10.07.2015 Views

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

28 h o e o n g e l i j k i s n e d e r l a n d ?grond van onder andere het werk van Kuznetz werd verwacht. Daarbij gaat het metname over de vraag of (een toename van) inkomens<strong>ongelijk</strong>heid negatieve gevolgenheeft voor econom<strong>is</strong>che groei. Went schetst de stand van zaken in dit debat.Hij wijst er op dat tot voor kort veelal werd gedacht dat een uitruil plaatsvindt tusseneconom<strong>is</strong>che groei en <strong>ongelijk</strong>heid, en dat de <strong>ongelijk</strong>heid in eerste instantietoeneemt wanneer een land zich ontwikkelt, om vanaf een bepaald niveau vanontwikkeling weer te dalen. Econom<strong>is</strong>che <strong>ongelijk</strong>heid werd, kortom, gezien alseen ‘tijdelijke fase’ (die overigens een paar decennia zou kunnen duren). Dezebenadering heeft inmiddels veel van haar geloofwaardigheid verloren.Er zijn steeds meer aanwijzingen dat een toename van inkomens<strong>ongelijk</strong>heid deeconom<strong>is</strong>che groei negatief kan beïnvloeden, al <strong>is</strong> onder economen nog geensprake van een nieuwe consensus over de relaties tussen <strong>ongelijk</strong>heid en groei.Went bespreekt in hoofdstuk 7 hoe <strong>ongelijk</strong>heid groei zou kunnen remmen, enidentificeert vier mechan<strong>is</strong>men die daarbij een rol kunnen spelen. Een eerstemechan<strong>is</strong>me <strong>is</strong> dat mensen met hogere inkomens een geringer deel van hun inkomenaan consumptie besteden, waardoor de effectieve vraag – behalve naar luxegoederen – kan stagneren als de hogere inkomens meer stijgen dan de lagere. Enomdat veel topinkomens – denk aan de omvangrijke financiële sector – sterk kunnenfluctueren, <strong>is</strong> een mogelijke consequentie van de toename van luxe consumptiedat de volatiliteit en instabiliteit van de economie toenemen. Een ander mechan<strong>is</strong>medat uit onderzoek naar voren komt, <strong>is</strong> dat dalende of stagnerende inkomensaan de onderkant leiden tot onderinvesteringen in menselijk kapitaal. Wanneereen groot of groeiend deel van de bevolking moeite heeft om het hoofd bovenwater te houden, <strong>is</strong> de kans groot dat zij niet meer in staat zijn om voldoende teinvesteren in hun eigen toekomst en in die van hun kinderen, in opleidingen of ineen nieuw of te verbeteren bedrijf. Dit holt de groeimogelijkheden van een land opde middellange termijn uit. Ook komt de actuele vraag aan de orde of een lageregroei – waar sinds het uitbreken van de financiële cr<strong>is</strong><strong>is</strong> nu al een aantal jaren sprakevan <strong>is</strong> – zou kunnen leiden tot een grotere inkomens<strong>ongelijk</strong>heid, met mogelijkeen negatieve spiraal als gevolg.1.4 <strong>ongelijk</strong>heid en beleidMet een instrumentele benadering van econom<strong>is</strong>che <strong>ongelijk</strong>heid <strong>is</strong> geen ‘optimaalniveau’ van <strong>ongelijk</strong>heid vast te stellen of te beredeneren, althans niet met dehuidige kenn<strong>is</strong>. De vraag hoeveel econom<strong>is</strong>che (on)gelijkheid goed <strong>is</strong> voor eenland, en voor Nederland in het bijzonder, zullen we in deze publicatie dan ook nietbeantwoorden. Wel <strong>is</strong> het van belang om een maatschappelijke en politieke afwegingte maken waarbij rekening wordt gehouden met morele en instrumentele perspectieven– dus met de gevolgen van econom<strong>is</strong>che <strong>ongelijk</strong>heid. Ter afsluiting van

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!