2 - Kabbalah Arizal

Je moet nooit proberen om verstandelijk met je slechte beginsel om te gaan. Hij gaat zich als
heilige vermommen, hij gaat je moraal lezen, hij gaat zeggen: ‘het is toch niet moralistisch,
niet …’. Hij gaat allerlei prachtige argumenten naar voren brengen, om jou af te brengen…
En zijn redenaties zijn geweldig, zo goed opgebouwd dat het vlekkeloos is, zoals hij dat kan.
Het slechte beginsel is meester van de retoriek.
Een tijdje geleden probeerde ik mijn orthodoxe broeders over te brengen dat ze boven hun
verstand gaan, zij geloven onder het verstand en het lukte mij niet, want zij zijn sterker dan ik.
Elke orthodox voelt zich miljarden malen sterker dan ik en dat klopt. Hij is sterker dan ik.
Zijn argumenten, zijn redeneringen, die hij naar voren brengt, zijn voor mij net als dood.
Moet je redeneren met dood? Hun redenaties zijn voor mij als dood. Het is allemaal door
verstandelijke overwegingen. Prachtig, moraal, maar geen leven. Op een bepaald moment
werd mij van binnen verboden om met hen in discussie te treden. Van binnen, want het is niet
goed voor mij. Het is gevaarlijk voor mij om met hen om te gaan.
Zo is dat voor iedereen van jullie, want de logica van de religieuze mens – ook in jou, want je
moet altijd zien dat alles, ook de religieuze mens, in jou is. Religieuze mens is die onder
verstand geloofd. Alle krachten, alles wat in de wereld is, moet je in jezelf vinden. Je moet
niet zeggen dat die of die groep niet goed is. Ik zeg ‘religieus mens’, maar je moet dat in
jezelf vinden.
Hoe kunnen we dat naar kracht vertalen? Wie aan zichzelf werkt, zoals wij in kabbala doen,
probeert te zien dat de hele wereld één territorium is, een eenmanszaak. Terwijl alle
anderen… Wat betekent andere krachten in mijzelf? Ik heb krachten in mijzelf die alleen één
territorium nastreven, dat de hele wereld een eenmanszaak is: alleen de wetten van het heelal,
van de Schepper.
Maar ik heb ook andere krachten in mijzelf die willen delen, die hun aandeel willen hebben en
die zeggen dat het een BV is, een besloten vennootschap. Sommige krachten zegge: ‘nee, ik
ben het er niet mee eens, ik wil niet dat het een eenmanszaak is van iemand anders en ik
werknemer ben…ik voel mij als werknemer bij de Schepper’. Die andere gevoelens van mij
die niet gecorrigeerd zijn, bijvoorbeeld de religieuze mens in mijzelf en niet buiten mijzelf…
het is makkelijk om buiten jezelf te projecteren.
Ik zeg ‘orthodoxen’, maar alles moet je terugbrengen naar je eigen krachten. Ik zeg
‘orthodoxen’ bij wijze van spreken, alles zit in mijzelf. Die anderen zeggen dan dat het een
BV is, er bestaan wel de wetten van het heelal, maar er bestaat ook mijn eigen territorium ‘ik
ik ik’. Zo is het. Je moet dan weer werken aan jezelf tot één territorium… al je strevingen zijn
naar de Ene Scheppende Kracht. Alleen dat brengt redding.
Via de Zohar gaan we dat illustreren.
We beginnen nu met de Zohar. Vorige keer heb ik het op een bepaald moment gehad over
bevlekt of onbevlekt. Ik wist niet waarom. Nu zag ik waarom ik het erover heb gehad. Het
was n.a.v. de laatste alinea van Zohar. Het kwam zo bij mij op en ik wist niet hoe dat bij mij
kwam. Doet er niet toe. Het is niet van mij.
Pag. 4, 2 e kolom, 5 e regel
Ik zal het even snel doornemen om tot het punt te komen dat ik bedoelde.
82