leren onderwijzen in een werkplekleeromgeving - Hogeschool de ...
leren onderwijzen in een werkplekleeromgeving - Hogeschool de ...
leren onderwijzen in een werkplekleeromgeving - Hogeschool de ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 2. Theoretisch ka<strong>de</strong>r<br />
Het doel van Tabel 2.1 is <strong>een</strong> overzicht te bie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> kenmerken waarvan we op grond van<br />
<strong>de</strong> literatuur voorlopig aannemen dat <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> grote lijnen <strong>de</strong> relevante <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gskenmerken<br />
van werkplekleeromgev<strong>in</strong>gen beschrijven. In <strong>de</strong> rechter kolom van <strong>de</strong> tabel zijn auteurs<br />
vermeld die aan het betreffen<strong>de</strong> kenmerk aandacht hebben besteed. Het overzicht weerspiegelt<br />
dat <strong>de</strong> eigenschappen waaruit elk van <strong>de</strong> 18 kenmerken bestaat door één tot acht auteurs zijn<br />
genoemd. De kenmerken <strong>in</strong> <strong>de</strong> tabel zijn conceptueel geor<strong>de</strong>nd naar functie, <strong>in</strong>houd en vorm.<br />
Opvallend is dat naar onze <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g all<strong>een</strong> <strong>de</strong> eerste twee kenmerken herkenbaar betrekk<strong>in</strong>g<br />
hebben op <strong>de</strong> functie van krachtige leer- en werkomgev<strong>in</strong>gen. Maar ook dat all<strong>een</strong> <strong>de</strong> erop<br />
volgen<strong>de</strong> twee kenmerken betrekk<strong>in</strong>g hebben op <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd of het aanbod voor het <strong>leren</strong><br />
<strong>on<strong>de</strong>rwijzen</strong> b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> werkplekleeromgev<strong>in</strong>g. Dit betekent dat <strong>de</strong> overige 14 kenmerken zijn<br />
te omschrijven als vormkenmerken van die leer- en werkomgev<strong>in</strong>gen. Gezien <strong>de</strong> plaats waar<br />
<strong>de</strong> meeste scholen zich vermoe<strong>de</strong>lijk zullen bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n op het cont<strong>in</strong>uüm dat loopt van ‘<strong>de</strong><br />
school als werk- of stageplek’ tot ‘oplei<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> school’ (Buit<strong>in</strong>k en Wouda, 2001) lijkt het<br />
we<strong>in</strong>ig reëel te verwachten dat <strong>de</strong> partners b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> werkplekleeromgev<strong>in</strong>g volledig aan alle<br />
hier behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> eigenschappen wat betreft functie, <strong>in</strong>houd en vorm zullen kunnen voldoen.<br />
Van <strong>de</strong> 18 kenmerken weerspiegelen één vorm- en één <strong>in</strong>houdskenmerk het competentiegericht<br />
<strong>leren</strong> <strong>on<strong>de</strong>rwijzen</strong>. Het betreft a) <strong>de</strong> werkplekleeromgev<strong>in</strong>g biedt mogelijkhe<strong>de</strong>n voor<br />
<strong>een</strong> gelei<strong>de</strong>lijke overgang naar zelfsturend <strong>leren</strong> en werken en b) het aanbod <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
werkplekleeromgev<strong>in</strong>g is afgestemd op <strong>de</strong> leerbehoeften van <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> leraar. Dit<br />
competentiegericht <strong>leren</strong> <strong>on<strong>de</strong>rwijzen</strong> vormt echter wel <strong>een</strong> kern van het nieuwe <strong>leren</strong><br />
<strong>on<strong>de</strong>rwijzen</strong> b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> werkplekleeromgev<strong>in</strong>g (Dieleman, 2005). Deze kern is volgens<br />
Korthagen, Tigchelaar et al. (2002) bovendien <strong>een</strong> van <strong>de</strong> criteria voor ‘effectieve’ opleid<strong>in</strong>gsarrangementen.<br />
Tenslotte v<strong>in</strong><strong>de</strong>n sommige kenmerken die gerelateerd zijn aan <strong>de</strong> kwaliteit van<br />
<strong>de</strong> werkomgev<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> partnerschool, <strong>een</strong> zekere pendant <strong>in</strong> kwaliteitskenmerken van <strong>de</strong><br />
leeromgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hogeschool. Het kenmerk mentor<strong>in</strong>g en coach<strong>in</strong>g vormen hiervan <strong>een</strong><br />
voorbeeld. In <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> paragrafen beste<strong>de</strong>n we aandacht aan <strong>de</strong>ze vormen van begeleid<strong>in</strong>g<br />
b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> werkplekleeromgev<strong>in</strong>g.<br />
2.3 Mentor<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen werkplekleeromgev<strong>in</strong>gen<br />
Bij <strong>de</strong> begeleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> leraar spelen twee actoren <strong>een</strong> directe rol: <strong>de</strong> mentor en<br />
<strong>de</strong> coach. De mentor is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> dagelijkse begeleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong><br />
leraar. Voor <strong>de</strong> begeleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> leraar zowel als van <strong>de</strong> mentor heeft <strong>de</strong><br />
hogeschool <strong>een</strong> hogeschooldocent-coach aangewezen. Bij <strong>de</strong> coach ligt ook <strong>de</strong><br />
e<strong>in</strong>dbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> leraar <strong>in</strong> het leerwerktraject. Omdat<br />
het mentor<strong>in</strong>gsgesprek <strong>een</strong> expliciete vorm van begeleid<strong>in</strong>g omvat tussen aanstaan<strong>de</strong> leraar en<br />
<strong>de</strong> mentor, leggen we <strong>in</strong> <strong>de</strong> besprek<strong>in</strong>g nadruk op <strong>de</strong> mentor<strong>in</strong>gsgesprekken.<br />
2.3.1 Mentor<strong>in</strong>g en coach<strong>in</strong>g<br />
Hoewel mentor<strong>in</strong>g en coach<strong>in</strong>g als begeleid<strong>in</strong>gsvorm voor het <strong>leren</strong> <strong>on<strong>de</strong>rwijzen</strong> b<strong>in</strong>nen<br />
werkplekleeromgev<strong>in</strong>gen onomstre<strong>de</strong>n zijn, wijzen Little (1990) en Zeichner & Miller 1997)<br />
erop dat er betrekkelijk we<strong>in</strong>ig kennis is over wat begelei<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> leraren trachten<br />
te <strong>leren</strong>, over <strong>de</strong> wijze waarop zij hun kennis toegankelijk maken en over hoe zij hun rol als<br />
begelei<strong>de</strong>r percipiëren.<br />
32