leren onderwijzen in een werkplekleeromgeving - Hogeschool de ...
leren onderwijzen in een werkplekleeromgeving - Hogeschool de ...
leren onderwijzen in een werkplekleeromgeving - Hogeschool de ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Leren <strong>on<strong>de</strong>rwijzen</strong> <strong>in</strong> <strong>een</strong> werkplekleeromgev<strong>in</strong>g<br />
Zo zijn bij het bie<strong>de</strong>n van directe positieve dan wel negatieve terugkoppel<strong>in</strong>g op <strong>de</strong><br />
geobserveer<strong>de</strong> les bij <strong>de</strong> kernactiviteit ‘feedback’ ruimschoots <strong>de</strong> meeste uitspraken<br />
aangetroffen. Over <strong>de</strong> variabelen van ‘uitdag<strong>in</strong>g’ en ‘afstemm<strong>in</strong>g’ zijn <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ste uitspraken<br />
aangetroffen. Dit samen met het beperkte aantal uitspraken dat is aangetroffen bij ‘stimu<strong>leren</strong><br />
en uitdagen’ van <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> leraren om nieuwe kennis en vaardighe<strong>de</strong>n toe te passen leidt<br />
tot <strong>de</strong> conclusie dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> mentor<strong>in</strong>gsgesprekken vooral sprake is van directe op <strong>de</strong> gegeven<br />
les en op <strong>de</strong> <strong>in</strong>structie gerichte terugkoppel<strong>in</strong>g. Deze conclusie wordt versterkt door het<br />
beperkte aantal uitspraken dat eer<strong>de</strong>r al bij <strong>de</strong> gespreksfasen werd aangetroffen waar<strong>in</strong> sprake<br />
was van terug- en vooruitblikken en van het koppelen van <strong>de</strong> opgedane ervar<strong>in</strong>gen aan<br />
theoretische <strong>in</strong>zichten en concepten.<br />
Tegelijkertijd wijzen <strong>de</strong> kwalitatieve analyses uit dat uitspraken wat betreft <strong>de</strong> variabelen van<br />
<strong>de</strong> kernactiviteit ‘afstemm<strong>in</strong>g’ vooral han<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n over <strong>in</strong>structievaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />
aanstaan<strong>de</strong> leraar. Dat wil zeggen op het <strong>leren</strong> afstemmen van het aanbod op <strong>de</strong> leerbehoeften<br />
en mogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen. Dit wordt ook wel het ‘eerste or<strong>de</strong> <strong>on<strong>de</strong>rwijzen</strong>’<br />
genoemd (§ 2.1.1 Murray & Male, 2005). Slechts éénmaal is <strong>een</strong> uitspraak aangetroffen<br />
waar<strong>in</strong> sprake bleek van afstemm<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> leerbehoeften van <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> leraar zelf.<br />
Deze afstemm<strong>in</strong>g kunnen we beschouwen als <strong>een</strong> vorm van ‘twee<strong>de</strong> or<strong>de</strong> <strong>on<strong>de</strong>rwijzen</strong>’<br />
(§ 2.1.1, Murray & Male, 2005). Dat <strong>de</strong>ze vorm van <strong>on<strong>de</strong>rwijzen</strong> nauwelijks voor kwam<br />
betekent vermoe<strong>de</strong>lijk tevens dat daarmee <strong>een</strong> an<strong>de</strong>r krachtig kenmerk namelijk ‘<strong>de</strong><br />
doorgaan<strong>de</strong> lijn’ <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rwijsaanbod voor <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> leraar <strong>in</strong> het gedrang komt. Dat<br />
<strong>de</strong>ze doorgaan<strong>de</strong> lijn on<strong>de</strong>r druk staat kunnen we ook aflei<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> beperkte mate waar<strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
gesprekspartners terug- en vooruitblikken en <strong>de</strong> opgedane ervar<strong>in</strong>gen koppelen aan<br />
theoretische <strong>in</strong>zichten en concepten. De vermoe<strong>de</strong>lijke gevolgtrekk<strong>in</strong>g dat afstemm<strong>in</strong>g tussen<br />
het meer theoriegebon<strong>de</strong>n aanbod van <strong>de</strong> hogeschool en <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong><br />
leraar <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk opdoet evenzo on<strong>de</strong>r druk staat ligt dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong>.<br />
Onze conclusie is dat kwalitatieve afstemm<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> competenties, op <strong>de</strong> leerbehoeften en<br />
mogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> leraar zelf, <strong>in</strong> <strong>de</strong> rol die mentor<strong>in</strong>g speelt b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong><br />
werkplekleeromgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> elk geval op grond van <strong>de</strong> geobserveer<strong>de</strong> mentor<strong>in</strong>gsgesprekken<br />
beperkt is. Mentor<strong>in</strong>g is eer<strong>de</strong>r aangewezen als één van <strong>de</strong> krachtige kenmerken van<br />
werkplekleeromgev<strong>in</strong>gen. Mentor<strong>in</strong>g speelt <strong>een</strong> cruciale rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> begeleid<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> werkplek<br />
van <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> leraar. De resultaten van <strong>de</strong> nu uitgevoer<strong>de</strong> analyses van <strong>de</strong><br />
mentor<strong>in</strong>gsgesprekken, laten <strong>een</strong> grote kwetsbaarheid zien van <strong>de</strong> rol die <strong>de</strong> werkplek b<strong>in</strong>nen<br />
die leeromgev<strong>in</strong>g speelt voor het <strong>leren</strong> <strong>on<strong>de</strong>rwijzen</strong> van aanstaan<strong>de</strong> leraren.<br />
Deelvraag 3.3. Initiatief. Hiervoor bespraken we onze conclusies op grond van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dicatoren<br />
die we aannamen als <strong>in</strong>dicatoren voor <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> mentor<strong>in</strong>gsgesprekken. Daarnaast<br />
spelen echter ook vragen die te maken hebben met <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor zelfstur<strong>in</strong>g,<br />
zelfverantwoor<strong>de</strong>lijkheid en eigenaarschap van het eigen leerproces. Daarop was <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>elvraag gericht waarbij is on<strong>de</strong>rzocht van welke gesprekspartner het <strong>in</strong>itiatief uitgaat <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
mentor<strong>in</strong>gsgesprekken. Bij <strong>de</strong> analyses zijn we er vanuit gegaan dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven die bei<strong>de</strong><br />
gesprekspartners <strong>in</strong> het gesprek tonen <strong>een</strong> maat bie<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> ruimte <strong>in</strong> te schatten die<br />
aanstaan<strong>de</strong> leraren krijgen om zelf stur<strong>in</strong>g te geven aan <strong>de</strong> eigen ontwikkel<strong>in</strong>g.<br />
De verkregen resultaten laten over <strong>de</strong> conclusie op <strong>de</strong> vraag van wie <strong>in</strong>itiatieven uitgaan<br />
tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> mentor<strong>in</strong>gsgesprekken g<strong>een</strong> ondui<strong>de</strong>lijkheid bestaan. Uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten<br />
blijkt dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>teractie meer monologische dan dialogische kenmerken heeft. Het zijn <strong>de</strong><br />
mentoren van wie tij<strong>de</strong>ns het gesprek <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven uitgaan.<br />
165