Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Laaggeletterden</strong> <strong>leren</strong> <strong>lezen</strong><br />
Marieke Hanekamp<br />
Wanneer cursisten moeilijkheden hebben met de spelling van (werk)woorden verwijst Gerard naar<br />
deze hoofdregels, die hij jaren geleden gekopieerd heeft maar waarvan de oorsprong onbekend is.<br />
‘Voor mij is dit een heel fijne houvast, omdat ik hier ook achtersta. Als je het in de goede soort in<br />
weet te delen dan zit je goed. En hoofdregel vier vind ik altijd de makkelijkste: dat is de rest, zeg ik<br />
altijd. Het zit hem voornamelijk in regel twee en drie, waar ze problemen mee hebben’ (I2-GvdB). Uit<br />
deze opmerking blijkt dat Gerard inzicht heeft in wat het <strong>leren</strong> van bepaalde vakinhouden gemakkelijk<br />
of moeilijk maakt. Shulman (1986) gebruikt voor kennis als deze de term ‘didactische vakkennis’.<br />
Naast deze hoofdregels deelt Gerard, wederom om structuur aan te brengen, woorden in in<br />
verschillende categorieën. Zo is ‘vrolijk’ zijn voorbeeld ‘–lijk woordje’ en ‘aardig’ een prototype ‘–ig<br />
woordje’. Hij hoopt dat zijn cursisten op deze manier overzicht krijgen in de taal en spelling. ‘Het is de<br />
kunst om erachter te komen met welke opzet, met welk foefje je de meeste fouten weg krijgt. De<br />
fijnste fouten zijn de structurele fouten en niet de chaosfouten. Die krijg je weg met een foefje’ (I2-<br />
GvdB). Hij voegt eraan toe dat je het aantal kapstokken wel beperkt moet houden, de cursisten<br />
kunnen niet al te veel categorieën aan omdat ze dan het overzicht verliezen.<br />
Lezen ziet Gerard als ‘trainingswerk’: ‘hoe meer je traint hoe sneller het gaat’ (I2-GvdB). Door<br />
aandacht te besteden aan de opbouw van een artikel, aan de titels, de inleidingen en de alinea’s leert<br />
hij zijn cursisten om de essentie uit een artikel te halen. Met de dyslectische cursisten besteedt hij<br />
vooral aandacht het aan technisch <strong>lezen</strong>.<br />
Ik vraag Gerard tijdens het tweede interview naar wat hij het mooiste aan zijn beroep vindt.<br />
Daar hoeft hij niet lang over na te denken: ‘om iemand die stuk zit, toch weer op te zien bloeien’ (I2-<br />
GvdB). Om mensen de moed te geven om verder te gaan en om ze uit te dagen om door te <strong>leren</strong>,<br />
daar haalt Gerard veel voldoening uit. Hij vindt het dan ook erg moeilijk wanneer dit niet lukt. Soms<br />
blijkt dat iemands intelligentie te laag is en het geheugen niet goed werkt, dan leveren zijn<br />
inspanningen niets op. Hoewel de lessen gezellig zijn, is het doel wel dat de cursisten vooruitgang<br />
boeken. Wanneer dit niet lukt moet de cursist met de cursus stoppen, ‘je kunt ook niet eindeloos met<br />
iemand doorgaan’ (I2-GvdB). Gelukkig heeft hij dit nog maar een of twee keer meegemaakt.<br />
Gerard legt me uit dat hij het best moeilijk vindt om met de heterogeniteit van de groep om te<br />
gaan. Op dit moment zitten er elf cursisten in de groep, waarvan sommigen individuele begeleiding<br />
nodig hebben. Hij is daarom erg blij met zijn vrijwilliger, David, die elke les met twee dyslectische<br />
cursisten apart aan de slag gaat. Deze cursisten komen namelijk om hun leesvaardigheid te<br />
verbeteren en daarvoor dient intensief geoefend te worden. Het is hierbij erg belangrijk dat degene<br />
die ze helpt verstand van zaken heeft. Gerard komt nog regelmatig mensen in zijn beroepsveld tegen<br />
die weinig lijken te weten over de werking van de hersenen, taalverwerving en bijvoorbeeld dyslexie.<br />
Wanneer ik vraag of hij een idee heeft hoe dit probleem is ontstaan vertelt hij me dat hij verwacht dat<br />
de gevarieerde achtergrond van de docenten in het laaggeletterdenonderwijs hierop van invloed is.<br />
Ik rond het tweede interview af met de vraag of Gerard de komende tien jaar veranderingen<br />
in het laaggeletterdenonderwijs verwacht. Na even nadenken antwoordt hij dat hij denkt dat er over<br />
tien jaar veel meer gebruik zal worden gemaakt van computers in dit type onderwijs. In zijn eigen<br />
lessen maakt Gerard amper gebruik van de computer, maar dit komt volgens hem ook doordat veel<br />
69