Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Laaggeletterden</strong> <strong>leren</strong> <strong>lezen</strong><br />
Marieke Hanekamp<br />
woordje ‘des’ uitlegde. Zijn didactische kennis bleek uit zijn opmerking betreffende ‘de vier<br />
hoofdregels’: ‘met hoofdregel 2 en 3 hebben de cursisten de meeste moeite’ (I2-GvdB). Hiermee laat<br />
Gerard zien dat hij inzicht heeft in de aspecten waarmee zijn cursisten moeite hebben. Daarnaast<br />
blijkt zijn didactische kennis uit het feit dat hij op de hoogte is van de taalstoornis dyslexie en weet<br />
welke talige aspecten voor moeilijkheden zorgen bij deze cursisten.<br />
Ook zijn er voorbeelden te vinden van, wat Elbaz (1981) noemt, ‘praktijkprincipes’ en<br />
‘beelden’. Een praktijkprincipe waar Gerard veel waarde aan hecht, betreft het, door herhaling van de<br />
hoofdregels, aanbrengen van structuur; dit is het doel van zijn lessen. Een beeld van Gerard is dat je<br />
alleen goed kunt onderwijzen als je de cursisten corrigeert wanneer zij fouten maken. Hierbij schrikt<br />
hij er niet voor terug om termen als ‘uitgang’, ‘lange klank’, ‘korte klank’ en ‘persoonsvorm’ te<br />
gebruiken, om verder te komen in taal is het is volgens hem een vereiste om deze termen te kennen.<br />
Want daarvoor zitten de cursisten hier, ‘het mag dan wel erg gezellig zijn, de bedoeling is altijd wel<br />
om iets vooruit te komen’ (I2-GvdB). Gerards persoonlijke filosofie is die van ‘een echte docent’, die<br />
zijn cursisten corrigeert en bijstuurt. Hij plaatst zich hiermee echter op een ander niveau dan zijn<br />
cursisten; hij is, wat kennis betreft, hun meerdere.<br />
Chapman en Czerniewska (1978) beschreven verschillende wijzen waarop een docent<br />
tegenover de vaardigheid ‘<strong>lezen</strong>’ aan kan kijken. Gerard valt onder de categorie docenten die <strong>lezen</strong><br />
zien als trainingswerk: door veel te oefenen kunnen cursisten vooruitgang boeken. Hierbij schenkt<br />
Gerard meer aandacht, vooral bij de dyslectische cursisten, aan technisch dan aan begrijpend <strong>lezen</strong>.<br />
Voor zover uit de drie observaties naar voren kwam komt het operationele curriculum<br />
(Goodlad, 1979) overeen met het geïnterpreteerde curriculum aangezien Gerards visie op het<br />
laaggeletterdenonderwijs vrijwel geheel overeen komt met de manier waarop hij les geeft.<br />
77