Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Laaggeletterden</strong> <strong>leren</strong> <strong>lezen</strong><br />
Marieke Hanekamp<br />
Kees, race.<br />
C: Mijn jongste zus zei altijd toen ik jong was: ‘Kees doet mee met de race’.<br />
D: Nou dat is helemaal goed, dat rijmt helemaal. Rijmen is grappig hè. Rijmen kun je goed<br />
onthouden. Ik heb vroeger op de kleuterschool gewerkt, heel lang geleden, en dan hadden we ook<br />
allemaal gedichtjes. Dan zeiden we bijvoorbeeld: er zit een duif op zijn gemak, bovenop het dak. Hij<br />
vliegt naar hier, hij vliegt naar daar, kijk, nou zit hij in mijn haar! Dat rijmt ook helemaal hè En dat<br />
vinden kinderen heel leuk, dan kunnen ze het heel goed onthouden, hoe de taal is, hoe de taal klinkt.<br />
Dus daarom rijmen ook heel veel liedjes hè. Want iets dat rijmt kun je beter onthouden. ‘Altijd is<br />
Kortjakje ziek, midden in de week maar zondag niet. Zondag gaat ze naar de kerk, met een boek vol<br />
zilverwerk’. Dat rijmt allemaal hè. Nou, jullie hebben al aardig in de gaten wat dat is hè, rijmen.<br />
Karin legt me uit dat ze bewust een oefening over rijmen had uitgezocht: ‘Rijmen is altijd heel moeilijk<br />
voor ze om te begrijpen, maar het komt wel eens voor bij opdrachten op de computer, bijvoorbeeld<br />
bij Alfabeter. En dan lopen ze toch vaak weer vast, dus ik wilde het weer even herhalen’ (I2-KdV).<br />
Ze vertelt in bovenstaand fragment dat er vroeger vaak gerijmd werd op haar naam, en dat<br />
ze dat helemaal niet leuk vond. Door dit aan de cursisten te vertellen stelt ze zich kwetsbaar op.<br />
Daarnaast vertelt ze dat ze vroeger op een kleuterschool heeft gewerkt en gebruikt ze een rijmpje uit<br />
die periode om de cursisten nog een voorbeeld over rijmen te geven. Door zich kwetsbaar op te<br />
stellen probeert ze niet autoritair over te komen en door te vertellen over haar eerdere<br />
werkervaringen stelt ze zich open op. Op deze wijze creëert ze een prettige leeromgeving, die volgens<br />
Karin voor deze doelgroep onmisbaar is voor goed onderwijs. Elbaz (1981) noemt een leidraad voor<br />
professioneel handelen ook wel een ‘beeld’.<br />
Daarnaast legt Karin uit dat vooral de allochtone cursisten in haar groep moeite hebben met<br />
rijmen: ‘Het ‘horen’ is vaak heel moeilijk voor ze, bijvoorbeeld een lange klank. Ze hebben die basis<br />
niet omdat ze vroeger alleen geluisterd hebben naar hun moedertaal’ (I2-KdV). Daarom is Karin met<br />
de allochtone cursisten veel met woordenschat bezig. Haar NT1-cursisten geven echter aan dat ze<br />
foutloos willen <strong>leren</strong> schrijven. Deze cursisten worden door Karin dan ook van extra schrijfoefeningen<br />
voorzien. Shulman (1986) categoriseert leerkrachtenkennis in vakinhoudelijke, didactische en<br />
curriculumkennis. Het feit dat Karin zich bewust is van de verschillende vraag van allochtone cursisten<br />
en autochtone cursisten en de manier waarop zij hierop inspringt, getuigt van haar didactische kennis.<br />
Na Karins uitleg wordt klassikaal de oefening over rijmen gemaakt. Voor Yassine en Aya is de<br />
oefening aan de moeilijke kant; Annie daarentegen weet lange en moeilijke rijmwoorden te verzinnen.<br />
Karin controleert vaak of Aya, een Marokkaanse cursiste, de betekenis van de woorden (bv ‘vampier’,<br />
‘degen’ en ‘macht’) kent. Af en toe worden er ‘vieze’ rijmwoorden bedacht (bv. ‘snot’ bij ‘lot’) waar de<br />
cursisten erg om moeten lachen. Aan het einde van de oefening worden klassikaal de resultaten<br />
besproken en moet iedere cursist zeggen hoeveel fouten hij of zij had. Daarna vraagt Karin wat er nu<br />
precies geoefend is in deze opdracht. De cursisten ontdekken dat ze hebben gerijmd, ge<strong>lezen</strong>,<br />
geschreven en hun geheugen hebben getest. Ze zijn verbaasd dat er zoveel geoefend wordt in een<br />
62