Vragen en Antwoorden - weblex.irisnet.be - Région de Bruxelles ...

204
Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 februari 2012 (nr. 26)
Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 février 2012 (n° 26)
(PIZ), alsook interessante voordelen inzake mobiliteit, toegankelijkheid
en grootte (minimum 4.000 vierkante meter).
Wat de mobiliteit betreft, is de site zeer goed bereikbaar met het
openbaar vervoer. Het gebouw is gelegen naast het metrostation
Delacroix en in de onmiddellijke nabijheid van het Weststation.
Bovendien is er een parking beschikbaar voor de werknemers en
bezoekers die met de wagen komen.
Wat betreft de toegankelijkheid voor de ophaalwagens, beschikt
het gebouw over een brede ingangsrijstrook langs de kant van de
Birminghamstraat en over een laad- en loskade langs de kant van
het kanaal.
Als men de oppervlakte bekijkt, beschikt het gebouw over
grote ruimten : ± 1.100 vierkante meter kantoren en 5.000 vierkante
meter loodsen.
De impact van het project op het vlak van mobiliteit en verkeer
zal in detail worden onderzocht in het effectenverslag van
het project op het leefmilieu (dat bij het dossier van de aanvraag
tot milieuvergunning zal worden gevoegd dat momenteel wordt
samengesteld).
Tot slot, wegens de materialen die op de site worden verwerkt
(grof vuil, elektrische en elektronische afvalstoffen), zal er enkel
geluidshinder zijn van de wagens en zal er geen geurhinder zijn.
des avantages intéressants en termes de mobilité, d'accessibilité et
de taille (minimum 4.000 mètres carrés).
Concernant la mobilité, il est largement desservi par les transports
en commun. Le bâtiment est situé à côté de la station de
métro Delacroix et à proximité immédiate de la gare de l'Ouest. De
plus, un parking est disponible pour les travailleurs et les visiteurs
s'y rendant en voiture.
Au niveau de l'accessibilité pour le charroi de collecte, le
bâtiment dispose d'une large rampe d'accès du côté de la rue de
Birmingham et d'un quai de chargement/déchargement du côté
du canal.
Quant à la superficie, le bâtiment dispose de vastes espaces :
± 1.100 mètres carrés de bureaux et 5.000 mètres carrés d'entrepôts.
En ce qui concerne l'impact du projet en termes de mobilité et
de trafic, ces aspects seront examinés en détails dans le Rapport
des incidences du projet sur l'environnement (lequel sera joint
au dossier de demande de permis d'environnement en cours de
constitution).
Enfin, en raison des matériaux traités sur le site (encombrants,
déchets électriques et électroniques), les nuisances sonores seront
uniquement limitées au charroi tandis que les nuisances olfactives
seront inexistantes.
Vraag nr. 96 van de heer Gaëtan Van Goidsenhoven d.d.
21 januari 2011 (Fr.) :
Samenwerking met de gemeenten van de Vlaamse rand
inzake openbare netheid.
Vuilnis is een probleem dat geen rekening houdt met de administratieve
grenzen.
We moeten echter vaststellen dat als Vlaamse gemeenten die
aan de grenzen van het Brussels Gewest liggen, specifieke maatregelen
treffen (betaalde vuilniszakken, …), dat grote gevolgen
kan hebben voor het sluikstorten in Brussel.
Het is ook mogelijk dat het omgekeerde zich voordoet en wordt
vastgesteld door het bestuur van de gemeenten in de Vlaamse
rand.
1. Welke contacten hebben de regering en die gemeentebesturen
gelegd in de strijd tegen vervuiling ?
2. Wat is het juridisch kader van die contacten ?
3. Worden er preventie- en bewustmakingscampagnes georganiseerd
ten behoeve van de inwoners van de Vlaamse rand om
sluikstorten op het gewestelijk grondgebied tegen te gaan ?
4. Met welke frequentie komen de Vlaamse gemeentebesturen en
de Brusselse gewestelijke overheden bijeen sinds het begin van
de zittingsperiode ?
Question n° 96 de M. Gaëtan Van Goidsenhoven du 21 janvier
2011 (Fr.) :
La collaboration avec les communes périphériques flamandes
en matière de propreté publique.
De toute évidence, le phénomène de la malpropreté ignore les
frontières administratives.
Cependant, force est de constater que des dispositions particulières
prises dans les communes flamandes qui jouxtent notre
Région (sacs payants, …) peuvent avoir des conséquences notoires
en termes de dépôts clandestins à Bruxelles.
Ceci étant, il se pourrait que des phénomènes inverses se produisent
et soient constatés par les autorités locales de ces communes
périphériques.
1. Quels sont les contacts noués entre le Gouvernement et les
autorités locales de ces communes au sujet de la lutte contre la
malpropreté ?
2. Qu’en est-il du cadre juridique de ces contacts ?
3. Des campagnes de prévention/sensibilisation sont-elles organisées
auprès des habitants de la périphérie pour les dissuader de
déposer clandestinement des déchets vers le territoire régional
?
4. Quelle est la fréquence des réunions entre autorités locales
flamandes et régionales bruxelloises depuis le début de la législature
?