Inzien en bewijzen - CWI
Inzien en bewijzen - CWI
Inzien en bewijzen - CWI
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.6. DE STELLING VAN CANTOR–SCHRÖDER–BERNSTEIN 63<br />
We zull<strong>en</strong> nu lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat deze manier van definiër<strong>en</strong> B verschill<strong>en</strong>d maakt van alle led<strong>en</strong><br />
van F [A]. Immers, laat C e<strong>en</strong> verzameling in F [A] zijn. Dan is er e<strong>en</strong> a ∈ A met F (a) = C.<br />
Nu zijn er twee mogelijkhed<strong>en</strong>: (i) a ∈ C <strong>en</strong> (ii) a /∈ C. In geval (i) geldt dat a ∈ F (a), <strong>en</strong> dan<br />
volgt uit de definitie van B dat a niet in B zit, in geval (ii) geldt volg<strong>en</strong>s diezelfde definitie dat<br />
a juist wel in B zit. In beide gevall<strong>en</strong> is B dus verschill<strong>en</strong>d van C.<br />
Hieruit volgt mete<strong>en</strong> dat B /∈ F [A], dat wil zegg<strong>en</strong>: B kan niet het F -beeld kan zijn van<br />
<strong>en</strong>ig elem<strong>en</strong>t van A. Dit is in teg<strong>en</strong>spraak met onze aanname dat F e<strong>en</strong> bijectie is tuss<strong>en</strong> A <strong>en</strong><br />
℘(A). Dus is er ge<strong>en</strong> bijectie tuss<strong>en</strong> A <strong>en</strong> ℘(A).<br />
Uit Stelling 4.2 plus het feit dat f : A → ℘(A) gegev<strong>en</strong> door f(a) = {a} e<strong>en</strong> injectie is<br />
volgt dat voor elke verzameling A geldt dat haar machtsverzameling ℘(A) groter is dan A.<br />
Dit toont het bestaan aan van het paradijs van Cantor: e<strong>en</strong> overvloed van verzameling<strong>en</strong> met<br />
steeds hogere grad<strong>en</strong> van oneindigheid. Bijvoorbeeld: de verzameling N is aftelbaar oneindig.<br />
De verzameling ℘(N) is overaftelbaar. De verzameling ℘(℘(N)) — die bestaat uit families van<br />
getall<strong>en</strong>verzameling<strong>en</strong> — is groter dan ℘(N), <strong>en</strong> zo gaat dat maar door.<br />
4.6 De stelling van Cantor–Schröder–Bernstein<br />
We zull<strong>en</strong> nu het volg<strong>en</strong>de lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>: als A minst<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> groot is als B <strong>en</strong> andersom, dan zijn<br />
A <strong>en</strong> B ev<strong>en</strong> groot. Dit is ge<strong>en</strong> flauwiteit, want A <strong>en</strong> B zoud<strong>en</strong> oneindig groot kunn<strong>en</strong> zijn, e<strong>en</strong><br />
mogelijkheid die we verderop zull<strong>en</strong> illustrer<strong>en</strong>. Het nu volg<strong>en</strong>de bewijs is van de wiskundig<strong>en</strong><br />
John Conway <strong>en</strong> Peter Doyle [2]. We gebruik<strong>en</strong> A B voor ‘Er is e<strong>en</strong> injectie van A naar B’<br />
<strong>en</strong> A ∼ B voor “Er is e<strong>en</strong> bijectie tuss<strong>en</strong> A <strong>en</strong> B’.<br />
Stelling 4.3 (Stelling van Cantor-Schröder-Bernstein) Als A <strong>en</strong> B verzameling<strong>en</strong> zijn<br />
met A B <strong>en</strong> B A, dan geldt A ∼ B.<br />
Bewijs. Hoewel dit voor het bewijs niet ess<strong>en</strong>tieel is, nem<strong>en</strong> we voor het gemak aan dat A <strong>en</strong><br />
B ge<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. We kunn<strong>en</strong> de verzameling<strong>en</strong> immers altijd disjunct mak<strong>en</strong>,<br />
bijvoorbeeld door A te vervang<strong>en</strong> door {(0, a) | a ∈ A} <strong>en</strong> B door {(1, b) | b ∈ B}. Voor wie<br />
visueel is ingesteld: we kleur<strong>en</strong> de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit A wit <strong>en</strong> die uit B zwart.<br />
We mog<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong> dat er injecties f : A → B <strong>en</strong> g : B → A zijn. Met behulp van die twee<br />
injecties gaan we nu e<strong>en</strong> één-op-één correspond<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> A <strong>en</strong> B construer<strong>en</strong>.<br />
Daartoe visualiser<strong>en</strong> we A als e<strong>en</strong> verzameling witte stipp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> B als e<strong>en</strong> verzameling zwarte<br />
stipp<strong>en</strong>. De injectie f gev<strong>en</strong> we aan als e<strong>en</strong> verzameling gestippelde pijl<strong>en</strong> van witte naar zwarte<br />
stipp<strong>en</strong>, de injectie g als e<strong>en</strong> verzameling zwarte pijl<strong>en</strong> van zwarte naar witte stipp<strong>en</strong>.<br />
Lat<strong>en</strong> we de witte stipp<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> de meisjes noem<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de zwarte stipp<strong>en</strong> de jong<strong>en</strong>s. Er<br />
mog<strong>en</strong> overaftelbaar veel jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes zijn: over de grootte van A <strong>en</strong> B hebb<strong>en</strong> we niets<br />
aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Het plaatje geeft dan e<strong>en</strong> huwelijksmarkt te zi<strong>en</strong>, waarbij elke jong<strong>en</strong> één meisje op het oog<br />
heeft, <strong>en</strong> elk meisje één jong<strong>en</strong>. Wat we nu moet<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> is dat we e<strong>en</strong> massahuwelijk