Vragen en Antwoorden - weblex.irisnet.be - Région de Bruxelles ...

Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 februari 2012 (nr. 26)
Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 février 2012 (n° 26)
75
den gebracht dat ertoe gemachtigd is een vernietigingsattest af te
geven of naar een centrum dat in de andere gewesten vergund is en
ertoe gemachtigd is een vernietigingsattest af te geven.
In het besluit betreffende afgedankte voertuigen is ook bepaald
dat er bij de inontvangstname van een afgedankt voertuig in een
centrum voor de vernietiging, onmiddellijk een inontvangstnamebewijs
moet worden afgeleverd en in een latere fase, met name
uiterlijk binnen 45 dagen, een « vernietigingsattest » aan de houder
of aan de laatste eigenaar van het ingeschreven voertuig, tenzij
het voertuig vergezeld gaat van het vernietigingsattest en afkomstig
is van een geregistreerd demonteercentrum voor afgedankte
voertuigen dat ertoe gemachtigd is een vernietigingsattest af te
geven. Als het vernietigingsattest onmiddellijk wordt afgegeven,
geldt dit tevens als inontvangstnamebewijs.
Kortom, elk afgedankt voertuig moet worden vernietigd in een
erkend centrum en tegen aflevering van een vernietigingscertificaat.
certificat de destruction ou à un centre autorisé dans les autres
Régions et habilité à délivrer un certificat de destruction.
L’arrêté relatif aux véhicules hors d’usage définit également
que la remise d’un véhicule hors d’usage dans un centre de destruction
doit donner lieu sur-le-champ à la délivrance d’une attestation
de dépôt; elle donne lieu ultérieurement, dans un délai de
45 jours au maximum, à la délivrance d’un « certificat de destruction
» au détenteur ou au dernier propriétaire du véhicule immatriculé,
à moins que le véhicule soit accompagné de son certificat de
destruction et provienne d’un centre enregistré de démontage de
véhicules hors d’usage et habilité à délivrer un certificat de destruction.
Si le certificat de destruction est délivré immédiatement,
celui-ci peut constituer l’attestation de dépôt.
En conclusion, chaque véhicule hors d’usage doit être détruit
dans un centre agréé et ceci contre un certificat de destruction.
Vraag nr. 392 van mevr. Anne-Charlotte d'Ursel d.d. 28 december
2011 (Fr.) :
Aard en controle van de bewustmakingsmaatregelen in de
milieubeleidsovereenkomst betreffende de afgedankte voertuigen
voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Artikel 11 van de Milieubeleidsovereenkomst betreffende
afgedankte voertuigen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
stelt dat de piloot-vzw de consumenten moet bewustmaken via
de eindverkopers en de tussenpersonen inzake het ophalen en het
verwerken van afgedankte voertuigen.
Question n° 392 de Mme Anne-Charlotte d'Ursel du 28 décembre
2011 (Fr.) :
La nature et le contrôle des mesures de sensibilisation dans
la Convention environnementale relative aux véhicules hors
d'usage pour la Région de Bruxelles-Capitale.
L'article 11 (140) et 20 (§ 79, § 2) de la Convention environnementale
relative aux véhicules hors d’usage pour la Région de
Bruxelles-Capitale prévoit que l’ASBL de pilotage sensibilisera
les consommateurs via les vendeurs finaux et les intermédiaires à
propos de la collecte et du traitement des véhicules hors d’usage.
Je souhaiterais savoir :
– Bestaat die verplichte bewustmaking enkel uit regelmatige
campagnes, of ook uit structurele bewustmakingsmaatregelen
?
– Verricht het BIM controle a posteriori om vast te stellen of
de tussenpersonen die maatregelen hebben uitgevoerd, naast a
priori controle van de campagnes bij de piloot-vzw ?
– Omvat deze verplichte bewustmaking maatregelen inzake het
verstrekken van een label ?
Antwoord : In antwoord op haar vraag deel ik het geachte lid
de volgende elementen mede :
Het beheerplan dat in de nabije toekomst door het beheersorganisme
zal moeten worden opgesteld, zal een preventie- en
sensibiliseringsplan omvatten. Deze plannen zijn bestemd voor de
doelgroep die bij het beheer van afgedankte voertuigen is betrokken.
De doelgroep is voornamelijk samengesteld uit beroepsmensen
die werkzaam zijn in de sector voor de herstelling en de
doorverkoop van tweedehandsvoertuigen. Op deze manier wordt
toegekomen aan de verplichting om deze doelgroep te sensibiliseren
rond het nut om afgedankte voertuigen naar erkende verwerkingscentra
af te voeren.
– Cette obligation de sensibilisation consiste-t-elle uniquement
en des campagnes régulières ou des mesures de sensibilisation
structurelles sont-elles comprises ?
– L’IBGE effectue-t-elle, outre un contrôle a priori des campagnes
auprès de l'ASBL de pilotage, un contrôle a posteriori
pour constater que les intermédiaires ont effectué ces mesures
?
– Des mesures relatives à la labellisation sont-elles incluses dans
le cadre de cette obligation de sensibilisation ?
Réponse : En réponse à sa question, je communique à l’honorable
membre les éléments suivants :
Le plan de gestion qui devra être rédigé dans un futur proche
par l’ASBL de pilotage comprendra un plan de prévention et de
sensibilisation du public « cible » concerné par la gestion des
VHU. Ce public cible est principalement constitué du secteur professionnel
du dépannage et de la revente de véhicules de seconde
main. Cette obligation de sensibilisation sera rencontrée de cette
manière et veillera à sensibiliser ce public à l’importance de diriger
les VHU vers les centres de traitement agréés.