You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Waarom relevant voor het onderwijs Klassieke Talen<br />
Onderzoeken tonen aan dat studenten die een gymnasiumdiploma hebben behaald, een<br />
meer intrinsieke motivatie ontwikkeld hebben, minder van opleiding switchen, het beter<br />
doen in de vervolgopleidingen dan atheneumleerlingen. Mochten die scenario’s<br />
werkelijkheid worden, dan is het voor beide van belang dat leerlingen naast het bewijs<br />
dát zij Klassieke Talen gedaan hebben, een bewijs krijgen hóe zij dat gedaan hebben.<br />
Voor het eerste scenario kan dat bij de toelating gebruikt worden als een onderstreping<br />
van de kandidatuur van de leerling voor die bepaalde opleiding, bij het tweede krijgt<br />
hij van zijn school al of niet een bewijs mee dat hij zijn leeractiviteiten (toetsen en<br />
werkstukken als praktische opdrachten) op een ‘gymnasiastwaardige’ wijze heeft<br />
verricht.<br />
5.6 Mogelijk relevante aspecten van het onderwijs Klassieke Talen<br />
in enkele West-Europese landen<br />
De informatie over het onderwijs Klassieke Talen in Europa is voor dit vakdossier<br />
beperkt gebleven tot België, Denemarken, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië, Spanje<br />
en Zweden. Welke aspecten in het onderwijs aldaar kunnen bijdragen aan het<br />
oplossen van de problemen in Nederland In bijlage 1 staat een matrix met<br />
vergelijkingen tussen de landen op een aantal aspecten die voor het dossier van<br />
belang zijn.<br />
Bij de bestudering blijkt dat de condities in die landen verschillen van die in<br />
Nederland. Het wezenlijke verschil zit in de sturing van de scholen door de overheid:<br />
hoe controleert zij de voortgang en het rendement van het onderwijs Er zijn grofweg<br />
drie benaderingen:<br />
1. In het ene land is het curriculum vanuit een idee van ‘output’-sturing benaderd:<br />
het eindexamen is het enige waarop de overheid stuurt: de resultaten daarvan<br />
geven aan in hoeverre het beoogde curriculum gerealiseerd is; de weg naar dat<br />
examen toe laat de overheid over aan de scholen en hun professionals. Nederland<br />
is een goed voorbeeld daarvan.<br />
2. In een ander land is er sprake van ‘throughput’ – sturing. Er zijn regels waaraan<br />
de docenten en scholen zich tijdens de bepaalde schoolperiode moeten houden:<br />
lessentabellen, een gemonitorde voortgang in de leerstof waarop de inspectie<br />
toeziet, enz. Het eindexamen ligt bij deze landen meer in handen van de school:<br />
er is geen nationaal, gelijk examen, maar een schoolexamen; overigens, er is dan<br />
wel vaak sprake van enige controle. België is daar een voorbeeld van.<br />
3. In weer een ander land is er ‘input’-sturing. De leerlingen doen na hun vo een<br />
toelatingsexamen bij een instelling van hoger onderwijs of de instelling van<br />
hoger onderwijs is wezenlijk betrokken bij de examenstofkeuze en vraagstelling.<br />
In Spanje gebeurt dat.<br />
Ondanks die verschillen zijn enkele aspecten voor Nederland en zijn problemen in het<br />
onderwijs Klassieke Talen mogelijk interessant.<br />
A. Verschillende niveaus van afsluiting<br />
In enkele landen kunnen leerlingen ook binnen de laatste drie jaar van het secundaire<br />
onderwijs kiezen voor verschillende niveaus van afsluiting.<br />
• Denemarken: 2 niveaus<br />
Leerlingen kunnen al na één jaar een officiële afsluiting doen (niveau C) en<br />
vervolgens na 2 en 1/2 jaar het eindexamen Latijn doen.<br />
⏐ 102