10.07.2015 Views

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

142 h o e o n g e l i j k i s n e d e r l a n d ?onderzoek van Timmer et al. (2012) dat het aandeel van de factor arbeid in dewereldwijd in productieketens gegenereerde toegevoegde waarde afneemt, terwijlhet kapitaalaandeel stijgt.Als dit in veel landen het geval <strong>is</strong>, kan er geen sprake meer zijn van toeval. Dus wat<strong>is</strong> de oorzaak van deze ontwikkeling? Daarover zijn de meningen minder gelijkluidend,en het <strong>is</strong> interessant om te zien dat het debat zich in de loop van de tijd ookheeft ontwikkeld. Waar in eerste instantie global<strong>is</strong>ering volgens de meeste economensimpelweg geen factor ‘kón’ zijn – volgens Ricardo <strong>is</strong> handel immers goedvoor iedereen –, wordt nu vrij algemeen erkend dat global<strong>is</strong>ering, voor zover al te(onder)scheiden van technolog<strong>is</strong>che ontwikkelingen (denk bijvoorbeeld aangrensoverschrijdende productieketens), wel degelijk ‘een rol’ speelt (zie Autor etal. 2012). Dat financial<strong>is</strong>ering ook een deel van de toegenomen <strong>ongelijk</strong>heid heeftveroorzaakt, <strong>is</strong> sinds de cr<strong>is</strong><strong>is</strong> van 2008 geen controversiële uitspraak meer. Vooralautomat<strong>is</strong>ering, technolog<strong>is</strong>che ontwikkeling en – meer recent ook – robot<strong>is</strong>eringworden door economen gezien als verklaring voor grotere <strong>ongelijk</strong>heid. In dezeanalyse <strong>is</strong> als gevolg van skill-biased technological change (sbtc) de vraag naar (enhet inkomen van) hoger opgeleiden toegenomen (Liu en Grusky 2013), terwijlsteeds meer werk aan de onderkant – en in toenemende mate ook van middengroepen– routin<strong>is</strong>eerbaar en dus verplaatsbaar wordt (wrr 2013). Ook over het belangvan deze verklaring lopen de meningen overigens uiteen. Er zijn ook economendie de stelling verdedigen dat robots ten onrechte de schuld dreigen te krijgen vande toegenomen inkomens<strong>ongelijk</strong>heid, terwijl vooral overheidsbeleid (te laagminimumloon, geen steun of tegenwerking voor vakbonden, enzovoorts) hiervoorverantwoordelijk <strong>is</strong> (Kr<strong>is</strong>tal 2013, M<strong>is</strong>hel et al. 2013).7.5 toekomst: uit een verkeerd evenwichtSteeds meer economen en beleidsmakers breken zich het hoofd over de vraag of derijke landen in de wereld, waaronder Nederland, voortaan rekening moeten houdenmet een lagere groei dan gemiddeld werd gehaald in de eerste decennia na deTweede Wereldoorlog. Aan de aanbodkant speelt de vraag of nog wel nieuwe doorbraaktechnologieënin het verschiet liggen die veel nieuwe econom<strong>is</strong>che activiteitenkunnen losmaken, of dat die mogelijkheden grotendeels zijn uitgeput en er dussprake <strong>is</strong> van ‘de grote stagnatie’ (Cowen 2012, Gordon 2012). En over de vraagkantheeft Larry Summers (2013) aan de orde gesteld of we niet in een langdurigeperiode terecht zijn gekomen van wat Alvin Hansen in 1938 ‘seculaire stagnatie’noemde: langdurige lage groei waarin economieën onder hun bbp-potentieel producerenen de werkloosheid niet verdwijnt tenzij nieuwe bubbels – zoals eerder dedotcombubbel of de onroerendgoedbubbel – ontstaan (Taylor 2013).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!