03.08.2013 Views

Inzien en bewijzen - CWI

Inzien en bewijzen - CWI

Inzien en bewijzen - CWI

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

36 HOOFDSTUK 3. GESCHIEDENIS VAN DE AXIOMATISCHE METHODE<br />

D E<br />

B C<br />

A<br />

Net zo voor bewijz<strong>en</strong> van C. Bewijz<strong>en</strong> van D doe je door D met behulp van e<strong>en</strong> bewijsregel<br />

af te leid<strong>en</strong> uit nog weer andere bewering<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort.<br />

Stel nu dat je elke bewering zou moet<strong>en</strong> bewijz<strong>en</strong> door afleiding uit andere bewering<strong>en</strong>. Het<br />

bewijs van A zou dan oneindig lang word<strong>en</strong>. Er moet<strong>en</strong> dus bewering<strong>en</strong> zijn die ge<strong>en</strong> bewijs nodig<br />

hebb<strong>en</strong> of die niet bewez<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Zulke bewering<strong>en</strong> het<strong>en</strong> axioma’s. E<strong>en</strong> onderwerp<br />

kan word<strong>en</strong> uitgediept door, beginn<strong>en</strong>de bij axioma’s <strong>en</strong> basisbegripp<strong>en</strong>, nieuwe begripp<strong>en</strong> te<br />

definiër<strong>en</strong>, <strong>en</strong> nieuwe bewering<strong>en</strong> te bewijz<strong>en</strong> uit axioma’s <strong>en</strong> eerder bewez<strong>en</strong> bewering<strong>en</strong>. Zo’n<br />

bewez<strong>en</strong> bewering heet e<strong>en</strong> stelling. Aristoteles was de eerste die e<strong>en</strong> poging waagde om de<br />

manier waarop het bewijsproces werkte expliciet te mak<strong>en</strong>. Zijn theorie over syllogism<strong>en</strong> was de<br />

eerste poging om het red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> te formaliser<strong>en</strong>. Hier is e<strong>en</strong> voorbeeld van zo’n syllogisme:<br />

Alle Griek<strong>en</strong> zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn sterfelijk.<br />

Alle Griek<strong>en</strong> zijn sterfelijk.<br />

3.2 Euclides’ axiomatische pres<strong>en</strong>tatie van de meetkunde<br />

Het beroemdste voorbeeld aller tijd<strong>en</strong> van het gebruik van de axiomatische methode is de systematische<br />

pres<strong>en</strong>tatie van de meetkunde in de Elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van Euclides [9]. Euclides vatte hierin<br />

sam<strong>en</strong> wat de Griekse wiskundig<strong>en</strong> in zijn tijd van meetkunde wist<strong>en</strong>.<br />

Euclides pres<strong>en</strong>teerde de meetkundek<strong>en</strong>nis van zijn tijd in str<strong>en</strong>g axiomatische vorm. Axioma’s<br />

had Euclides in twee soort<strong>en</strong>: axioma’s die niets met meetkunde van do<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> (bijvoorbeeld:<br />

‘Als je gelijke groothed<strong>en</strong> bij gelijke groothed<strong>en</strong> optelt krijg je gelijke uitkomst<strong>en</strong>’,<br />

dat wil zegg<strong>en</strong>: ‘Als a = 2 <strong>en</strong> b = 3, dan a + b = 2 + 3’) <strong>en</strong> meetkundige axioma’s. De axioma’s<br />

van meetkundige aard noemde hij postulat<strong>en</strong>. Dit zijn de vijf postulat<strong>en</strong> die Euclides aanneemt<br />

(illustraties van postulat<strong>en</strong> IV <strong>en</strong> V zijn te vind<strong>en</strong> in figuur 3.1).<br />

I E<strong>en</strong> tweetal punt<strong>en</strong> kan door precies één lijnstuk met elkaar word<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>.<br />

II E<strong>en</strong> lijnstuk kan word<strong>en</strong> doorgetrokk<strong>en</strong> in precies één lijn.<br />

III E<strong>en</strong> punt P <strong>en</strong> e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte r bepal<strong>en</strong> e<strong>en</strong> cirkel met middelpunt P <strong>en</strong> straal r.<br />

IV Alle rechte hoek<strong>en</strong> zijn congru<strong>en</strong>t (gelijk).<br />

V Als e<strong>en</strong> lijn twee lijn<strong>en</strong> snijdt, met de twee binn<strong>en</strong>hoek<strong>en</strong> aan dezelfde zijde sam<strong>en</strong> kleiner<br />

dan twee rechte hoek<strong>en</strong>, dan zull<strong>en</strong> de twee lijn<strong>en</strong> elkaar aan die zijde snijd<strong>en</strong>.<br />

De postulat<strong>en</strong> zijn geformuleerd in term<strong>en</strong> van begripp<strong>en</strong> zoals ‘punt’, ‘lijnstuk’, ‘lijn’, ‘cirkel’,<br />

‘snijd<strong>en</strong>’, ‘doortrekk<strong>en</strong>’, <strong>en</strong>zovoorts. Wat is de status van die begripp<strong>en</strong>? Het is de vraag of<br />

Euclides beseft heeft dat in e<strong>en</strong> axiomatisch systeem primitieve begripp<strong>en</strong> niet te vermijd<strong>en</strong> zijn.<br />

Hij doet t<strong>en</strong>minste zijn best om alle begripp<strong>en</strong> te definiër<strong>en</strong>. Sommige van die omschrijving<strong>en</strong><br />

zijn bruikbaar <strong>en</strong> heel precies, maar andere lijk<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> bedoeld om het voorstellingsvermog<strong>en</strong><br />

van de lezer e<strong>en</strong> handje te help<strong>en</strong>.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!