10.07.2015 Views

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

p o l i t i e k e e n s o c i a l e g e v o l g e n v a n i n k o m e n s o n g e l i j k h e i d 115worden verwacht dat de behoefte aan status groter <strong>is</strong> en dat het vertrouwen en persoonlijkwelbevinden minder worden naarmate de inkomens<strong>ongelijk</strong>heid stijgt.Tot slot bespreek ik deze psychosociale uitkomsten voor verschillende sociale statusgroepen.In dit hoofdstuk kom ik tot een aantal bevindingen. Ten eerste dat de samenhangtussen inkomens<strong>ongelijk</strong>heid en een aantal politieke en sociale uitkomsten redelijkrobuust <strong>is</strong>. Ongelijkheidscijfers van een groot aantal landen over de periode1980-2010 zijn gekoppeld aan gegevens over politieke participatie, sociaal vertrouwenen persoonlijke opvattingen over <strong>ongelijk</strong>heid. Voor de meeste van deze uitkomstenblijkt dat, zelfs als we rekening houden met onbekende culturele en h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>cheeigenschappen van landen, inkomens<strong>ongelijk</strong>heid een nadelige invloedheeft. Ten tweede dat, wederom rekening houdend met de h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>che en culturelespecificiteit van elk land, een grotere mate van inkomens<strong>ongelijk</strong>heid gepaard gaatmet een grotere zucht naar sociale erkenning en sociale status, vooral onder lagerestatusgroepen. Ook tonen de resultaten aan dat vertrouwen in andere mensen, envooral in sociale instituties (zoals de politiek, de rechtspraak, en de politie), daaltwanneer de inkomens<strong>ongelijk</strong>heid toeneemt. Voor subjectief welbevinden(‘geluk’) blijkt dat alleen de lagere statusgroepen (iets) minder gelukkig wordennaarmate de inkomens<strong>ongelijk</strong>heid toeneemt. Ongelijkheid lijkt effecten te hebbenvia andere kanalen dan alleen de verdeling van hulpbronnen. Het lijkt er weldegelijk op dat socialevergelijkingsprocessen een rol spelen in hoe mensen omgaanmet econom<strong>is</strong>che <strong>ongelijk</strong>heid. Wilkinson en Pickett hebben dus wel degelijk eenbelangrijk punt gemaakt.6.2 twee theorieën voor <strong>ongelijk</strong>heidseffectenEr bestaan twee verschillende theoret<strong>is</strong>che perspectieven die verklaren waarominkomens<strong>ongelijk</strong>heid de sociale cohesie in samenlevingen verstoort: de psychosocialetheorie en de hulpbronnentheorie. Deze theorieën zijn niet noodzakelijktegenstrijdig met elkaar; ze kunnen beter worden gezien als complementaire perspectieven(Elgar en Aitken 2011).De hulpbronnentheorie van <strong>ongelijk</strong>heidseffectenEen eerste verklaring voor de samenhang tussen econom<strong>is</strong>che <strong>ongelijk</strong>heid ensociale en politieke uitkomsten <strong>is</strong> de zogenoemde hulpbronnentheorie, ook wel deneomateriële theorie genoemd (Lynch et al. 2000). Deze theorie stelt dat <strong>ongelijk</strong>heidvooral effecten heeft op sociale en politieke uitkomsten vanwege de meer<strong>ongelijk</strong>e verdeling van hulpbronnen die mensen in staat stellen het leven naarhun hand te zetten. In <strong>ongelijk</strong>e landen heeft het armere deel van de bevolkingsimpelweg minder financiële middelen ter beschikking (en vaak minder opleidinggenoten) dan het armere deel van de bevolking van landen met een meer gelijkeinkomensverdeling. Dus op individueel niveau (of op het niveau van het hu<strong>is</strong>hou-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!