10.07.2015 Views

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

114 h o e o n g e l i j k i s n e d e r l a n d ?er achterliggende culturele en h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>che factoren zijn die verklaren waarom eenland een bepaalde mate van inkomens<strong>ongelijk</strong>heid heeft én een bepaalde mate vancohesie. In een recente overzichtsstudie wordt evenwel gevonden dat de samenhangmet politieke uitkomsten doorgaans helderder <strong>is</strong> dan die met sociale uitkomstenzoals criminaliteit en gezondheid (Salverda et al. 2014).Een tweede tw<strong>is</strong>tpunt over de hypothese van Wilkinson betreft het mechan<strong>is</strong>medat verklaart waarom inkomens<strong>ongelijk</strong>heid en sociale cohesie negatief met elkaarsamenhangen. Volgens Wilkinson wordt de samenhang tussen inkomens<strong>ongelijk</strong>heiden sociale uitkomsten veroorzaakt door psychosociale processen, dieworden aangewakkerd als de inkomens<strong>ongelijk</strong>heid stijgt. Met meer <strong>ongelijk</strong>heidnemen de statusverschillen tussen groepen toe, en statusverschillen leiden totstress en een gebrek aan vertrouwen in elkaar. Tegen deze psychosociale theoriewordt ingebracht dat de inkomens<strong>ongelijk</strong>heid vooral invloed uitoefent vanwegehet mechan<strong>is</strong>me dat het ‘marginale nut’ van een euro groter <strong>is</strong> voor mensen aan deonderkant dan voor mensen aan de bovenkant; denk aan de gezondheid die zij vandeze euro kunnen kopen (zie Babones 2008). Als inkomens worden herverdeeld,betekent dit dat de gezondheid in de samenleving gemiddeld genomen verbetert.Dit <strong>is</strong> een ‘hulpbronnenverklaring’ die op zichzelf niets met psychosociale factorenvan doen heeft. Kort gezegd zouden we kunnen stellen dat het psychosocialemodel de verklaring zoekt in intermenselijke vergelijking die meer aan de oppervlaktekomt in <strong>ongelijk</strong>e landen, terwijl volgens de hulpbronnenverklaring <strong>ongelijk</strong>heidook effecten zou hebben als mensen bij wijze van spreken <strong>volledig</strong> vanelkaar afgezonderd zouden zijn.Een derde tw<strong>is</strong>tpunt betreft de bovenmatige aandacht die Wilkinson en Picketthebben voor de inkomensverdelingen, terwijl andere relevante stratificatiekenmerken,zoals opleiding en sociale status afgemeten aan de sociale afstand tussenberoepsgroepen, nauwelijks aandacht krijgen (Goldthorpe 2010). Ook wordt nauwelijksgekeken naar de consequenties van vermogens<strong>ongelijk</strong>heid, terwijl daarju<strong>is</strong>t sterke effecten van te verwachten zijn; bijvoorbeeld op het verkrijgen van eenuniversitaire opleiding, het kopen van een villa of het beïnvloeden van de politiekvia denktanks (Bartels 2008, zie ook Van Bavel, hoofdstuk 4).In deze bijdrage ga ik nader in op de samenhang tussen inkomens<strong>ongelijk</strong>heid ensociale en politieke uitkomsten in Europa, waarbij specifiek deze tw<strong>is</strong>tpunten aande orde komen. Aan de hand van verschillende databronnen wordt onderzocht ofer een (robuuste) samenhang <strong>is</strong> tussen inkomens<strong>ongelijk</strong>heid en een aantal socialeen politieke factoren, waarbij ik rekening houd met allerlei (ongemeten) cultureleen h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>che kenmerken van landen. Vervolgens ga ik specifieker in op drie subjectievekenmerken die volgens de psychosociale theorie aan <strong>ongelijk</strong>heid gerelateerdzouden moeten zijn: statuszucht, de mate van sociaal vertrouwen en persoonlijksubjectief welbevinden. Als de psychosociale theorie hout snijdt, zou

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!