10.07.2015 Views

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

V28_Hoe_ongelijk_is_NL_volledig

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

i n k o m e n s g e l i j k h e i d e n g r o e i 141inequality’’ range. Given th<strong>is</strong> growth–inequality relationship (…) any country thatintends to maximize poverty reduction should choose the lowest level of inequality withinthe broadly growth-invariant, efficient inequality range” (N<strong>is</strong>sanke en Thorbecke2006: 1344).Het <strong>is</strong> een wat onbevredigende conclusie, want op de vraag waar de onder- enbovengrens liggen van de ‘groeiveilige zone’, en wat derhalve het optimale niveauvan <strong>ongelijk</strong>heid <strong>is</strong> om daarbinnen na te streven, <strong>is</strong> geen onderbouwd antwoord tegeven. Ook de vraag of het (vooral of uitsluitend) om niveaus van <strong>ongelijk</strong>heidgaat of (ook?) om significante (en wanneer spreken we dan van significante?) veranderingendaarin, blijft vooralsnog onbeantwoord.7.4 en wat als geringe groei de <strong>ongelijk</strong>heid vergroot?We komen daarmee bij een laatste spannende vraag, die voor zover ik weet nogniet veel <strong>is</strong> gesteld. Zou het m<strong>is</strong>schien ook zo kunnen zijn dat de causale relatietussen groei en inkomens<strong>ongelijk</strong>heid twee kanten op werkt? Banerjee en Duflo(2000:ii) concluderen uit cross-country-data over de vorige eeuw dat “the growthrate <strong>is</strong> an inverted U-shaped function of net changes in inequality. Changes ininequality (in any direction) are associated with reduced growth in the nextperiod”. De vraag dringt zich dus op of de lagere groei die naar het zich laat aanzienhet gevolg <strong>is</strong> van de toegenomen inkomens<strong>ongelijk</strong>heid – in een soort zichzelf versterkendproces – tot een toename van de <strong>ongelijk</strong>heid kan leiden. Waarom dit hetgeval zou kunnen zijn, <strong>is</strong> niet zo moeilijk te bedenken. Lagere groei zet ondernemersonder druk om zo veel mogelijk kosten te reduceren, dus om de loonkostenzo laag mogelijk te houden (lagere lonen, minder personeel). Met hogere werkloosheiden in een econom<strong>is</strong>che neergang hebben vakbonden het moeilijker omresultaten te behalen en de onderkant van de arbeidsmarkt te beschermen. En ineconom<strong>is</strong>ch zware tijden wordt meer van de verzorgingsstaat gevraagd, terwijlju<strong>is</strong>t dan de belastinginkomsten teruglopen.Speelt dit nu? Er <strong>is</strong> voldoende aanleiding om dat verder te onderzoeken. Steedsduidelijker wordt, onder andere in studies van de ilo, dat in veel landen het aandeeldat de loontrekkers verwerven in het nationaal inkomen – in ons land gemetenin de arbeidsinkomensquote, waarop het nodige valt af te dingen (Salverda1977) – <strong>is</strong> gedaald. Gedurende de afgelopen 25 jaar <strong>is</strong> het loonaandeel significant verminderd:“In the oecd countries the (adjusted) wage share declined by almost tenpercentage points”, en in de zich ontwikkelende landen “ wage shares have, onaverage, also declined (…) and personal income d<strong>is</strong>tribution has become moreunequal” (Stockhammer 2013: vi, zie ook Hein 2013). De ilo <strong>is</strong> lang niet de enigedie dit constateert. Dat het arbeidsaandeel in het nationaal inkomen in veel landen<strong>is</strong> afgenomen – en (de inverse) het kapitaalaandeel <strong>is</strong> toegenomen – wordt doorvelen onderkend (voor Nederland zie bijvoorbeeld Fransman 2013). Zo blijkt uit

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!