2 - Kabbalah Arizal

de kracht van gwoera hier op aarde. Beide zijn zij nodig. Ja’akov bracht de volmaaktheid van
tieferet naar beneden. Dat was nog niet genoeg. Er bestaat nog netsach, hod, jessod, onderstel
van krachten.
Daarvoor kwamen er later nog drie. Wie? Mosje was de drager van de kracht van netsach, de
vierde sfira, uit atsieloet en zijn broeder Aharon was de drager van hod. Vijf sfirot van z’a
werd door hen op aarde aangetrokken. Niets komt van boven als het van beneden niet wordt
aangetrokken.
Josef was de drager van jessod. Josef bracht jessod tot correctie. Daarom… we hebben
allemaal met Josef te maken. Een Egyptische vrouw wilde hem verleiden etc… dat heeft
allemaal te maken met jessod. Hij was net van plan om met haar ‘tatatata’ en uiteindelijk deed
hij het toch niet. Hij had de kracht van jessod overwonnen in zichzelf en daarmee heeft hij
ook de bestendigheid van de krachten overgedragen aan het volk Jisraël.
En dan bestaat er nog de laatste sfira: malchoet. Malchoet was de laatste en is David. Koning
David was de drager van koninkrijk. Malchoet is koninkrijk. Begrijpt u dat? Daarom werd er
gezegd dat het koninkrijk in de hemel en hier op aarde werd overgedragen aan David. Dat
betekent niet dat het nationalistisch, Joods is. Absoluut niet, maar David zal uiteindelijk het
koninkrijk der hemelen hier op aarde tot stand laten komen. Daarom werd ook gezegd dat
Masjiach zal komen als nakomeling van David. Waarom? David had in zichzelf de krachten
van malchoet opgebouwd. En van hem komt later de Bevrijder. We zullen het allemaal helder
zien aan de sfirot en niet alleen woorden. We zullen het allemaal zien, maar nu heb ik het
even tussendoor laten zien, laten uitkomen.
We hebben zeven, laten we zeggen heiligen van het volk Jisraël, die zeven sfirot naar beneden
hebben gebracht. Duidelijk? Dit was even tussendoor.
Nog een keer: hij zegt dat de drie lijnen van malchoet zijn geworden tot netsach, hod en
jessod. Waar is dan de malchoet? Hij zegt:)
. ס"
ע םה םתללוכה תוכלמה םעו ,
en met de overkoepelende malchoet (We hebben gezegd dat de malchoet verstopt werd in
de kether, maar dat is de algemene malchoet, maar in het bijzondere hebben we altijd tien
sfirot. In het algemene hebben we gezegd dat malchoet de malchoet werd verstopt ergens in
atsieloet, in atik. Maar in het bijzondere…alles heeft tien sfirot.) worden dat tien sfirot.
(Tien bijzondere sfirot. Duidelijk? We hebben drie keliem. Overal, waar dan ook, spreken we
van drie keliem: biena, z’a en malchoet. Die hebben in zichzelf tien eigen sfirot. Net als die
peuter die in zichzelf tien eigen sfirot heeft. Natuurlijk heeft hij niet de lengte van 2m16 van
zijn vader, maar hij heeft zijn eigen lengte, zijn eigen tien sfirot. Dan hebben we gezegd dat
biena chaba’d heeft: chochma biena daat, drie sfirot. Het middenstuk, z’a, heeft chessed
gwoera tieferet, rechts links midden.
Straks zullen we zien hoe we aan die drie lijnen komen, maar dat is een apart onderwerp. Ik
moet niet teveel naar links gaan. Ik moet een beetje zijn pad volgen, het pad van de grote
Jehoeda Ashlag.
Het onderstel, de onderste klie van die drie keliem, malchoet, die heeft ook drie keliem in
zichzelf: netsach hod jessod. We zien dan dat de klie van malchoet wel kan ontvangen, alleen
die drie: netsach hod jessod.)
220