Vragen en Antwoorden - weblex.irisnet.be - Région de Bruxelles ...

232
Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 februari 2012 (nr. 26)
Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 février 2012 (n° 26)
isolement. De verschillende overheden hebben hierin een zeer
belangrijke rol te vervullen. De overheid dient het goede voorbeeld
te geven met betrekking tot de tewerkstelling van mensen
met een handicap.
Mijn vragen aan de minister :
– Beschikt de minister over concrete cijfers met betrekking tot de
tewerkstelling van mensen met een handicap in de administraties
en overheidsbedrijven die onder zijn bevoegdheid vallen ?
– Hoe staat het met de 2 %-norm binnen die administraties en
overheidsbedrijven ?
– Heeft de minister concrete streefdoelen inzake tewerkstelling
voor personen met een handicap ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid volgend antwoord
mee te delen :
Het statuut legt het ministerie een doelstelling op van 2 %
medewerkers met een handicap.
In het MBHG werken op dit moment 18 erkende werknemers
met een handicap.
Het aantal personen dat hieronder wordt vermeld betreft enkel
personen met een handicap in de zin van het artikel 319bis van het
administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren
van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
met name personen die ingeschreven zijn bij een erkenningsinstelling,
personen met een erkende invaliditeit van minstens 30 % of
personen die een inkomensvervangende of integratietegemoetkoming
genieten. In percentage uitgedrukt vertegenwoordigt dit
1,01 % (18 op een totaal van 1.765 personen). In 2010 lag dat
percentage op 0,64 %.
Om het aantal personen met een handicap bij het ministerie
te bepalen, wordt dus enkel rekening gehouden met gekende en
erkende handicaps. Bijgevolg is het niet uitgesloten dat het aantal
personen met een handicap bij het ministerie hoger ligt. Bij het
ministerie werken immers personen die ervoor geopteerd hebben
hun handicap niet te melden aan hun werkgever. Ten slotte zijn er
ook personen die geen erkenning van hun handicap aangevraagd
hebben.
Naast deze 18 erkende personen met een handicap, telt het
ministerie 2 personen die zijn aangeworven na afloop van een
contract voor beroepsaanpassing en 1 waarvan het contract voor
beroepsaanpassing in uitvoering is. Daarenboven is er een oproep
tot kandidaatstelling gepland.
Wij stellen vast dat sinds 2004 het aantal personen met een
handicap binnen het ministerie in stijgende lijn zit. Evenwel is het
huidige concrete streefdoel het behalen van de statutaire doelstelling
van 2 %. Pas wanneer deze behaald wordt zal de lat opnieuw
hoger gelegd worden.
Om dit streefdoel te behalen, heeft het ministerie een samenwerkingsovereenkomst
met de vzw Wheelit afgesloten. Het ministerie
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de partner-stichter
van Wheelit, het online wervingsplatform voor de werkgevers.
Les différents pouvoirs publics ont un rôle primordial à jouer sur
ce plan. Les pouvoirs publics doivent donner le bon exemple en
matière d'emploi de personnes présentant un handicap.
Mes questions sont les suivantes :
– Le secrétaire d'État dispose-t-il de chiffres concrets au sujet
de l'emploi des personnes présentant un handicap dans les
administrations et les entreprises publiques relevant de sa compétence
?
– Qu'en est-il de la norme de 2 % dans les administrations et les
entreprises publiques ?
– Le secrétaire d'État a-t-il des objectifs concrets en matière
d'emploi des personnes présentant un handicap ?
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre
les éléments de réponse suivants :
Le statut fixe au ministère un objectif de 2 % de collaborateurs
ayant un handicap.
Le MRBC occupe actuellement 18 travailleurs handicapés
reconnus.
Le nombre de personnes indiquées ci-dessus reprend uniquement
les personnes avec handicap au sens de l’article 319bis du
statut administratif et pécuniaire des agents du Ministère de la
Région de Bruxelles-Capitale, à savoir ceux qui ont fait l’objet
d’un enregistrement auprès d’un organisme de reconnaissance,
ceux qui ont une incapacité reconnue d’au moins 30 % ou ceux qui
bénéficient d’une allocation de remplacement de revenu ou d’intégration.
En termes de pourcentage, cela représente 1,01 % (18 sur
1.765 personnes). En 2010 le chiffre était de 0,64 %.
Pour estimer le nombre de personnes avec handicap au ministère,
il n’est donc tenu compte que du concept de handicap reconnu
et connu. Dès lors, il n’est pas du tout exclu que le nombre de personnes
handicapées au ministère soit plus élevé. Il existe au sein
de ce dernier des personnes handicapées qui n’ont pas souhaité
faire connaître leur handicap auprès de leur employeur et enfin,
des personnes handicapées qui n’ont pas entrepris les démarches
pour faire reconnaître leur handicap.
En plus de ces 18 personnes reconnues, le ministère a pour
l’instant 2 contrats d’adaptation professionnelle occupés et 1 en
voie d’exécution. De plus un appel à candidature est prévu.
Depuis 2004, l’évolution du nombre de personnes avec handicap
au ministère est en augmentation. Cependant, l’objectif
concret actuel est d’atteindre le chiffre cible de 2 %. Uniquement
après avoir réalisé cet objectif, nous placerons la barre plus haut.
Afin de réaliser cet objectif, une collaboration entre le
ministère et l’asbl Wheelit a été conclue. Le ministère de la
Région de Bruxelles-Capitale est devenu partenaire fondateur de
l’ASBL Wheelit, plate-forme de recrutement en ligne pour les
employeurs.