Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
Laaggeletterden leren lezen - website Basisvaardigheden
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Laaggeletterden</strong> <strong>leren</strong> <strong>lezen</strong><br />
Marieke Hanekamp<br />
het laatste interview dat Yassine een gokverleden heeft, en dat ze daarom duidelijk liet merken dat ze<br />
het niet slim van Yassine vindt dat hij voor zoveel geld rummikub heeft gespeeld. ‘Zooo dat is wel<br />
een beetje heel veel geld hè! Daar moet je wel mee oppassen hoor, met dat gokken. Want dat had jij<br />
ook kunnen moeten betalen. En je kunt je geld wel beter gebruiken toch En je hebt nu twee kindjes<br />
hè! Dan moet je oppassen met gokken. Verantwoordelijkheid nemen!’ Ze laat Yassine merken dat het<br />
ook voor zijn vrouw niet leuk is als hij de hele avond in de kroeg hangt: ‘En wat zei je vrouw Waar<br />
bleef je zo lang, zit ik hier alleen met de kinderen Oh, je kreeg een flinke draai om de oren’ waarna<br />
het gesprekje wordt beëindigd met een ‘Nou, volgende keer maar niet meer doen dan’ van Karin.<br />
Bovenstaand fragment is gekozen omdat het inzicht geeft in de verschillende rollen die<br />
Karin in de klas vervult. Allereerst is ze docent, maar in de conversatie met Yassine neemt Karin<br />
duidelijk een opvoedende rol, ze laat hem merken dat ze zijn gedrag niet toejuicht en adviseert hem<br />
om ‘het de volgende keer maar niet meer te doen dan’. Bij het sturen van gedrag in een<br />
praktijksituatie spreekt Elbaz (1982) van een praktijkregel. Karin zegt hierover: ‘Je bent toch af en toe<br />
een beetje aan het opvoeden, hoewel het volwassenen zijn’ (I2-KdV). Clandinin (1988) noemt de<br />
manier waarop iemand zichzelf ziet ook wel de ‘persoonlijke filosofie’. Karin vertelt me dat ze zichzelf<br />
ziet als docent maar ook als begeleider en maatschappelijk werkster. Ze geeft in het laatste interview<br />
aan dat deze rollen voor haar door elkaar heen lopen, maar dat ze oppast niet te ver door te schieten<br />
naar de rol van maatschappelijk werkster: ‘als je echt problemen signaleert moet je ze doorsturen’<br />
(I2-KdV). Karin gaf in de eerste instantie aan dat ze automatisch op deze wijze op het verhaal en het<br />
gedrag van Yassine reageerde maar kon na even doorvragen aangeven waarom zij zo reageerde. Dolk<br />
(1997) spreekt van ‘halfbewuste kennis’ wanneer docenten automatisch handelen maar achteraf aan<br />
kunnen geven waarom hij of zij op een bepaalde manier handelde.<br />
Nadat iedereen wat verteld heeft over zijn of haar bezigheden deelt Karin een oefening over<br />
rijmen uit. Omdat veel cursisten aangeven niet meer te weten wat het concept ‘rijmen’ betekent legt<br />
Karin uit wat rijmen precies is. Als de cursisten het door lijken te krijgen vraagt ze hen of ze nu zelf<br />
rijmwoorden kunnen bedenken, bijvoorbeeld op hun naam.<br />
Key incident 2: Rijmen<br />
D: Kunnen jullie iets bedenken dat op ‘Aya’ eindigt Dat is lastig hè Mijn naam is makkelijker, er<br />
werden vroeger heel veel grapjes over mijn naam gemaakt.<br />
C1: Echt<br />
C2: Karin, spin!<br />
D: Want ze zeiden: Op de jas van Karin zit een spin, Karin is een zeemeermin of Karin maakt het<br />
begin. Ja, dat zeiden ze allemaal. Dat rijmt allemaal. Dat vond ik vroeger helemaal niet leuk hoor!<br />
Dat waren van die jongens in de klas, hè. Kees is ook niet zo moeilijk om op te rijmen<br />
C: Kees, race<br />
D: Race. Kijk, dat is grappig, want race schrijf ik met een ‘a’ maar toch rijmt het, want het klinkt<br />
hetzelfde hè. Want het heeft niet zozeer met hoe je het schrijft te maken, maar met hoe je het hoort.<br />
61