaan. Ik tolereer geen enkele fout, maar dat weet ie. Dus ik laat niets voorbij gaan, zodat hij<br />
ook precies weet: wat ik doe dat doe ik goed’ (I2-GvdB). De manier waarop een docent zijn rol in de<br />
klas beschrijft wordt door Elbaz (1981) ´persoonlijke filosofie´ genoemd. Gerard vertelt me tijdens het<br />
tweede interview dat hij zichzelf ziet als een ´echte docent, die zijn cursisten corrigeert en bijstuurt´.<br />
Ik vraag Gerard of zijn strikte aanpak de cursisten niet afschrikt en hij legt me uit dat hij in het begin<br />
niet zo streng is. Hij gaat na hoe zijn cursisten eerder begeleid zijn en hoe ze het vroeger hebben<br />
gehad op school. Daarna maakt hij afspraken met de desbetreffende cursist . Een beeld (Elbaz, 1981)<br />
waar Gerard veel waarde aan hecht omschrijft hij zelf als volgt: ‘maar je wordt op een gegeven<br />
moment, ja, dan moet je gewoon weten: ja, ik doe het goed of ik doe het niet goed en anders laat mij<br />
het overdoen’ (I2-GvdB). Gerard geeft aan dat hij technisch <strong>lezen</strong> voor de dyslectische cursisten in de<br />
eerste instantie belangrijker vindt. ‘Cor is slim, en begrijpt alles wat hij leest. Het probleem zit voor<br />
hem in het technisch <strong>lezen</strong>’ (I2-GvdB). Uit bovenstaande uitspraak blijkt dat Gerard doorheeft waar bij<br />
Cor de moeilijkheden liggen. Shulman (1986) spreekt over didactische vakkennis wanneer een docent<br />
inzicht heeft in wat het <strong>leren</strong> van bepaalde vakinhouden gemakkelijk of moeilijk maakt. Gerard<br />
nuanceert: ‘De ene keer ben je wat meer met de vorm bezig dan de andere keer. Het begint natuurlijk<br />
bij een goede zin maken, maar uiteindelijk moet je die ander zonder dat je er bent iets duidelijk<br />
maken, dus de inhoud is ook belangrijk’ (I2-GvdB).<br />
Na ruim een half uur geeft Gerard Cor een nieuw boekje uit de Leeslicht serie zodat hij thuis<br />
kan oefenen met <strong>lezen</strong>. We lopen terug naar de groep waar iedereen geconcentreerd aan het werk is.<br />
Om 21.15 uur geeft Gerard geeft aan dat het tijd is om te stoppen en iedereen pakt zijn spullen in. De<br />
cursisten verlaten het lokaal en ik loop terug naar het station.<br />
5.3.4 Conclusie<br />
Gerard is tijdens zijn lessen bewust bezig met het aanbrengen van structuur, volgens hem is deze<br />
structuur nodig voor de cursisten om inzicht te krijgen in de taal. In de jaren dat Gerard lesgeeft heeft<br />
hij vaak gemerkt dat cursisten geen overzicht hebben wat betreft grammaticaregels en spelling: dit<br />
overzicht tracht Gerard hen te geven door veelvuldig gebruik te maken van ‘kapstokken’ om structuur<br />
in de taal aan te brengen. Zo biedt hij zijn cursisten ‘de vier hoofdregels’ aan. Deze hoofdregels <strong>leren</strong><br />
de cursisten uit hun hoofd en door deze regels toe te passen kunnen zij een hoop fouten voorkomen.<br />
Uit de praktijk blijkt volgens Gerard dat de cursisten veel baat bij deze regels hebben, hij maakt<br />
daarom gebruik van deze praktische kennis bij het invullen van zijn lessen.<br />
Zoals gebruikelijk in deze aanpak, die door Hulstijn (1995) als ‘traditioneel’ wordt bestempeld,<br />
schenkt Gerard vrij veel aandacht aan grammatica en woordenschat. Tijdens de lessen maakt hij zeer<br />
sporadisch gebruik van computers.<br />
Shulman (1986) deelde de leerkrachtenkennis op in vakinhoudelijke, didactische en<br />
curriculumkennis. In de lessen die ik observeerde kwam ik een voorbeeld tegen van Gerards<br />
vakinhoudelijke kennis en merkte ik twee voorbeelden van zijn didactische kennis op. Gerards<br />
vakinhoudelijke kennis bleek uit de onderwijssituatie waarin hij de oorsprong en betekenis van het<br />
76