10.07.2015 Views

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

d e t e k t o n i e k v a n d e i n k o m e n s o n g e l i j k h e i d i n n e d e r l a n d 53bevolking draagt dit bij aan de verhoging van de gestandaard<strong>is</strong>eerde <strong>ongelijk</strong>heid. 17Het opwaartse effect van equival<strong>is</strong>ering vanaf het tweede deciel in figuur 2.4 weerspiegeltdat.2.5 hoe de druk van de inkomenstektoniek teverminderen?Samenvattend: de bruto-inkomens<strong>ongelijk</strong>heid <strong>is</strong> in de afgelopen decennia drast<strong>is</strong>chtoegenomen en ook tijdens de financiële cr<strong>is</strong><strong>is</strong> verder gestegen – in tegenstellingtot de diepe recessie van begin jaren tachtig, toen de <strong>ongelijk</strong>heid ju<strong>is</strong>t ietsdaalde. Dit geldt nog sterker voor de gestandaard<strong>is</strong>eerde-inkomensverdeling: delaagste inkomens blijven over de 35 jaar grosso modo onveranderd, de hoogsteinkomens stijgen met meer dan 60 procent. Het topinkomensaandeel volgensinternationale definities vertoont voor het eerst een stijging, ook gedurende deafgelopen vijf jaar. De groeiende <strong>ongelijk</strong>heid berust op dalende uitkeringen aan deonderkant en stijgende marktinkomens aan de bovenkant. In het bijzonder dehogere arbeidsinkomens nemen verder toe en overvleugelen de andere inkomens.Stijgende individuele topbeloningen (zie De Beer, hoofdstuk 3) en een toenemendecombinatie van inkomens binnen hu<strong>is</strong>houdens (tweeverdieners) zijn hiervoorverantwoordelijk. Reële inkomens in een groot deel van het midden van deinkomensverdeling stagneren onafgebroken en liggen tegenwoordig eerder lagerdan hoger vergeleken met de jaren zeventig. Het mediane bruto-inkomen doet hetslechter dan zijn pendant in de Verenigde Staten. Daar leidt de positie van hetmediane bruto-inkomen tot veel debat: een debat dat hier ten ene male ontbreekt.De meest gebruikte, geaggregeerde <strong>ongelijk</strong>heidsmaat, de Gini-coëfficiënt, gaatvoorbij aan deze ontwikkelingen omdat deze let op het resultaat in het midden vande verdeling en tegelijkertijd belangrijke verschuivingen binnen de verdeling overhet hoofd ziet. Ook besteedt de Gini-coëfficiënt minder aandacht aan de uiteinden,‘where the action <strong>is</strong>’. Laten we hierbij vaststellen dat het laagste deciel geen volatielsamenraapsel vormt, en het hoogste deciel evenmin. Het eerste deciel <strong>is</strong> in de loopvan de tijd aanmerkelijk meer hu<strong>is</strong>houdens gaan omvatten met een inkomen uitarbeid. Jongeren, lees: studenten, vormen slechts een minderheid en hun rol <strong>is</strong> eerderkleiner geworden dan groter. Vooral het aandeel van de hu<strong>is</strong>houdens in dekernleeftijd van de arbeidsmarkt (25-64 jaar) <strong>is</strong> gestegen; dit verschilt tegenwoordignog maar weinig van het algemeen gemiddelde. Deze hu<strong>is</strong>houdens nemen deplaats in van gepensioneerden, die naar de naasthogere decielen zijn verhu<strong>is</strong>d, metdank aan de jarenlang opbouw van ons nationaal stelsel van kapitaalgedektepensioenen.Bij een onveranderde inkomensherverdeling volgt de netto-<strong>ongelijk</strong>heid de bruto<strong>ongelijk</strong>heid.Omdat de herverdelende werking van belastingen en premies <strong>is</strong>afgenomen, stijgt de <strong>ongelijk</strong>heid van netto-inkomens echter meer. Omdat boven-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!