Leven lang leren voor vitaliteit
Leven lang leren voor vitaliteit
Leven lang leren voor vitaliteit
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
34<br />
Jaap Boonstra (2004) zet het probleem van de <strong>leren</strong>de organisatie in een dynamisch perspectief<br />
van organisatorische verandering en <strong>leren</strong>. In zijn analyse wijst hij erop dat de verklaringen <strong>voor</strong><br />
het falen van innovatieprocessen teveel toegespitst worden op organisatorische en<br />
psychologische aspecten van de verschillende participerende eenheden en dat ze te weinig<br />
aandacht besteden aan het veranderingsproces zelf. Hij schetst een alternatief waarin de<br />
dynamiek van organisatie en verandering een bron van vernieuwing is van het proces van zelf<br />
organiserend vermogen en organisatorische betekenisverlening. Hij bouwt een model op in<br />
drie assen met eerste en tweede orde veranderingen die met elkaar in balans moeten blijven.<br />
Dat levert de volgende indeling op:<br />
• Interactief <strong>leren</strong> heeft betrekking op contextualiseren en betekenis verlenen om methodisch<br />
te veranderen en gericht resultaat te realiseren;<br />
• De strategische en communicatieve aspecten van de veranderingen in beeld brengen, zodat<br />
organisatorische culturele en technisch instrumentele aspecten in beeld blijven;<br />
• De ambigue vraagstukken in beeld brengen en daarvan afgeleid de mogelijkheden en de<br />
innovatiedoelen.<br />
Ook Merx-Chermin en Nijhof (2005) geven aan dat concepten als bij<strong>voor</strong>beeld de <strong>leren</strong>de<br />
organisatie, kennis-creërende organisaties en innovatieve organisaties sinds de 1990’s sterk<br />
gepromoot zijn. En dat deze promotie gebaseerd is op één centrale gedachte; het op basis van<br />
het eigen leervermogen van organisaties faciliteren van die organisaties om door middel van<br />
innovatie de concurrentie <strong>voor</strong> te blijven. Zij vinden in hun studie naar de innovaties in<br />
bedrijven geen cyclisch karakter van leerprocessen bij opeenvolgende innovaties. Er wordt wel<br />
geleerd, maar er is geen sprake van een meta-<strong>leren</strong>. Zij beschrijven een aantal factoren en<br />
variabelen die van invloed worden geacht op de innovatiecycli als geheel en op de daarin<br />
<strong>voor</strong>komende componenten kenniscreatie, innovatie en reflectie en <strong>leren</strong> te <strong>leren</strong>. Uit de<br />
resultaten blijkt dat strategische afstemming <strong>voor</strong>spellend is ten aanzien van de innovatiespiraal<br />
en bovendien ten aanzien van het proces van kenniscreatie in één van de innovatieprocessen.<br />
Daarnaast geven ze aan dat de be<strong>lang</strong>rijkste factoren <strong>voor</strong> kenniscreatie bestaan uit het delen<br />
van kennis en uit het reflectief <strong>leren</strong> op de werkpek. En dat het roteren van ‘waardevolle’