2 - Kabbalah Arizal

Leerling: ’maar als chessed naar beneden geeft en daarbij een spoortje van zichzelf, wordt hij
dan niet minder?’
Aan de ene kant geeft de hogere wat toekomt aan de lagere. Chessed de chessed neemt voor
zichzelf chessed de chessed, maar gvoera de chessed hoort bij de ander en die geeft hij
gewoon door. Het is niet van hem. Van hem is – alles is naar overeenkomst qua eigenschap.
Chessed komt qua eigenschap overeen met chessed de chessed. De andere geeft hij door, als
doorgeefluik. Als ik jullie vertel, vertel ik dan van de essentie van wat ik in de Zohar leer?
Vertel ik dan vanuit mijn positie? Van wat ik bevat? Ik geef het uiterlijke – net zoals hier, van
wat jij moet bevatten en niet wat ik bevat. Ik kan een schema opmaken waarbij alle
berekeningen van Einstein een kinderlijk gedoe zijn. Ik kan het tot 1/100 e van een sfira
uittekenen, maar dat is niet nodig. Het belangrijkste is het proces, hoe het in elkaar zit, de
wetten van het heelal. Later komen natuurlijk meer dimensies, meer smaken.
Leerling: eigenlijk is de kennis die je overdraagt hetzelfde principe. Het wordt er niet minder
van.
Ja. Dat is zo. Na de les voel ik natuurlijk mijn vlees en mijn emotionele dingen, want ik
verbruik wel mijn energie, maar van het uiterlijke. Het innerlijke wordt niet minder. Van
geven kan je nooit armer worden. Als je de smaak ontvangt dat je door geven absoluut niet
minder zal hebben… dat is een enorm geheim voor de ontwikkeling naar jouw vervulling.
Wat je ook geeft, niet alleen met geld. Het is natuurlijk wel oppassen met je geld dat je niet
overdrijft, ook niet met aandacht en zo. Maar als je het op de kosjere manier doet, dan doe je
het zo dat je je hart niet aan de ander verpacht. Als je je verlaagt dat je je essentie aan de
ander geeft, dat is verkeerd. Maar als je jouw eigen krachten houdt, de krachten die inherent
zijn aan jou en dan aan de ander geeft, dan kan je immens veel geven. En hoe meer je geeft,
des te meer kan je ontvangen. Ook in het Christendom wordt dat zo gezegd: wie geeft, die zal
gegeven worden en wie niet geeft, zal ontnomen worden wat hij nog… Het is hetzelfde
principe. Ze gebruiken wel goede principes, maar de verlossing komt niet alleen van de
woorden die je leert, maar je moet het laten doordringen.
Dus niets wordt minder. Het hogere geeft altijd van het uiterlijke.
We gaan verder met het tweede gedeelte van de les.
We moeten ons niet overdreven met tekeningen bezig gaan houden, want dan gaan we dat…
maar hier is het wel noodzakelijk.
Jessod heeft nu vijf van die chassadiem ontvangen. Wat vertelt zohar ons? Het geestelijke is
niet in de hemel, jij moet het bevatten. Net als ruimtevaart gaan we allemaal door de kosmos
heen terwijl wij hier zitten.
Zohar zegt ons dat jessod uit jessod zelf bestaat en die is rechts, en ateret jessod, kroontje van
jessod. Waarom het kroontje onderaan moet zitten? Dat leren we later. Ateret jessod is de
onderste kant. Links is altijd wat onder is. Het licht komt van rechts naar links.
Die vijf delta’s komen naar jessod. Ze geven vijf chassadiem, maar ze heten niet meer delta’s,
want zo heten ze t.a.v. z’a. Het waren smaken, krachten van de buitenkant. Hij vertelt ons dat
er ook ergens een zievoeg moet komen. Alle vijf: chessed, gvoera, tieferet, netsach en hod
geven aan elkaar door zonder zievoegiem, want zij vormen allemaal één geheel. Noekwa en
108