01.05.2013 Views

Download hier het complete rapport. - EduDivers

Download hier het complete rapport. - EduDivers

Download hier het complete rapport. - EduDivers

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

samefeelings: een onderzoek onder homojongeren<br />

Het aantal jongeren dat op <strong>het</strong> moment van bevraging zelf gelovig is, ligt lager dan <strong>het</strong><br />

aantal dat met een geloof is opgevoed. Bijna drie op de vier jongeren geven aan zelf niet<br />

gelovig te zijn.<br />

Leef- en woonomgeving<br />

Er is ook gevraagd naar de huidige woonomgeving van homojongeren. Op basis van de<br />

eerste twee cijfers van de postcode is de adressendichtheid van de omgeving gekozen als<br />

maat voor stedelijkheid. Deze maat omvat <strong>het</strong> aantal huisadressen binnen één vierkante<br />

kilometer. Bijna zes op de tien jongeren wonen in een urbane omgeving. In lijn der verwachting<br />

wonen de jongeren naarmate ze ouder zijn vaker in een stedelijke omgeving.<br />

De oudste groep bestaat uit relatief veel studerende jongeren en zij wonen vaak in (de<br />

buurt van) de stad waar de opleiding zich bevindt. Het kan zijn dat de seksuele voorkeur<br />

eveneens te maken heeft met een ‘trek naar de (grote) stad’, maar dit is niet uit de onderzoeksgegevens<br />

af te leiden.<br />

Van de homojongeren in <strong>het</strong> onderzoek woont iets meer dan de helft thuis bij de ouders,<br />

jongens vaker dan meisjes. Enkele jongeren wonen met een vaste partner (11% van de<br />

meisjes, 6% van de jongens). In totaal woont 21% van de jongeren op kamers en heeft<br />

huisgenoten, en woont 12% alleen (zie bijlage B7.2).<br />

Sociaaleconomische klasse<br />

Als indicator van sociaaleconomische klasse is gekozen voor <strong>het</strong> opleidingsniveau van de<br />

hoogst opgeleide ouder (dit kan zowel de vader als de moeder zijn). Ter bepaling van de<br />

sociaaleconomische klasse zou <strong>het</strong> opleidingsniveau, type werk of salaris van jongeren<br />

een vertekend beeld opleveren vanwege hun jonge leeftijd. Van de helft van de jongeren<br />

zijn de ouders hoogopgeleid (hbo/universiteit), een kwart heeft een middelbaar niveau<br />

(havo/vwo/mbo) en een kwart is laagopgeleid (basisonderwijs/mavo/mulo). Het aantal<br />

hoogopgeleide vaders (42%) en moeders (35%) is in vergelijking met de Nederlandse<br />

populatie 45-55-jarige mannen (32%) en vrouwen (25%) aan de hoge kant (StatLine,<br />

Enquête beroepsbevolking (ebb) 2010).<br />

Opleiding en werk<br />

Het opleidingsniveau van de jongeren is gemeten aan de hand van de hoogste opleiding<br />

die iemand volgt dan wel heeft afgerond. Bijna de helft van de jongeren heeft hbo/<br />

universiteit als opleidingsniveau (tabel 7.3). Een op de tien heeft vmbo gedaan. Hoewel<br />

niet bekend is hoe hoog de volledige populatie Nederlandse homojongeren tussen 16<br />

en 25 jaar is opgeleid, is <strong>het</strong> aannemelijk dat de groep homojongeren in <strong>het</strong> onderzoek<br />

uit relatief veel hoogopgeleiden bestaat in vergelijking met de totale populatie. Van alle<br />

Nederlandse jongeren tussen 15 en 25 jaar heeft 7% een hbo- of universitaire opleiding<br />

afgerond (StatLine, ebb’10), tegenover 13% van de homojongeren in dit onderzoek.<br />

Van de jongeren in <strong>het</strong> onderzoek volgt 76% een opleiding en heeft 70% betaald werk.<br />

Het betaalde werk betreft in 46% van de gevallen een bijbaan (maximaal 12 uur).<br />

129

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!