10.07.2015 Views

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

120 h o e o n g e l i j k i s n e d e r l a n d ?Figuur 6.1 laat voor twee vormen van sociaal vertrouwen – algemeen sociaal vertrouwenin andere mensen en vertrouwen in instituties (zoals het parlement, politici,politieke partijen, het rechtssysteem, de politie en de Verenigde Naties) – ziendat het vertrouwen gemiddeld genomen lager <strong>is</strong> naarmate de inkomens<strong>ongelijk</strong>heidin een land stijgt (al <strong>is</strong> met betrekking tot vertrouwen in andere mensende samenhang niet stat<strong>is</strong>t<strong>is</strong>ch significant en dus met onzekerheid omgeven).Verder zien we voor beide vormen van sociaal vertrouwen dat de neergaande trendsterker <strong>is</strong> onder hogere statusgroepen. Het zijn dus niet de mensen onder aan desociale ladder die het meest beïnvloed worden door de mate van econom<strong>is</strong>che<strong>ongelijk</strong>heid in een land, maar ju<strong>is</strong>t de hogere statusgroepen. De psychosocialeverklaring voor <strong>ongelijk</strong>heidseffecten kent een groot belang toe aan de hoeveelheidsociaal kapitaal in een samenleving. In de sociaalwetenschappelijke literatuurwordt vertrouwen vaak gezien als een belangrijke indicator van sociaal kapitaal(Putnam 2000, Kawachi et al. 1997). Deze resultaten wijzen in ieder geval op eensystemat<strong>is</strong>che samenhang tussen inkomens<strong>ongelijk</strong>heid en vertrouwen, vooral alshet gaat om het vertrouwen in instituties.Figuur 6.1Twee vormen van sociaal vertrouwen afgezet tegen inkomens<strong>ongelijk</strong>heid,28 Europese landenVertrouwen in andere mensen7654Andere mensenVertrouwen in instituties.50-.5Instituties samen3.2 .25 .3 .35 .4 .45Gini-coëfficiëntLage status-1.2 .25 .3 .35 .4 .45Gini-coëfficiëntHoge statusIn figuur 6.2 <strong>is</strong> te zien dat het negatieve verband tussen inkomens<strong>ongelijk</strong>heid envertrouwen zich uitstrekt over alle instituties die kunnen worden bekeken. Opvallend<strong>is</strong> dat met name de trends in het vertrouwen in het parlement en het vertrouwenin het rechtssysteem verschillen tussen mensen met een hoge statuspositie enmensen met een lage statuspositie. Ju<strong>is</strong>t de mensen met een hoge statuspositieverliezen hun vertrouwen in het parlement en het rechtssysteem naarmate deinkomens<strong>ongelijk</strong>heid groter wordt. Dit <strong>is</strong> een belangrijke bevinding, omdat hethelder maakt dat psychosociale factoren relevant zijn in de verklaring waarom

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!