10.07.2015 Views

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

18 h o e o n g e l i j k i s n e d e r l a n d ?heeft in ons land de inkomens<strong>ongelijk</strong>heid tussen hu<strong>is</strong>houdens vergroot. Mensenmet goede inkomens – hoger opgeleiden – trouwen of leven vaak samen metiemand met hetzelfde opleidingsniveau: ‘homogamie’ wordt dat genoemd. Omdatlager opgeleide vrouwen in Nederland minder werken, en als ze wel werken minderuren maken, en minder loon ontvangen dan hoger opgeleide vrouwen, draagtdit bij aan een toenemende <strong>ongelijk</strong>heid tussen hu<strong>is</strong>houdens.Omgekeerd betekent dit ook dat er nieuwe kwetsbaarheden zijn ontstaan: eenverdienerszijn inmiddels hard op weg een kwetsbare groep te worden. Was de Nederlandseverzorgingsstaat tot voor kort helemaal ingericht op het compenseren van(mannelijke) eenverdieners, inmiddels zijn veel kostwinnersvoordelen afgeschaft(al <strong>is</strong> daar een aantal kindregelingen voor in de plaats gekomen). De ‘kwetsbareeenverdiener’ leidt tot nieuwe vragen over solidariteit en rechtvaardigheid. Wantwie moet nu solidair zijn met wie? Mag worden verwacht dat de eenverdiener dieper maand 3.000 euro bruto verdient, meer belasting betaalt dan iemand die1800 euro bruto ontvangt maar samenleeft met iemand die 1400 bruto verdient(Salverda, hoofdstuk 2)?Onder het schijnbaar rustige oppervlak van Gini-coëfficiënten <strong>is</strong> dus sprake vanwat Salverda in hoofdstuk 2 ‘de tektoniek van de inkomensverdeling’ noemt: ervinden veranderingen onder de oppervlakte plaats. Zo <strong>is</strong> de inkomens<strong>ongelijk</strong>heidover de hele linie waarschijnlijk afgenomen door de toename van het aantalzzp’ers, een groep die tegelijkertijd, gemiddeld, minder inkomen geniet. Haddenzelfstandigen in het verleden vaak een mooi inkomen – denk aan de notar<strong>is</strong> of deadvocaat –, inmiddels blijkt een aantal van de naar schatting 800.000 zzp’erskwetsbaar: het inkomen van een deel van de zzp’ers blijft sterk achter bij dat vanmensen in loondienst (De Beer, hoofdstuk 3). Een belangrijke vraag <strong>is</strong> of meerinkomensbescherming voor deze groep aan de orde zou moeten zijn.De verzorgingsstaat als buffer tegen <strong>ongelijk</strong>heidDe uiteindelijke inkomensverschillen – dat wil zeggen de verschillen in besteedbarehu<strong>is</strong>houdinkomens – zijn in Nederland veel kleiner dan de loonverschillen. Inhet jargon: de primaire inkomensverdeling <strong>is</strong> schever dan de secundaire. Dat komtomdat het socialezekerheids- en belastingstelsel de laatste decennia veel van deprimaire inkomensverschillen in Nederland hebben verzacht (oeso 2008,Gornick en Jäntti 2013, Wang et al. 2012, Caminada et al. 2014). Dat laat figuur 1.3goed zien. Zonder tussenkomst van de verzorgingsstaat zou (in het midden van dejaren 2000) de Gini-coëfficiënt in Nederland 0,57 zijn. De brutolonen waren inNederland dus net zo <strong>ongelijk</strong> als aan de andere kant van de oceaan; in de vs <strong>is</strong> deGini-coëfficiënt, voor tussenkomst van de f<strong>is</strong>caliteit en sociale zekerheid, immersook 0,57. Maar onze verzorgingsstaat zorgde ervoor dat de netto-inkomens<strong>ongelijk</strong>heidwerd teruggedrongen, namelijk tot een Gini-coëfficiënt van 0,33, terwijldeze in de vs uitkwam op 0,42.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!