Inzien en bewijzen - CWI
Inzien en bewijzen - CWI
Inzien en bewijzen - CWI
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Uitwerking<strong>en</strong> 109<br />
Uitwerking van 2.20. Als 3√ 2 = p/q, dan is 2q 3 = p 3 . In de repres<strong>en</strong>tatie van p 3 als product<br />
van priemfactor<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> alle priemfactor<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> in veelvoud<strong>en</strong> van 3, want de derde<br />
macht van e<strong>en</strong> getal is gelijk aan het product van de derde macht<strong>en</strong> van de priemfactor<strong>en</strong> van<br />
dat getal. In de repres<strong>en</strong>tatie van 2q 3 komt de factor 2 echter 3n + 1 maal voor, voor zekere n.<br />
Omdat volg<strong>en</strong>s Stelling 2.4 de repres<strong>en</strong>tatie uniek is, is dit onmogelijk.<br />
Uitwerking van 2.21. Laat A = {4n + 3 | n ∈ N}, <strong>en</strong> neem aan dat A slechts eindig veel<br />
priemgetall<strong>en</strong> bevat. Dan is er e<strong>en</strong> eindige verzameling {p1, . . . , pn} van alle priemgetall<strong>en</strong> in A.<br />
Beschouw nu het getal Q = 4p1 · · · pk − 1 = 4(p1 · · · pk − 1) + 3.<br />
Als Q priem is, dan hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>spraak met de aanname, <strong>en</strong> klaar. Als Q niet priem<br />
is, dan heeft Q e<strong>en</strong> priemfactor P die verschilt van elke pi. Immers, elke pi deelt Q met rest<br />
−1. Als P de vorm 4n + 3 heeft zijn we klaar, want dan is P immers e<strong>en</strong> priemgetal in A dat<br />
niet in de oorspronkelijke lijst p1, . . . , pn zit. Neem dus aan dat P van de vorm 4n + 1 is (meer<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> zijn er niet). Nu mak<strong>en</strong> we gebruik van het feit dat (4a + 1)(4b + 1) van de vorm<br />
(4c + 1) is. Vanwege dit feit, dat je kunt inzi<strong>en</strong> de verm<strong>en</strong>igvuldiging (4a + 1)(4b + 1) uit te<br />
voer<strong>en</strong>, is Q<br />
P<br />
stapp<strong>en</strong> levert dit e<strong>en</strong> priemfactor qi op die van de vorm 4n + 3 is, met qi = p1, . . . , pk, <strong>en</strong> dat<br />
geeft ons de gezochte teg<strong>en</strong>spraak.<br />
Uitwerking van 2.22. Noem het nieuwe papiertje nieuw, <strong>en</strong> de twee mogelijkhed<strong>en</strong> voor het<br />
oude papiertje oudwit <strong>en</strong> oudzwart. Er zijn nu vier mogelijkhed<strong>en</strong>:<br />
van de vorm 4n + 3. Ook moet Q<br />
P e<strong>en</strong> priemfactor q1 hebb<strong>en</strong>. Na e<strong>en</strong> eindig aantal<br />
1. nieuw wordt getrokk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s oudwit;<br />
2. nieuw wordt getrokk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s oudzwart;<br />
3. oudwit wordt getrokk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s nieuw;<br />
4. oudzwart wordt getrokk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s nieuw.<br />
De laatste mogelijkheid doet zich niet voor: het is immers gegev<strong>en</strong> dat het eerste papiertje dat<br />
getrokk<strong>en</strong> wordt wit is. De andere drie mogelijkhed<strong>en</strong> zijn elk ev<strong>en</strong> waarschijnlijk. De kans dat<br />
het tweede papiertje ook wit is is dus 2<br />
3 .<br />
Uitwerking van 2.23. In e<strong>en</strong> gezin van twee kinder<strong>en</strong> met minst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> zijn er drie<br />
mogelijkhed<strong>en</strong>:<br />
1. de oudste is e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>, de jongste e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>;<br />
2. de oudste e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>, de jongste e<strong>en</strong> meisje;<br />
3. de oudste e<strong>en</strong> meisje, de jongste e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>.<br />
Alledrie deze mogelijkhed<strong>en</strong> zijn ev<strong>en</strong> waarschijnlijk. De kans op twee jong<strong>en</strong>s is dus 1<br />
3 . In e<strong>en</strong><br />
gezin van twee kinder<strong>en</strong> met de oudste e<strong>en</strong> meisje zijn er maar twee mogelijkhed<strong>en</strong>:<br />
1. de jongste is e<strong>en</strong> meisje;<br />
2. de jongste is e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>.<br />
Weer: allebei ev<strong>en</strong> waarschijnlijk. De kans op twee meisjes is dus 1<br />
2 .<br />
Uitwerking van 2.24. Op het mom<strong>en</strong>t dat je je oorspronkelijke keus maakt is elk van de drie<br />
, <strong>en</strong> de kans<br />
deur<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> waarschijnlijk. Je kans om te winn<strong>en</strong> met de keuze van deur 1 is dus 1<br />
3